VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Weinig Nederlandse beleggers zullen Heckler & Koch kennen als beursfonds, maar de governanceperikelen zijn een voorbeeld van de rode vlaggen die een onderneming op dit vlak kan hebben. Een geschil over wie nu eigenlijk de zeggenschap heeft over meer dan de helft van het aandelenkapitaal zorgde ervoor dat de aandeelhoudersvergadering tussentijds moest worden beëindigd.

De orderportefeuille is niet het probleem bij Heckler & Koch AG, de Duitse wapenfabrikant. In een wereld met de nodige internationale conflicten is deze – na enkele zwakke jaren – inmiddels weer goed gevuld. De onderneming herhaalde deze maand de eerdere prognoses: 2024 wordt nog beter dan 2023. Naar verwachting zullen de orders dit jaar oplopen naar 285 miljoen euro en zal de omzet licht stijgen. Over 2023 realiseerde Heckler & Koch een winstmarge van bijna 10 procent.  

H&K AG
H&K (ticker: MLHK) is genoteerd aan Euronext Access Paris. De beurswaarde van 4 miljard euro is vergelijkbaar met een Nederlandse Midkapper. De handel is echter zeer beperkt: op de meeste dagen niet meer dan 100 stuks. Het verschil tussen de bied- en laatkoers (de spread) is doorgaans groot. Gelet op de gebrekkige governance, en de doorslaggevende stemmen van twee grootaandeelhouders dienen beleggers zich goed af te vragen of dit een belegging waard is. 


Slepend geschil 
Er is echter een slepend geschil over het eigendom van 15 miljoen aandelen dat de onderneming verlamt. Dit draait om het aandelenbezit van ondernemer Andreas Heeschen, een particuliere investeerder die 51 procent van de aandelen in de portefeuille heeft.  

Heeschen verkreeg zijn aandelen in 2002 toen (het destijds nog private) Heckler & Koch werd verkocht aan een groep particuliere investeerders. Heeschen werd daarbij meerderheidsaandeelhouder en bestuurder van het nieuw opgerichte overkoepelende bedrijf H&K Beteiligungs-GmbH. Met de komst van de nieuwe eigenaren werd de onderneming verdeeld in de divisies defensietechnologie/overheid en civiele wapendivisies. 

Om makkelijker kapitaal op te kunnen halen, werd H&K Beteiligungsgesellschaft in april 2014 omgevormd van een Duitse GmbH naar een niet-beursgenoteerde Aktiengesellschaft. Op 28 juli 2015 volgde de notering aan Euronext te Parijs. 

Verpanding 
De Luxemburgse financiële holding CDE (Compagnie de Développement de l’Eau), een vehikel van de Franse investeerdersfamilie Walewski, is sinds de beursgang aandeelhouder van Heckler & Koch. Daarnaast verstrekte zij de onderneming een lening. Ter zekerheid ontving zij daarvoor een pandrecht op de aandelen van Heeschen. In 2020 won CDE dit pandrecht uit en verkreeg – zo dacht zij – 60 procent van de aandelen in Heckler & Koch. Tegelijkertijd probeerde CDE Heeschen als bestuurder van het toneel bij Heckler & Koch te laten verdwijnen en een benoeming tot commissaris te blokkeren. CDE hield Heeschen eerder verantwoordelijk voor de slechte resultaten van de onderneming.  

Dit alles was tegen het zere been van Heeschen, die reageerde met juridische procedures. Daarin staat de vraag centraal of en wanneer de stemrechten van Heeschen zijn overgedragen aan CDE. In december 2023 veroordeelde het Gerechtshof Frankfurt Heeschen tot overdracht van meer dan 90 procent van zijn aandelen aan CDE. Maar Heeschen ging in cassatie. Daarmee is de kwestie van het eigendom van de 15 miljoen aandelen nog altijd niet definitief opgelost. 

Tussentijds beëindigd  
Die kwestie nekte de aandeelhoudersvergadering van 2 juli. Om ter vergadering rechtsgeldige besluiten te kunnen nemen, dient ten minste 50 procent van het aandelenkapitaal te zijn vertegenwoordigd (quorum). Maar Heeschen verscheen niet, waarop onduidelijk was of ten minste 50 procent van de aandelen was vertegenwoordigd. De voorzitter kon op de vergadering enkel concluderen dat onduidelijk was of deze wel besluiten kon nemen, waarna de bijeenkomst twee uur na het begin weer werd beëindigd. De jaarrekening kon niet worden vastgesteld, noch een dividendbesluit. Vragen van kritische aandeelhouders, waaronder vredesactivisten die een productiebeperking bepleiten, bleven onbesproken. 

Volgens het Duitse Aktienrecht dient binnen drie maanden een nieuwe aandeelhoudersvergadering bijeen te worden geroepen, waarop dan zonder een verplichte meerderheid besluiten kunnen worden genomen.  

Schadelijk signaal 
Het jaarverslag 2023 maakt melding van de lopende juridische procedures. De advocaat van Heeschen legde uit dat naar zijn mening Heeschen nog altijd eigenaar van het omstreden aandelenpakket is. CDE spreekt echter schande over het gedrag van Heeschen: “Er gaat een schadelijk signaaleffect van uit, dat onzekerheid kan veroorzaken bij klanten en medewerkers.” Tegen de achtergrond van de opwaartse ontwikkeling en groeimogelijkheden van Heckler & Koch, zou Heeschen de zaak kunnen rekken en steeds harder kunnen vechten voor zijn aandelenpakket. Het bedrijf wordt namelijk steeds meer waard. 

Heckler & Koch wacht een grote order van de Duitse Bundeswehr voor het nieuwe G95-aanvalsgeweer, gebaseerd op de HK416. Het zou om bijna 120.000 stuks gaan. Heckler & Koch kocht daarvoor al de ruwe materialen in, terwijl de order nog niet is geplaatst. Naar eigen zeggen wil het bedrijf rond de jaarwisseling starten met de serieproductie van dit wapen. De perikelen over de aandelen van Heeschen ontnamen de aandeelhouders de mogelijkheid hierover van gedachten te wisselen. 

 

Machinefabriek

Heckler & Koch werd in 1949 in Oberndorf am Neckar (Baden-Württemberg) opgericht als machinefabriek door voormalige medewerkers van Mauser en produceerde onderdelen voor onder meer naaimachines. Mauser (opgericht in 1811 als Königlich Württembergische Gewehrfabrik) was een wapenfabriek die na de Tweede Wereldoorlog door de Fransen werd ontmanteld. Met de toetreding van Duitsland tot de NAVO in 1955, mocht de Duitse industrie weer wapens produceren. Vanaf dat moment werd de productie van pistolen en geweren door Heckler & Koch weer opgestart.

Politieke controle 
Heckler & Koch is momenteel de belangrijkste Duitse fabrikant van handvuurwapens en infanteriewapens en behoort tot de vijf grootste fabrikanten van pistolen en geweren ter wereld. De onderneming levert onder meer aan de legers van de meeste NAVO-landen, tal van politiekorpsen en andere veiligheidsdiensten. Het bedrijf heeft vestigingen in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. De beursgenoteerde holding is nog altijd gevestigd te Oberndorf. 

De beperking van het verdienmodel van wapenproducenten zit hem in een strikte politieke controle. Een uitvoerig samenstel van wettelijke regelingen (onder andere de Kriegswaffenkontrollgesetz) draagt zorg voor de bescherming van in Duitsland ontwikkelde technologie en van Duitse politieke belangen. Naast diverse Duitse economische en militaire uitvoeringsregelingen, bepalen ook Europese richtlijnen, Europese embargo’s en ad-hocbesluiten of en welk materieel naar welk land mag worden uitgevoerd. Er is voor iedere opdracht een exportvergunning vereist. Het Duitse ministerie van Economische Zaken en de Bundessicherheitsrat hebben daar een doorslaggevende stem in. Ondanks strikte politieke controle, ging het in het verleden nog weleens mis – mede door de gelicentieerde productie. Zo veroordeelde de rechtbank in Stuttgart de onderneming en (voormalige) werknemers in februari 2019 voor het illegaal leveren van wapens aan Mexico. 

 


VEB-lidmaatschap
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap