Het was euforie troef op de beurs na het Amerikaanse inflatierapport over de maand oktober. Het lag al in de lijn der verwachting dat de prijzen in de westerse wereld minder hard zouden gaan stijgen en nu zien we deze ontwikkeling zich inderdaad voltrekken. De inflatievloed die sinds de zomer van 2021 de wereld overspoeld heeft, lijkt langzaam te veranderen in inflatie-eb.
Zoals zo vaak is een ommekeer eerst merkbaar in de Verenigde Staten. Cijfers voor de maand oktober lieten onlangs zien dat de inflatie met 7,7 procent (op jaarbasis) niet alleen alweer lager was dan in de maand ervoor, maar ook lager dan waar de markt op rekende. Het feest dat na de aankondiging losbarstte op de financiële markten, was dan ook zeer te begrijpen.
Plateau bereikt
Als econoom kijk je natuurlijk ook naar zo’n cijfer, maar we wachten met juichen totdat er gelegenheid is alle facetten tot in detail te kunnen bekijken. Het is vergelijkbaar met een voetballer die een doelpunt gemaakt heeft, maar tegenwoordig niet meteen een gat in de lucht springt. Hij wacht eerst op wat de altijd onvoorspelbare VAR zal aangeven. Zo is het ook met de inflatie.
Na een blik onder de motorkap van de inflatie konden ook economen wel degelijk opgewekt zijn. De kerninflatie, het cijfer exclusief energie- en voedselprijzen, ging namelijk ook omlaag; iets dat de afgelopen maanden niet het geval was. Allerlei alternatieve indicatoren voor de onderliggende inflatie-ontwikkelingen duiden er ook op dat we waarschijnlijk over het hoogtepunt heen zijn.
In de eurozone is het nog niet zo ver, maar het nieuws uit de VS zorgde desalniettemin ook hier voor feestvreugde. Dat is niet vreemd. Doorgaans lopen de ontwikkelingen in Amerika namelijk voorop en hobbelt het eurogebied erachteraan.
Veel te vroeg
Het is waar dat de inflatie in de VS gepiekt lijkt te hebben. Maar als ik de geluiden vanuit de Fed van de afgelopen maanden opnieuw afspeel, dan denk ik dat het voor de bank veel en veel te vroeg is om “brand meester” te roepen. Er zijn twee belangrijke zaken waar we in dat opzicht rekening mee moeten houden.
In de eerste plaats verwachten de markten nog steeds dat de Fed de officiële rente verder zal opkrikken. Daar zal de centrale bank gebruik van willen maken. Pas als de geldontwaarding nog enkele maanden blijft zakken en er een 5 voor de komma komt te staan, dan ziet de wereld er anders uit.
Geloofwaardigheid repareren
In de tweede plaats, en in het verlengde daarvan, krijgt de Fed nu een prachtige kans om de deuk in de eigen geloofwaardigheid te repareren. Hoe? Door als centrale bank, ook nu de inflatie daalt en de markten verwachten dat het rentewapen binnenkort weer de opbergkast in gaat, toch stoïcijns de rente te blijven verhogen. Júist nu, om aan de markten te laten zien dat de woorden over het optreden tegen te hoge inflatie bloedserieus waren.
Tenslotte zit de Fed er toch nog steeds mee dat zij volgens velen te laat is begonnen met renteverhogingen. De bank zal er zeker niet van beschuldigd willen worden dat die verhogingen daarna ook te vroeg weer zijn teruggedraaid.
Tijdelijke teleurstelling
Medio december, wanneer het rentecomité van de Fed weer bij elkaar komt, zal het feest op de financiële markten tijdelijk plaats moeten maken voor teleurstelling. Het zit er dik in dat de bank dan niet alleen de rente verder verhoogt, maar ook laat merken dat enkele maanden van dalende inflatie nog lang niet voldoende zijn om het monetaire beleid weer helemaal de andere richting uit te laten gaan.
Edin Mujagic is macro-econoom, gespecialiseerd in het beleid van de centrale banken, en hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer.
Een uitgebreide versie van de analyse van Mujagic kunt u lezen in Effect nr. 12. Deze verschijnt rond 6 december 2022.