In het afgelopen jaar exporteerde de Duitse defensie-industrie voor 12,2 miljard euro aan materieel, een stijging van 40 procent ten opzichte van 2022. Dit biedt beleggers kansen, maar de overheid heeft een flinke vinger in de pap.
Het exportrecord is het wrange gevolg van de geopolitieke spanningen. Het Duitse ministerie van Economische Zaken verleende in 2023 voor ruim 10,8 miljard euro aan exportvergunningen naar NAVO-leden en gerelateerde landen. Het resterende deel ging naar derde landen, met Oekraïne als grootafnemer.
Strikte controle
Dat de Duitse defensie-industrie booming is, blijkt duidelijk uit de koers van een bedrijf als Rheinmetall. Beleggers dienen wel rekening te houden met een strikte politieke controle. Een uitvoerig samenstel van wettelijke regelingen draagt zorg voor de bescherming van in Duitsland ontwikkelde technologie en Duitse politieke belangen. Allereerst beperkt de grondwet de (actieve en passieve) deelname aan militaire geschillen. Daaronder valt ook de levering van defensiematerieel. Naast diverse Duitse economische en militaire uitvoeringsregelingen, bepalen ook Europese richtlijnen, embargo’s en ad-hocbesluiten of en welk materieel naar welk land mag worden uitgevoerd.
Omgekeerde bewijslast
De Duitse exportcontrole ziet toe op vier categorieën van goederen: civiel materieel (veelal hoogwaardige technologie), dual-use materieel (met zowel een civiel als militair karakter), defensief materieel en offensief materieel. De laatste categorie valt onder het verscherpte toezicht van het Duitse Kriegswaffenkontrollgesetz. Uitgangspunt van de wet is dat export in principe niet is toegestaan, tenzij bijzondere gronden aanwezig zijn. De bewijslast wordt daarmee omgekeerd: een producent moet die redenen uitvoerig motiveren. Daarbij telt met name de uitzonderlijke politieke en militaire situatie van de koper.
Het zijn hoofdzakelijk staten die defensiematerieel aankopen en bepalen op welke wijze dat wordt ingezet: defensief of offensief. Hoewel private partijen op deze markt een uitzondering zijn, vinden grote hoeveelheden wapens toch hun weg naar niet-beoogde derden met minder goede bedoelingen. Onderdeel van het Duitse exportbeleid is dan ook het tegengaan van een grijze of zwarte markt voor defensiematerieel en het voorkomen dat gepatenteerde hoogtechnologische systemen in handen van concurrenten komen.
De bondsregering van Olaf Scholz betrekt bij het verlenen van exportvergunningen naar eigen zeggen ook maatschappelijke aspecten, zoals de eerbiediging van de democratie en mensenrechten door beoogde kopers. Dat leidt tot toenemende discussie en kritiek op het verlenen van exportvergunningen naar staten in conflictgebieden. De defensie-industrie is dus sterk afhankelijk van de aard van het conflict in het land van bestemming en het politieke klimaat in Duitsland. Het trauma van de Tweede Wereldoorlog en de bijzondere geografische en politieke positie van Duitsland in het midden van Europa versterken die terughoudendheid om tot levering van defensiematerieel over te gaan.
Verwevenheid
De Duitse defensie-industrie is goed voor ruim 135.000 directe arbeidsplaatsen. Circa 90 procent van de bedrijven investeert in onderzoek en ontwikkeling van nieuwe producten die naast de militaire industrie ook hun weg vinden in de civiele industrie.
Vanwege het hoogtechnologische karakter van de productie, zijn veel defensiebedrijven nauw verweven; ze leveren halffabricaten en onderdelen aan elkaar.
Politieke wil en willekeur
Met de huidige geopolitieke ontwikkelingen is defensie een groeimarkt. De hogere investeringen van afnemers binnen en buiten de NAVO moedigen de industrie aan tot uitbreiding van haar productiecapaciteit.
Duitse spelers zijn zeker bereid om uit te breiden, maar dat vergt tijd en geld. De sector vraagt daarom om afnamegaranties. Na dertig jaar bewuste (en pacifistisch gedreven) krimp, zal geen enkele producent bedragen van 100 miljoen euro en meer willen investeren in nieuwe productielijnen zonder toezeggingen over de afzet.
Beleggen in de defensiesector betekent veelal een investering in grote technologieconcerns. De Duitse industrie vaart wel bij versteviging van de NAVO en de export naar derde landen in conflictsituaties. Maar de beperkingen liggen bij de politiek. Die bepaalt veelal willekeurig het ontstaan en de omvang van militaire conflicten en de gewenste oplossingen. Dat is geen solide basis voor een beleggingsbeslissing, nog afgezien van eventuele ethische bezwaren.
De grootste spelers |
Airbus Van de omzet van ruim 65 miljard euro in 2023 kon circa een kwart worden toegeschreven aan de productie van defensiematerieel. Airbus produceert in Duitsland helikopters, geleide raketten, tankvliegtuigen en defensie-elektronica. |
VEB-lidmaatschap |
---|
Nog geen VEB-account? |
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken. |
|
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap |