De Nederlandse economie is behoorlijk schokbestendig. Huishoudens en bedrijven kunnen klappen beter opvangen dan vroeger en vooral bedrijven hebben hun schulden flink afgebouwd. De Risicorapportage Financiële Markten 2024 van het CPB schetst een beeld van een solide economie én van een paar donkere wolkjes.
In opdracht van de Tweede Kamer schrijft het Centraal Planbureau (CPB) elk jaar een risicorapportage financiële markten. Doel: de belangrijkste risico’s in het financiële stelsel in kaart brengen die kunnen doorwerken op de Nederlandse economie (en andersom). Daarnaast benoemt het rapport ook de risico’s die spelen in Europa en in de rest van de wereld, voor zover deze een effect kunnen hebben op de Nederlandse economie.
Recent is de editie 2024 van deze risicorapportage gepresenteerd. De algemene teneur is dat de Nederlandse economie behoorlijk schokbestendig is. “Huishoudens, bedrijven en financiële instellingen hebben de coronapandemie en energiecrisis goed doorstaan. In de nasleep van deze crises bleef de economie groeien en bleef de werkloosheid historisch laag.”
In het rapport worden 3 factoren genoemd die ervoor zorgen dat de economie redelijk goed draait:
1: Rentestijging goed opgevangen
De snelle stijging van de rente heeft tot dusver niet tot grote problemen geleid voor de Nederlandse financiële stabiliteit: “Vooralsnog heeft de rentestijging niet geleid tot grote kredietverliezen of grote afwaarderingen van activawaarden. Wel zijn vastrentende waarden, zoals reeds uitgegeven obligaties, in 2023 gedaald; ook huizenprijzen zijn kortstondig gedaald. Sinds 2024 stijgen deze activa weer in waarde.”
Ook de snelle stijging van de energieprijzen als gevolg van de oorlog in Oekraïne is door Nederlandse bedrijven en huishoudens goed opgevangen: “De Nederlandse economie staat er ondanks deze turbulente periode goed voor: de economie was aan het begin van 2024 ongeveer 6 procent groter dan in het vierde kwartaal van 2019 en de werkloosheid is nog steeds historisch laag. Verschillende factoren hebben hieraan bijgedragen. Zo heeft de overheid verschillende steunprogramma’s ingevoerd en is er fors ingezet op het uitbreiden van de LNG-markt (…) Huishoudens zijn minder energie gaan gebruiken en hebben grotere spaartegoeden opgebouwd (…) Bedrijven hebben onder meer energiebesparende maatregelen getroffen en (gedeeltelijk) gestegen kosten doorberekend aan klanten.”
2: De financiële positie van Nederland is gunstig
Hoewel de schulden van Nederlandse huishoudens en bedrijven in internationaal perspectief hoog blijven, zijn ze niet direct reden tot zorg. Huishoudens en bedrijven bezitten namelijk óók veel vermogen: “Bovendien is de schuldenpositie van huishoudens en bedrijven ten opzichte van het bbp substantieel gedaald sinds de financiële crisis en de eurocrisis, onder meer door de sterke stijging van inflatie en de afbouw van schulden(…) ook is de Nederlandse overheidsschuld ten opzichte van het bbp laag.”
Reden voor minister-president Dick Schoof en minister van Financiën Eelco Heinen om achterover te leunen is er echter niet, want het rapport waarschuwt: “Bij ongewijzigd beleid zal de komende jaren de overheidsschuld echter gestaag toenemen. Dit komt vooral door extra uitgaven op het terrein van gezondheidszorg, sociale zekerheid en defensie, die niet volledig worden gecompenseerd door lastenstijgingen of ombuigingen op andere terreinen. Deze voorziene stijging van de staatsschuld maakt Nederland in de toekomst minder weerbaar voor mogelijke toekomstige crises.”
Schulden van bedrijven zijn gedaald en winsten zijn gestegen
Gemiddelde schuldratio (schuld t.o.v. totale balans), alle sectoren, in procenten. Bron: Een analyse van Nederlandse bedrijfsschulden. CPB, juni 2024.
3: Er zijn geen aanwijzingen voor een loon-prijsspiraal
Volgens het rapport blijft de gevreesde loon-prijsspiraal voorlopig uit. Er is wel degelijk sprake van een stijging in de lonen, maar dat heeft vooral te maken met de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt: “Er lijkt geen sprake te zijn van een loon-prijsspiraal. Prijzen hebben vooral een effect gehad op lonen; hogere lonen zorgen maar in mindere mate voor een toename in prijzen.”
Donkere wolken
De geschetste situatie is echter allerminst een reden om genoegzaam achterover te gaan leunen. Het rapport beschrijft namelijk ook een aantal risico’s die de economie de komende jaren parten kunnen gaan spelen. Drie risico’s uit het rapport:
Risico 1: Geopolitieke spanningen
Nederland is economisch en financieel sterk verweven met het buitenland. Geopolitieke spanningen kunnen dus negatieve gevolgen hebben voor de Nederlandse economie. Denk daarbij aan een handelsoorlog tussen de Verenigde Staten (VS) en China, of aan oplopende spanningen tussen China en Taiwan. “Recente tariefverhogingen door de VS op elektrische auto’s uit China kunnen een handelsoorlog veroorzaken. Een handelsoorlog kan een dure schoksgewijze aanpassing van de economie veroorzaken die kan leiden tot meer faillissementen.”
Risico 2: Krimp
Alle geruststellende geluiden ten spijt: er is wel degelijk krimp. In de nasleep van de energiecrisis is de Nederlandse economie licht gekrompen, vooral door een afname in consumptie en van de export. In de export was er zelfs sprake van een jaar-op-jaar krimp van bijna 6 procent (maart 2024). Er is sprake van een lager producenten- en consumentenvertrouwen en van een daling van de industriële productie.
Er is daarnaast een daling zichtbaar bij de investeringen. Eind 2019 was er op dit gebied nog een groei te zien (jaar-op-jaar) van 8,7 procent, maar dit is inmiddels omgeslagen naar een krimp van 2,8 procent in februari 2024.
Risico 3: Tariefmuren en sancties
Naast handelsoorlogen, kunnen ook tariefmuren en economische sancties een negatief effect hebben op de economische groei in Nederland. Het CPB voert aan dat er nu al een duidelijke stijging is in het aantal sancties (denk daarbij aan in- of uitvoerbeperkingen voor bepaalde producten of voor bepaalde landen, of een verbod op financiering). “Hoewel de totale wereldhandel mogelijk weinig krimpt door verschuiving van handel naar derde landen, zullen hogere prijzen en productieverschuivingen de kosten voor bedrijven verhogen en hun winsten verlagen.”
CPB: “Kabinet moet keuzes maken”
Samenvattend: de Nederlandse economie bleek goed in staat om schokken en schokjes op te vangen. Maar dat is geen reden om de toekomst fluitend tegemoet te treden. Het rapport geeft, in bedekte termen, een boodschap mee aan de politiek: “Vanwege een aantal grote maatschappelijke uitdagingen zijn wel scherpe keuzes noodzakelijk om te zorgen dat de overheidsfinanciën houdbaar blijven. De verwachting is dat de Nederlandse overheidsschuld verder oploopt als er geen keuzes worden gemaakt. Sommige uitdagingen kunnen mogelijk ook een negatief effect hebben op de productiviteit als ze niet tijdig worden aangepakt. Dit geldt bijvoorbeeld voor onderwijs en de energietransitie.”
Beleggers wisten het al
Aan beleggers geeft het CPB de verwachting mee dat de rente weer gaat zakken en ook lang laag blijft: “Onze schattingen laten zien dat reële rentes op de (middel)lange termijn laag blijven. Volgens de schattingen wordt het laagste punt bereikt rond 2030 (-0,9%), waarna de rente weer toeneemt, tot net onder de nul procent in 2050. Op de (middel)lange termijn zullen reële rentes volgens ons model dus dalen naar een niveau vergelijkbaar met het niveau na de kredietcrisis.” *
Het rapport concludeert daarbij echter gortdroog dat dit vooruitzicht door Mr. Market allang was ingecalculeerd: “De AEX staat hoger dan ooit, net als veel andere aandelenbeurzen, wat toegeschreven wordt aan het idee dat beleggers een zachte landing van de economie verwachten en dat ze verwachten dat beleidsrentes gaan dalen.”
Het complete rapport is via deze link te downloaden
*Een voetnoot: uitspraken over rente-niveaus in de (verre) toekomst zijn natuurlijk een hachelijke zaak. Juist in de afgelopen tien jaar zijn er veel ‘zwarte zwanen’ voorbij gekomen die ervoor zorgden dat de wereldeconomie zich volstrekt anders ontwikkelde dan door veel economen was geraamd. Het CPB vermeldt bij het rente-scenario dan ook expliciet dat het hier gaat om modellen en aannames.