Op 8 maart, exact honderd jaar na de oprichting, kreeg de VEB in goed gezelschap van haar leden en gasten niet alleen een mooi inhoudelijk programma geserveerd, maar als kers op de taart ook het predicaat ‘Koninklijk’.
Deze uitreiking toont dat we worden gezien en maatschappelijk gewaardeerd. Het geeft rugwind naar de toekomst. We zullen hard nodig blijven, want de toekomst heeft nu eenmaal vaak de neiging de historie te evenaren, dan wel te overtreffen.
Ook honderd jaar geleden was er een wrede heerser in Rusland. Hij weigerde zijn schuld aan buitenlandse obligatiehouders terug te betalen. Onze directe oosterbuur was destijds gefrustreerd door een verloren oorlog en wenste de schulden in monopoliegeld af te betalen. Die buurman is inmiddels een gewaardeerd familielid. Gelukkig. Maar u zult het herkennen: op geopolitiek vlak was de situatie in 1924 verre van stabiel en inflatie bleek ook destijds moeilijk te beteugelen.
Een grote, wereldwijde maatschappelijke uitdaging vormt het behoud van het draagvlak voor het democratisch kapitalisme. Democratie kun je vrij eenvoudig van binnenuit vernietigen. Zo leert Rusland ons, en ook in de VS is het behoud van de democratie zeer onzeker. Vertaald naar ons speelveld, de aandeelhoudersdemocratie, zien we de beperking van stemrecht op aandelen als grote zorg. Wij weten allemaal wat er met bestuurders en grootaandeelhouders gebeurt als ze niet meer democratisch kunnen worden gecorrigeerd. Het worden autocraten, waarbij de onderneming als privébezit wordt gezien en de speelbal wordt van de grillen van één of enkele personen. We kunnen corporate governance, interne controle, diversiteit in de besluitvorming, verbinding, transparantie en verantwoord ondernemen dan rustig uitzwaaien.
Vestigingsklimaat
De politieke en maatschappelijke waardering voor het ondernemerschap, voor bedrijven en beleggers, is al evenzeer een punt van zorg. De discussie over ons vestigingsklimaat is terecht en hard nodig. De overheid is nodig om mensen en bedrijfstakken die het financieel moeilijk hebben, inkomenszekerheid te geven. Dat is belangrijk. De mix van onzekerheid, rancune en polarisatie is nooit een goede basis voor een samenleving. Tegelijkertijd moet de overheid voor bedrijven de ideale randvoorwaarden scheppen om vanuit Nederland optimaal de internationale concurrentie aan te kunnen.
Regeren is daarmee meer dan een boekhoudkundige en budgetneutrale herverdelingsoperatie. Dat besef moet in het kabinet en de Tweede Kamer neerdalen. Belangrijke randvoorwaarden voor het effectief functioneren van onze economie en financiële markten zijn de laatste tijd instabiel geworden. Als we erin slagen het fundament te herstellen – en daar zet de VEB zich dagelijks voor in – dan heeft Nederland een fantastisch en veelbelovend ecosysteem van en voor beursgenoteerde bedrijven.
Ondanks alle risico’s en onzekerheden blijft beleggen in Nederland gelukkig enorm populair. Er is een grote maatschappelijke noodzaak om het spaargeld aan het werk te zetten en naar beleggingen te verschuiven. Beleggen rendeert nu eenmaal, waar sparen dat niet of te weinig doet. Het maakt de economie sterker en stabieler. Het voorkomt dat banken in een crisis moeten worden gered. Beleggers zijn veel beter in staat hun broek op te houden dan een bank dat ooit kan.
En als het fout gaat, is het niet het einde van het verhaal. In honderd jaar tijd heeft de VEB in totaal al 300 duizend gedupeerde beleggers kunnen compenseren voor schade en is meer dan 2 miljard euro aan vergoeding aan onze trouwe achterban uitbetaald. We zijn in dit verband echt uniek in Nederland en in Europa, en kunnen trots terugkijken op honderd jaar historie.
Gerben Everts is directeur van de VEB