VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Zeven jaar procederen eindigde in een klinkende overwinning. Tienduizenden Nederlandse spaarders ontvingen hun jarenlang te veel betaalde vermogensbelasting terug. Jurgen de Vries, voorzitter van de Bond voor Belastingbetalers, stond aan de basis van het succes. Zijn strijd is nog niet voorbij.

Ook Jurgen de Vries was verrast door de uitspraak van de Hoge Raad over Box 3-belasting vlak voor kerst vorig jaar. De hoogste rechters van Nederland oordeelden in dat zogenoemde Kerstarrest dat zo’n 60.000 spaarders te veel betaalde belasting over een periode van vier jaar moesten terugkrijgen. De voortekenen waren gunstig, maar na zeven jaar procederen had De Vries geleerd dat tegenslagen aannemelijker zijn dan succes in dit dossier.

Als voorzitter van de Bond voor Belastingbetalers startte hij in 2014 namens tienduizenden spaarders juridische procedures om duidelijk te maken dat het onrechtmatig is om mensen aan te slaan voor spaaropbrengsten die ze niet ontvangen hebben. “Binnen een paar maanden stonden we met zes-nul achter. In zes rechtszaken kregen we steeds te horen dat het niet aannemelijk was dat de overheid over de schreef was gegaan. Pas in hoger beroep is de zaak gaan kantelen.”


Jurgen de vries: 'Binnen een paar maanden stonden we met zes-nul achter.'

Burgers
De Vries verdeelt zijn tijd tussen de Bond voor Belastingbetalers en een lobbykantoor waar hij partner is. De Bond, afhankelijk van donaties, richtte hij op uit verbazing over het feit dat er zo weinig partijen opkomen voor de fiscale belangen van de burger: “Veel partijen komen op voor de belangen van werkgevers en ondernemers. Voor hen is de fiscaliteit een belangrijk onderwerp en zij laten zich daarin bijstaan door specialisten. Voor burgers is er helemaal niemand.”

Is daar dan behoefte aan? De Vries vindt van wel. “Als je moet betalen, dient ook duidelijk te zijn waarvoor je betaalt. Inmiddels moeten zelfs ervaren en deskundige fiscalisten toegeven dat ze de Nederlandse fiscaliteit niet helemaal begrijpen.”

Diefstal
De Vries kwam het Box 3-dossier op het spoor na een toevallige ontmoeting met een ambtenaar die meeschreef aan een rapport over belastingen. Daarin werd de vermogensbelasting in een apart hoofdstuk behandeld. “Dat hoofdstuk had als werktitel Diefstal. Die titel heeft het eindrapport niet gehaald.”

Enig onderzoek leerde dat de Tweede Kamer al diverse keren aan de minister van Financiën had gevraagd om iets te doen aan de wet die spaarders een bepaald rendement toedicht, dat in praktijk onmogelijk te halen is vanwege de extreem lage spaarrente. “In al mijn naïviteit dacht ik: als de Tweede Kamer er een motie over aanneemt, dan gaat er wat veranderen. Er zijn veel moties over aangenomen, maar er veranderde helemaal niets.”

De Vries sloeg de handen ineen met fiscalist Cor Overduin. “Hij is de grote denker en doener achter de Box 3-procedure”, zo wil hij graag benadrukken.

Rendement
Samen incasseerden ze tegenslag op tegenslag voordat een uitspraak eindelijk in het voordeel van spaarders uitviel. “In hoger beroep bleek de rechter ontvankelijk om vermogensbelasting niet alleen vanuit theoretisch-juridisch perspectief te bezien, maar gewoon te kijken wat het daadwerkelijk gerealiseerd nominaal rendement was.” Uiteindelijk bekrachtigde de Hoge Raad die visie en gebood tot “een soort voorwaardelijk rechtsherstel”. De Vries: “Die zaak draaide om de betaalde vermogensrendementsheffing over de jaren 2013 tot en met 2016. De Hoge Raad zei dat de wetgever rechtsherstel moest bieden als blijkt dat het nominale rendement van 1,2 procent waarvan de fiscus uitging, niet te halen was. De wetgever keek ernaar en vond een manier waarop een dergelijke rente toch gehaald kon worden. Via een deposito bij een Turkse bank, als ik me goed herinner. Rechtsherstel is dus niet nodig, concludeerde men.”

De slag was daarmee verloren, maar de strijd niet. “De uitspraak van de rechter over die eerdere periode plus het feit dat het kabinet veranderingen in de Box 3-belasting pas voor 2025 op de agenda had, zijn belangrijke factoren geweest richting Kerstarrest.”

Binnen zes maanden na de uitspraak van de Hoge Raad betaalde de Belastingdienst 4 miljard euro aan te veel ontvangen geld terug aan tienduizenden burgers die hun vermogen voornamelijk op een spaarrekening hadden staan en bezwaar hadden gemaakt tegen de opgelegde aanslag.

Openbreken
Inmiddels is de Bond voor Belastingbetalers een nieuwe procedure gestart om ook niet-bezwaarmakers te compenseren. De verwachtingen zijn bescheiden. “Het gaat om aanslagen die al definitief zijn vastgesteld en dan moet je van goeden huize komen om dat weer te kunnen openbreken.”

Voor beleggers is een andere procedure van meer belang. Daarin wordt de rechter gevraagd om zich uit te spreken over de vraag of rechtsherstel ook mogelijk is voor mensen die naast spaargeld ook belegd vermogen hebben. De Vries is niet rechtstreeks betrokken bij die zaak, maar volgt deze wel.

“De Hoge Raad heeft in het Kerstarrest geoordeeld dat je alleen daadwerkelijk behaald rendement mag belasten. Is er alleen spaarvermogen, dan is rechtsherstel gemakkelijk in uitvoering, omdat de rendementen op spaartegoeden eenduidig in de belastingaangifte vermeld staan.”

“Kijk je naar belegd vermogen, dan is de situatie zeer divers. Het kan om obligaties gaan, vastgoed, aandelen en veel meer. Probeer dan maar eens vast te stellen of die mensen daadwerkelijk het rendement hebben kunnen halen.”

Zou De Vries het logisch vinden als ook beleggers met spaargeld compensatie ontvangen? “Ik ben er niet om belastingverlaging te bepleiten. Rechtsbescherming is wat me drijft. Je hebt in Nederland als belastingplichtige allerlei verantwoordelijkheden. Je moet bijdragen, dat moet je eerlijk doen, je moet de wet kennen, tijdig betalen. Maar je hebt ook allerlei rechten. Die rechten, daar wordt nog weleens een loopje mee genomen. Box 3 is slechts een klein voorbeeldje. Kinderspel in vergelijking met mensen die bijvoorbeeld zijn getroffen door de kinderopvangtoeslagaffaire.”

Efficiëntie in uitvoering mag niet allesbepalend zijn, alsdus De Vries: “Ik snap dat uitvoering belangrijk is bij belastingheffing. Makkelijk voor de Belastingdienst en de wetgever. Maar aan dat gemak zitten grenzen. Mensen te veel belasting laten betalen, kan niet. Niet in een rechtsstaat.”

Bezwaar maken
Vragen genoeg voorlopig, maar actie hoeven belastingplichtigen niet te ondernemen. Over spaargeld wordt de komende jaren geen belasting betaald, terwijl de uitspraken van de nu lopende procedures voor iedereen zullen gelden – bezwaarmakers of niet. “Als er een onherroepelijke uitspraak ligt, komen belastingplichtigen automatisch in aanmerking voor rechtsherstel. Ze hoeven ook niet bij iedere regel in hun belastingaangifte te zetten: ik maak hier bezwaar tegen. Dat is sowieso niet zinnig, tenzij je bereid bent zelf te gaan procederen.”

Beleggers zullen wel rekening moeten houden met een hogere aanslag in de toekomst, denkt De Vries. “Dat is de rare Haagse realiteit. De belastingverlaging voor de een is een belastingverhoging voor de ander. Beleggers gaan echt wel meer betalen.”