VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Onder de oppervlakte is accountantsorganisatie EY (voorheen Ernst & Young) deze zomerperiode ingrijpend veranderd. EY heeft een aantal activiteiten overgeheveld naar een nieuwe onderneming, EY Accountants B.V. De vorderingen, bijvoorbeeld van gedupeerde beleggers, zijn achtergebleven bij de oude entiteit Ernst & Young Accountants LLP.

EY gaf geen ruchtbaarheid aan de herstructurering en tot op heden blijft het ook op de eigen website stil. De herstructurering wekte de aandacht van de VEB doordat EY haar relaties in het kader van de privacywetgeving (AVG) attendeerde op de overgang van onderneming.  

EY stelt in de AVG-mail dat de Brexit en de veranderende regelgeving reden zijn geweest voor de herstructurering. De VEB heeft EY gevraagd op welke regelgeving zij precies doelt.  De Brexit dateert immers van 2016 en is in 2020 geëffectueerd.  

In haar antwoord stelt EY: “Veranderende wet- en regelgeving is de reden voor onze herstructurering. Zo hebben wij de afgelopen jaren bijvoorbeeld geconstateerd dat sanctiewetten van het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie uit elkaar gingen lopen. Dit is een direct gevolg van de Brexit.” 

Welke gevolgen de juridische veranderingen voor aandeelhouders hebben is vooralsnog onduidelijk. Dat is ongewenst, aangezien de accountant een belangrijke partij is op wiens controle beleggers vertrouwen om een gedegen beeld te krijgen van ondernemingen.  

Leergeld: Is het ontlopen van aansprakelijkheid wellicht ook een belangrijke reden? 
Gedupeerde aandeelhouders hebben in het verleden minder goede ervaringen gehad met op het eerste oog onschuldige herstructureringen bij accountantsorganisaties. Veelal was de echte reden voor de herstructurering evident niet de openbaar gemaakte reden, maar (mede) het ontlopen van aansprakelijkheid omdat de vorderingen van gedupeerde gebruikers van de jaarrekening achterbleven bij een niet meer actieve entiteit die op den duur eenvoudig kon worden ontbonden. De nieuwe entiteit kon zonder claims en historische ballast een doorstart maken. Zo werd de publieke zorgplicht voorzien van een beperkte houdbaarheidsdatum en een sterk ingeperkte draagkracht voor schade. 

De VEB heeft EY in een brief om opheldering gevraagd. Daarin wordt de kwestie voorgelegd of "Ernst & Young Accountants LLP de komende jaren nog zal blijven bestaan en of deze entiteit voldoende vermogen en/of verzekeringsdekking heeft om de vorderingen van gedupeerden te dekken?"  

In haar reactie laat EY nu weten dat het ontlopen van aansprakelijkheid geen reden voor herstructurering is geweest en verzekert dat ‘crediteuren’ van Ernst & Young Accountants LLP niet in een slechtere positie zullen verkeren ten opzichte van de situatie van voor de herstructurering. Ernst & Young Accountants LLP blijft vooralsnog bestaan en ook blijft de dekking van haar beroepsaansprakelijkheidsverzekering in stand. EY maakt in haar antwoord niet duidelijk hoe lang Ernst & Young Accountants LLP nog zal bestaan en/of in passende aanvullende zekerheden is voorzien. 

Naar de mening van de VEB past bij een continu controlemonopolie voor accountantsorganisaties, met een aantrekkelijk verdienmodel voor reguliere dienstverlening, ook de grote verantwoordelijkheid in te staan voor de geleverde kwaliteit, in het heden, verleden en de toekomst. Waar kwaliteit tekortschiet en sprake is van verwijtbare tekortkomingen in de zorgplicht en professionaliteit van EY en diens partners/medewerkers, dient EY te allen tijde passende compensatie van daaruit voortvloeiende schade van gedupeerden te kunnen bieden, ongeacht de juridische structuur. 

Ook ten aanzien van de controle bij beursgenoteerde ondernemingen weerspreekt EY mogelijke zorgen. Ernst & Young Accountants LLP is al langer de controlerende accountantsorganisatie bij onder meer Brunel, Aegon, SIF, Basic-Fit en FlowTraders. Sinds de formele benoeming eerder dit jaar geldt dat ook voor ASMI, Eurocommercial Properties, Aalberts en Acomo. Volgens EY hoeft de overgang van onderneming niet tot problemen te leiden bij de jaarlijkse controle van haar beursgenoteerde cliënten.  

Nader overleg tussen beide partijen moet meer duidelijkheid bieden over aard en reikwijdte van de toezeggingen van EY. VEB-directeur Gerben Everts noemt dit een belangrijk gesprek. “EY geeft beperkte publieke ruchtbaarheid aan de herstructurering met een gerede kans op verminderde verhaalbaarheid voor schulden en claims, zoals inzake het Wirecard-dossier. Waarom niet is gekozen voor een overgang onder algemene titel, dus met het meenemen van schulden en claims naar de nieuwe entiteit, laat zich raden.”  

Wat Everts betreft had EY transparanter moeten zijn over de majeure juridische verhuizing. In Duitsland bijvoorbeeld heeft EY een vergelijkbare herstructurering opgezet. Navraag bij gedupeerde Wirecard-beleggers leerde dat deze herstructurering mede gericht is op het ontlopen van aansprakelijkheid in het Wirecard-dossier. 

De VEB vertrouwt erop dat ook de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA), in het kader van het terugwinnen van publiek vertrouwen in de accountantssector, hun verantwoordelijkheden jegens EY in deze zullen nemen.