Een buitenlandse partij biedt 25 procent van de nominale waarde voor de onteigende SNS-obligaties. Diverse banken hebben dit aanbod zonder waarschuwing of nadere duiding aan hun cliënten doorgestuurd. De VEB waarschuwt onteigende SNS-obligatiehouders om kritisch te zijn op dit bod. De Ondernemingskamer heeft immers een hogere waarde vastgesteld dan de geboden 25 procent.
In 2013 nationaliseerde minister van Financiën Dijsselbloem SNS Reaal. Een unicum; nooit eerder werd een Nederlandse beursvennootschap genationaliseerd. Vanaf 2013 is al geprocedeerd over de waarde van de onteigende SNS-effecten. Met de beschikking van de Ondernemingskamer van 11 februari 2021 kwam de eerste duidelijkheid over de waarde per aandeel: 0,0 eurocent.
Er is wel een vergoeding vastgesteld voor (achtergestelde) obligaties en andere effecten van in totaal ruim 804 miljoen euro. Omdat de Staat cassatie bij de Hoge Raad heeft ingesteld, heeft de betaling aan de onteigende beleggers nog niet plaatsgevonden.
Via VEB-leden bereikten ons berichten over een buitenlandse partij die nu 25 procent van de nominale waarde van de onteigende SNS-obligaties biedt. De Ondernemingskamer heeft echter in haar beschikking van 11 februari 2021 een aanmerkelijk hogere waarde dan die 25 procent per onteigende obligatie vastgesteld. “ [D]e aan de rechthebbenden toekomende schadeloosstelling ter zake van de onteigende effecten” verschilt per soort obligatie zo blijkt uit de beschikking.
Bovendien komt boven op deze waarde nog de wettelijke rente vanaf 1 februari 2013 tot het moment van uitbetaling.
Stand van zaken
De minister is in cassatie gegaan bij de Hoge Raad tegen de beschikking van de Ondernemingskamer. Deze zomer werd duidelijk dat de Advocaat-Generaal aan de Hoge Raad adviseert het oordeel van de Ondernemingskamer in stand te laten. In de meeste gevallen neemt de Hoge Raad het advies van de advocaat-generaal over.
Het arrest van de Hoge Raad staat op de rol van 27 januari 2023.
Als de Hoge Raad inderdaad de beschikking van de Ondernemingskamer in stand laat, zal binnen 4 weken uitbetaling aan de onteigende obligatiehouders volgen. Als de Hoge Raad toch besluit de beschikking van de Ondernemingskamer te vernietigen zal de uitbetaling mogelijk nog enkele jaren duren.
Aanbod onbekende buitenlandse partij
De buitenlandse partij die een bod doet van 25 procent op de onteigende obligaties is onbekend en heeft geen track record in de financiële wereld. De VEB is zeer kritisch op de banken en brokers die dit aanbod zonder nadere toelichting hebben doorgestuurd aan hun cliënten.
De obligatiehouders moeten als onderdeel van de transactie ook afstand doen van hun vorderingen op de Nederlandse Staat.
De buitenlandse partij doet overigens geen bod op de onteigende SNS-aandelen. Eerder werd duidelijk dat de waarde daarvan 0 euro is.
Zorgvuldige overweging vereist
De VEB raadt onteigende obligatiehouders aan goed te kijken naar de waarde die de Ondernemingskamer in haar oordeel van 11 februari 2021 aan de betreffende obligaties heeft toegekend. Dit bedrag dient vermeerderd te worden met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2013 tot het moment van uitbetaling. Dit zal aanmerkelijk hoger zijn dan de 25 procent die de buitenlandse partij nu aanbiedt. Binnen deze kaders kunt u zelf besluiten of u uw obligaties al of niet aanbiedt.