Na jarenlang onderzoek uiten onderzoekers in een lijvig rapport forse kritiek op de bestuurders en commissarissen van SNS Reaal in de periode voor nationalisatie op 1 februari 2013. Op het eerste gezicht ziet de VEB voldoende aanknopingspunten om aan te tonen dat sprake is van wanbeleid door bestuurders. De vereniging beraadt zich op eventuele vervolgstappen ter genoegdoening van gedupeerde effectenbezitters.
In het op 27 juli 2021 verschenen enquêterapport over SNS uiten de drie door de Ondernemingskamer benoemde onderzoekers forse kritiek op bestuurders en commissarissen van SNS. De onderzoekers zijn zeer kritisch op de gang van zaken rond de overname en integratie van Property Finance. "Onderzoekers twijfelen er niet aan dat, als Property Finance indertijd niet gekocht zou zijn, het niet tot nationalisatie gekomen zou zijn."
Onderzoekers sluiten niet uit dat, als alles bij Property Finance op orde was geweest, SNS Reaal c.s., evenals andere financiële instellingen, ook in de problemen zou kunnen zijn gekomen. Wel geven ze aan dat de problemen in dat geval wellicht minder groot geweest zouden zijn en het dus niet tot nationalisatie zou zijn gekomen.
Andere pijnpunten zijn wat onderzoekers betreft "de gebreken die bleken te kleven aan de interne controle en het beheersingsniveau bij Property Finance die tot verliezen hebben geleid; de welwillendheid bij Property Finance om kredieten te (blijven) verlenen aan financieel zwakke relaties, vaak in combinatie met hoge bevoorschottingspercentages, en de kredietdossiers die niet altijd op orde bleken. Maar ook de onjuiste berichtgeving in de jaarstukken van SNS Reaal vanwege het niet juist verwerken van de saldocompensatieproblematiek en de State Securities, alsmede het onthouden van koersgevoelige informatie aangaande de State Securities".
De State Securities betreffen de door de Staat op 11 december 2008 verworven obligaties van SNS Reaal. Volgens de onderzoekers zijn deze ten onrechte in de jaarrekening van SNS Reaal verwerkt als eigen vermogen (“Core Tier 1”). De onderzoekers stellen vast dat SNS Reaal inzake de classificatie van de State Securities onjuiste informatie aan de markt heeft verstrekt. Hierdoor kregen beleggers een verkeerde indruk van de solvabiliteit van SNS Reaal.
Ook inzake de saldocompensatieproblematiek speelde een vergelijkbaar probleem. In de publicaties van SNS Reaal over de solvabiliteit van haar verzekeringsdochter was geen rekening gehouden met (kort gezegd) de omstandigheid dat een interne vordering was verpand tot zekerheid van een andere interne vordering. Hierdoor was sprake van minder verliesabsorberend vermogen dan uit de jaarrekening van SNS Reaal bleek.
Vervolgstappen
De onderzoekers stellen in de nabeschouwing dat zij bij geen van de geïnterviewde oud bestuurders en commissarissen van SNS Reaal c.s. het idee hebben gehad dat de betreffende personen "niet integer gehandeld hebben en naar beste weten en kunnen hebben getracht om problemen aan te pakken."
Niet-integer handelen is geen voorwaarde voor het predicaat wanbeleid of civielrechtelijke aansprakelijkheid.
De VEB meent na eerste lezing dat het enquêterapport voldoende aanknopingspunten bevat om de gang van zaken bij SNS Reaal voorafgaand aan de nationalisatie als wanbeleid te kwalificeren. De VEB zal na verdere bestudering van het enquêterapport besluiten welke stappen zij zal zetten ter genoegdoening voor de gedupeerde effectenbezitters.
Tegenwerking onderzoekers
Onderzoekers hebben geen inzage gehad in de volledige notulen van de vergaderingen van het bestuur en de raad van commissarissen van SNS Reaal. SNS Reaal heeft zich beroepen op het verschoningrecht ten aanzien van adviezen van advocaten en notarissen. Hierdoor zijn de onderzoekers geconfronteerd met documenten die geheel of gedeeltelijk zijn geblacklined (onleesbaar gemaakt). Alle uitgeleverde documenten zijn door SNS Reaal gecontroleerd op mogelijk verschoningsgerechtigde informatie, wat bovendien heeft geleid tot de nodige vertraging.
Ook hebben onderzoekers van een aantal hoofdrolspelers geen inzage gehad in hun mailboxen. "Van de 16 opgevraagde e-mailboxen bleken er slechts 8 bij SNS Reaal c.s. en 1 bij VIVAT beschikbaar." De mailbox van voormalig CEO Sjoerd van Keulen was al 30 dagen na zijn vertrek verwijderd.
Omvangrijk en kostbaar onderzoek
De Ondernemingskamer gelastte op 26 juli 2018 een omvangrijk onderzoek naar het beleid en de gang van zaken bij SNS. De onderzoeksperiode betrof de periode vanaf 1 juli 2006 tot 1 februari 2013, de dag waarop het SNS-concern werd genationaliseerd. Het enquêterapport telt 481 pagina's met 10 bijlagen.
De kosten van het onderzoek, ongeveer 3,8 miljoen euro, worden gedragen door SRH N.V. (de nieuwe naam van SNS Reaal N.V.) en de Volksbank (de nieuwe naam van SNS Bank).
U kunt het enquêterapport via de website van de Ondernemingskamer raadplegen.
Nationalisatie op 1 februari 2013 en schadeloosstellingsprocedure
Op 1 februari 2013 onteigende de Minister van Financiën aandeel- en obligatiehouders SNS op basis van de Interventiewet. De Minister stelde dat de nationalisatie van SNS Reaal niet meer te vermijden was en nodig was om spaarders en het financiële stelsel te redden.
In een separate procedure bij de Ondernemingskamer is eerder geoordeeld over de waarde van de onteigende effecten per 1 februari 2013. De Ondernemingskamer kwam tot het oordeel dat de waarde van de aandelen nihil was. Aan de overige (minder achtergestelde) effecten werd een waarde toegekend van in totaal 804 miljoen euro. Tegen deze uitspraak heeft de Staat cassatie ingesteld.
De enquêteprocedure en het op 27 juli 2021 gepubliceerde onderzoek zien echter op de periode voorafgaand aan de nationalisatie en de vraag hoe het ooit zover kon komen dat een beursgenoteerde bank-verzekeraar moest worden genationaliseerd.