De kritiek op het fenomeen spac, waarmee bedrijven een sluiproute naar de beurs nemen, zwelt aan. De risico’s zijn laag voor de betrokken professionals, maar slaan dubbel en dwars neer bij particuliere beleggers.
Het lijkt alsof er zakken geld als een soort heteluchtballonnen het landschap afstruinen, op zoek naar bedrijven om als een warme deken overheen te vallen, schrijft Trouw vandaag. Spac staat voor ‘special purpose acquisition company’, op de beurs ook bekend als lege hulzen of ‘blanco chequebedrijven’. Er zit niets in behalve geld.
De VEB schreef eerder over dit fenomeen en haalde onlangs enkele bedrijven naar voren die met meer of minder succes via een spac naar de beurs gingen. Daarbij overheerste de waarschuwing voor beleggers de aandelen pas te kopen als bekend is wat erin zit. Spacs bieden beleggers aanzienlijk minder informatie op voorhand, onder meer omdat er meestal geen prospectus voorhanden is.
Adjunct-directeur Errol Keyner benadrukt vandaag in Trouw de nadelen van de spac nog eens:
“De oprichters hebben net als andere beleggers aandelen in de spac, die zij ooit voor bijvoorbeeld tien dollar hebben ingekocht. Maar de oprichters hebben daarbovenop ook nog het recht om later extra aandelen in te kopen tegen een lage prijs.”
Dus wat doen ze? Na de beursgang van de spac verkopen zij hun aandelen direct, zodat ze hun inleg alvast terug hebben.
Keyner: “En dan wachten ze af, leunen achterover om te kijken wat de koers gaat doen. Stijgt die, bijvoorbeeld doordat er een mooie fusie aankomt met een veelbelovend bedrijf, dan maken ze gebruik van hun recht om die extra aandelen tegen een lage prijs in te kopen.”
Dat kan een flinke winst opleveren als het aandeel gestegen is van 10 naar bijvoorbeeld 25 euro. Als het aandeel echter ruim onder die 10 euro staat, maken de oprichters geen gebruik van hun kooprecht. Doordat ze hun inleg al terug hebben, kost het ze niets.
De kritiek op dit systeem, waarin net als in het casino ‘het huis uiteindelijk wint’, klinkt volgens Trouw steeds luider. De krant haalt ook UvA-hoogleraren Arnoud Boot en Sweder van Wijnbergen aan. Zij vroegen zich onlangs in Het Financieele Dagblad af of het niet ieders recht is om zich te laten afzetten. “Het antwoord is simpel. Het gaat om kleine beleggers en niet om professionele partijen. Professionals worden geacht door de complexiteit heen te kunnen kijken, kleine beleggers niet.”