VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Jerome Powell en zijn collega’s in het rentecomité van de Fed leken in december wanhopig op zoek om een overtuigende indruk te maken. De Amerikaanse centrale bank besloot de rente verder op te krikken met 50 basispunten, naar de bandbreedte 4,25 tot 4,5 procent. De markt geloof er echter niet in dat de Fed zo hard blijft optreden.

Powell zei tijdens de persconferentie nadrukkelijk dat er nog meer renteverhogingen aan komen. Dat bleek ook duidelijk uit de dot plot, de puntenwolk die weergeeft waar elk lidvan het comité de rente ziet uitkomen in 2023 en daarna. De monetaire ridders in de Fed zien de beleidsrente volgend jaar pieken op 5,1 procent (binnen de bandbreedte 5 tot 5,25 procent). Dat is een half procentpunt hoger dan wat ze in september hadden verwacht.   

Toch reageerden de financiële markten daar nauwelijks op. Sterker nog, die prijzen renteverlágingen in voor 2023! Eind dat jaar komt de Fed-rente uit op ongeveer 4,25 procent, aldus de markt.  

Amerikaanse consumenten verwachten daarnaast dat de geldontwaarding iets meer dan 3 procent zal bedragen in 2025. De Fed daarentegen verwacht dat de inflatie tegen die tijd zo’n vol procentpunt lager zal zijn.   

Geen geloof 
Zowel de financiële markten als consumenten hebben dus weinig geloof in de Fed. Zij gaan er vanuit dat de centrale bank minder hard zal optreden en dat de inflatie hoger blijft. Mijn analyse is dat zeker de financiële markten door de stoere taal van de Fed heen prikken. De bank kan niet anders dan zich een beetje stoer voordoen, simpelweg omdat de inflatie nog steeds zeer hoog is.   

Maar echt van harte is die stoerdoenerij niet. Om te beginnen vond ik Powell tijdens de persconferentie minder zelfverzekerd overkomen dan in de voorgaande edities. Dat hij zei dat de Fed “aanzienlijk meer bewijs nodig heeft” dat de inflatie zal dalen, roept de vraag op: wat kon hij anders zeggen? De reputatie van Powell als inflatiebestrijder is al niet sterk. Als hij, na een paar maanden van daling van het inflatiecijfer, de renteverhogingen al zou opbergen, dan was hij door velen als soft aangemerkt. En terecht.  

Krapper 
Powell zei ook dat de economie de effecten van renteverhogingen van eerder dit jaar nog moet voelen. De economische zwakte van de afgelopen maanden heeft andere oorzaken; het remmende effect van de Fed-acties moet nog komen. “We hebben nog niet het niveau bereikt dat voldoende verkrappend is”, aldus Powell.  

Dat betekent dus wél dat de huidige rentestand volgens de Fed onder het kopje ‘krap beleid’ valt, alleen niet verkrappend genoeg. Dat is een belangrijke constatering. Het geeft namelijk aan dat nog een paar renteverhogingen nodig zijn, maar dat het beleid dan wel effect gaat sorteren. En dat moet dan voldoende zijn om de inflatie terug in het hok te krijgen, richting de doelstelling van 2 procent 

Een renteverhoging van 50 basispunten in februari en eentje op 22 maart kunnen de laatste zijn in deze cyclus van renteverhogingen in de VS. Met lage economische groei, recessiegevaar en een sterke daling van de inflatie in het vooruitzicht, zouden renteverlagingen richting het einde van 2023 niet eens verbazen!  

Geen draai 
In de eurozone trok de ECB in december de rente ook met 50 basispunten op, naar 2 procent. Hoewel het een kleinere stap is dan de 75 basispunten van de vorige twee verhogingen, moeten we dit volgens ECB-president Christine Lagarde niet zien als het begin van een draai. 

De bank lijkt ervan doordrongen te zijn dat de inflatie in de eurozone structureel en hardnekkig is en dat, als de bank niet meer doet, de geldontwaarding veel te hoog zal blijven. De ramingen van de ECB-economen voor de inflatie tot en met 2025 fungeren daarbij als een soort alarm. Na ruim 6 procent geldontwaarding volgend jaar, zal de inflatie volgens de ECB in 2024 gemiddeld 3,4 procent en in 2025 nog 2,3 procent bedragen.  

Vertraging 
Uit de onlangs gepubliceerde resultaten van een enquête onder de inwoners van de eurozone, uitgevoerd door de ECB, bleek dat de Europeanen gemiddeld genomen verwachten dat de inflatie 3 procent zal bedragen in 2025. Wanneer de bank niet genoeg doet om dat te voorkomen, dan dreigt ook de geloofwaardigheid van de ECB toch al gehavend verder af te kalven.  

De rente die de centrale bank vaststelt zou hoger moeten zijn dan de (verwachte) inflatie om de economie echt af te remmen en inflatie succesvol te bestrijden. Zoals gezegd verwacht de ECB in 2024 en 2025 een geldontwaarding van respectievelijk 3,4 en 2,3 procent. Aangezien monetair beleid met een vertraging effect sorteert op inflatie gemiddeld van zeker één jaar moet de ECB-rente in 2023 richting 3,5 procent worden opgekrikt 

De ECB pakt de inflatie overigens niet alleen met renteverhogingen aan, de bank gaat vanaf het eerste kwartaal van 2023 ook de berg van opgekochte staats- en bedrijfsobligaties reduceren.  

Pijn nemen 
Het ziet ernaar uit dat de haviken binnen de ECB – de bestuurders die de inflatie hard willen aanpakken voorlopig het beleid bepalen. Dat is te verwelkomen door ons allen, zowel consumenten als beleggers. Beleggen is gericht op de middellange en lange termijn; nu optreden om inflatie in de toekomst in te dammen, is veel beter voor beleggers dan een inflatie die uit de hand loopt. Ook al doet dat nu wat pijn. 

Dat de ECB in 2023 zo havikachtig zal blijven, staat echter niet vast. Andere centrale banken zijn al bezig met voorsorteren op het stoppen met het verhogen van de rente. Een periode van lage groei is op komst, en mogelijk zelfs een recessie. Rentestijgingen zijn dan extra pijnlijk, dus centrale banken zullen hier voorzichtig mee omspringen. 

De ECB is wel veel later begonnen met renteverhogingen dan bijvoorbeeld de Fed, dus waarschijnlijk zal de bank daarmee ook langer doorgaan. Het bestuur vergadert begin februari, medio maart, begin mei en medio juni in Frankfurt: het is goed mogelijk dat in die bijeenkomsten de rente verder wordt verhoogd. Dat zou in ieder geval verstandig zijn. 

Edin Mujagic is macro-econoom, gespecialiseerd in het beleid van de centrale banken, en hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer.