Torenhoge waarderingen voor technologiebedrijven. Investeringsvehikels die geld ophalen om een overname te doen. Buitenlandse bedrijven zonder binding met Nederland die grote bedragen ophalen met een beursgang. Een toestroom van nieuwe, vaak jonge beleggers. Op de Amsterdamse beurs lijken de bomen weer tot in de hemel te groeien.
Euronext Amsterdam is in totale marktwaarde inmiddels de 1,1 biljoen euro voorbij, constateert bestuurslid René van Vlerken met enige tevredenheid. Daarmee is het goed voor grofweg een kwart van de marktwaarde van het Europese beursbedrijf. Als hoofd noteringen is Van Vlerken verantwoordelijk voor de honderdveertig bedrijven die samen die marktwaarde vormen. Daarnaast moet hij zorgen dat de groep bedrijven met een beursnotering in omvang toeneemt.
Dat is het afgelopen jaar aardig gelukt. Er kwamen in 2020 vijf noteringen bij. Koffiebedrijf JDE Peet’s was met een marktwaarde van meer dan 15 miljard euro een heel grote vis. Verder kregen afvalverwerker Renewi en het Franse AdUX een tweede notering in Amsterdam en kwam techbedrijf CM.com naar de beurs. Ook was er één zogeheten SPAC die kapitaal ophaalde. Dit is een investeringsfonds dat als doel heeft een bedrijf over te nemen en het zo een plek aan de beurs te geven.
In een interview geeft Van Vlerken zijn visie op de vele ontwikkelingen op de beurs en schetst hij hoe hij de positie van Euronext Amsterdam ziet.
1. Hoe kijkt het beursbedrijf terug op 2020?
“We hebben geen slecht jaar gehad. Het aantal nieuwe noteringen is wat achtergebleven bij de verwachtingen begin vorig jaar, maar we hebben ook een aantal vervolgemissies gezien, zoals van Takeaway.com en ArcelorMittal. Het gaat ook niet om het aantal bedrijven dat wij op het bord hebben staan, of hoeveel er bijkomen en afgaan. Het gaat om de waarde van het platform. Investeerders die op onze markt actief zijn, zoeken liquiditeit en volume. Het is daarom net zo belangrijk dat we een bedrijf zoals JDE Peet’s toevoegen met een marktwaarde van 15,5 miljard euro als dat we tien bedrijven van 500 miljoen euro toevoegen.”
2. Eén spreekwoordelijke walvis is belangrijker dan een paar visjes?
“Een bedrijf van 15,5 miljard euro is niet belangrijker dan een van 25 miljoen euro. Wij zetten er ook heel zwaar op in om meer kleinere bedrijven toegang te bieden tot de kapitaalmarkt. Om de markt goed te laten functioneren, hebben we alleen wel schaalgrootte nodig. Institutionele partijen zoals verzekeraars en vermogensbeheerders zijn hun portefeuilles steeds meer aan het concentreren en worden steeds kritischer over de omvang van bedrijven waarin ze willen en mogen investeren. Vandaar dat ik zeg dat wij omvang moeten kunnen bieden, zodat zij de weg naar Euronext Amsterdam weten te vinden. Dan hoop ik dat daarmee ook kleinere bedrijven geholpen worden.”
3. Een grote beursgang dit jaar was die van het Poolse InPost S.A. dat 2,8 miljard euro ophaalde. Het heeft geen echte activiteiten in Nederland. Hoe kijkt u naar dit soort exotische nieuwkomers?
“Dan moeten we kijken wat de rol is van Nederland in de wereldwijde kapitaalmarkt. Die is namelijk anders dan twintig jaar geleden. Was er toen een Nederlandse kapitaalmarkt als onderdeel van Europa, nu is de kapitaalmarkt geglobaliseerd. Aziatisch kapitaal vloeit net zo makkelijk naar Europa als Europees kapitaal naar Zuid-Amerika. Tegelijkertijd zijn ook heel veel bedrijven geglobaliseerd. Vanuit die gedachte zoekt een Pools of een Zuid-Afrikaans bedrijf uiteindelijk de plek waar het denkt zich het beste te kunnen ontwikkelen.”
4. Betekent dit dat we nog meer van dit soort beursgangen gaan zien?
“We zien veel bedrijven vanuit Oost-Europa serieus kijken naar Euronext. Uit Polen, maar ook uit landen als Bulgarije, Tsjechië en Oekraïne. In Oekraïne zitten ook veel technologiebedrijven. Die kijken naar de kapitaalmarkt als vervolgstap voor hun financiering, en waar ze in het verleden misschien meer naar Londen zouden hebben gekeken, komen ze nu al snel uit op Euronext. Een andere regio waar wij heel goed naar kijken is Israël. Daar is ook een heel actieve technologiesector. Historisch waren zij altijd gericht op Amerika, nu steeds meer op Europa. Zo komen bedrijven eigenlijk overal vandaan.”
5. Wat kunnen beleggers dit jaar verder verwachten?
“We hebben een aantal mooie Nederlandse dossiers. Puur door het feit dat er veel kapitaal beschikbaar is om in aandelen te beleggen, zien we een toenemende interesse vanuit het Nederlandse bedrijfsleven. Er zit wat in de dienstensector, er zijn wat industriële bedrijven bij en partijen die in de detailhandel actief zijn. Het is een mooie mengeling. Tegelijkertijd zijn er twee categorieën die domineren en dat zijn SPACs en technologiebedrijven. Ik weet dat we van de eerste groep een drie- à viertal dossiers hebben.”
6. De opkomst van SPACs is wel een opvallend fenomeen. Is dat uiteindelijk niet een manier om veel van de regelgeving die komt kijken bij een beursgang te ontwijken?
“Zo zie ik het niet, dat is een beetje te kort door de bocht. Als een bedrijf de volgende groeifase in wilde gaan, had het altijd twee mogelijkheden: een verkoop of een beursgang. De vraag is nu of we gaan groeien naar drie sporen waar je een beursgang afweegt tegen een SPAC als alternatieve route. Als ik kijk naar de sponsoren die er op dit moment achter zitten, dan maak ik mij geen zorgen over deze ontwikkeling. Waar het om gaat, is dat als bedrijven zo eenmaal beursgenoteerd zijn, dezelfde regels gelden als voor elk bedrijf dat op een traditionele manier naar de beurs is gegaan.”
7. SPACs zijn vooral een verrijking?
“Ja, dat denken wij echt. Tegelijkertijd is de ontwikkeling wel afhankelijk van een paar factoren. Ten eerste of institutioneel kapitaal erin investeert. Ten tweede of de SPACs die we nu in de markt zien komen ook goede overnames doen. Er moeten goede beursgenoteerde bedrijven uit voortkomen. Als dat niet lukt en een aantal SPACs wordt gewoon opgeheven en geeft het geld terug of we zien bedrijven naar de beurs komen die er niet thuishoren, dan droogt het heel snel weer op. We kijken er als Euronext heel scherp naar, maar we hebben goede hoop dat dit niet een tijdelijk fenomeen is, maar een structurele trend.”
8. Met de oplopende koersen weet een flinke stroom nieuwe beleggers de weg naar de beurs te vinden. Dat doet een beetje denken aan de zeepbel rond de eeuwwisseling. Baart dat u zorgen?
“Waarde wordt bepaald door toekomstige winstgroei. Zo heb ik het tenminste geleerd. Dat is heel fundamenteel en fundamenteel beleggen is iets heel anders dan meegaan met de golfbeweging in de markt en proberen om daarvan te profiteren. We zien nieuwe beleggers toetreden tot de markt die veel meer bezig zijn met speculeren dan met beleggen. Daar mag je je als kapitaalmarkt wel zorgen over maken. Wij spinnen daar als Euronext wel garen bij, want uiteindelijk geldt hoe meer volume, hoe meer liquiditeit, maar voor het functioneren van de kapitaalmarkt vind ik het fijner dat er meer wordt belegd dan gespeculeerd. We zien gelukkig ook meer actieve beleggers die investeren en met bedrijven willen meegroeien. Daar zijn we heel blij mee.”
9. Onder beleggers die al langer meelopen was begin dit jaar wat onrust over het verdwijnen van de VAEX, de volatiliteitsindex op de AEX. Wat is daar de reden voor?
“Dat heeft ermee te maken dat de VAEX maar beperkt werd gebruikt. We proberen indices te creëren die aansluiten bij de behoeftes van onze klanten en we merkten dat er geen 100 procent match meer was. De VAEX werd deels gezien als een manier om het risico op derivatencontracten in te dekken. Die contracten zijn de laatste tijd alleen aan verandering onderhevig. We zijn nu aan het kijken of we de index op een andere manier kunnen samenstellen zodat die beter aansluit bij de behoefte die er is.”
10. Dat zou dan een volatiliteitsindex kunnen worden voor de hele markt?
“Bijvoorbeeld, of we zouden mandjes kunnen samenstellen. In plaats van op de AEX gaan we dan op subsectoren zitten, zoals AEX technologie of AEX financials. De volatiliteit kan per bedrijfstak enorm verschillen.”
11. Wat verwacht u van de ontwikkeling van het beurslandschap het komende decennium?
“Ik denk dat wij steeds meer een bron van financiering zullen zijn en bedrijven eerder de stap naar de beurs gaan maken. Ik hoop dat we kunnen zorgen dat we een marktplaats blijven voor kleinere bedrijven. Technologische ontwikkeling en verschuiving van volumes zal daarnaast een heel belangrijk thema blijven komende jaren.”
12. De verschuiving van de handel van de traditionele beurs naar alternatieve platformen zet door?
“Waar je in het verleden automatisch naar de gereglementeerde markt ging om te handelen, zal Euronext steeds meer moeten laten zien dat marktpartijen beter af zijn bij ons dan op alternatieve beurzen. Dat kan door middel van data of IT, maar ook met producten en dienstverlening. Wij zullen steeds meer moeten laten zien wat de relevantie is van Euronext ten opzichte van andere partijen. Ik ben ervan overtuigd dat de concurrentie alleen maar toeneemt. Maar als ik de lijn die ik nu zie doortrek, denk ik dat de kapitaalmarkt een mooie toekomst voor zich heeft.”
VEB-lidmaatschap |
---|
Nog geen VEB-account? |
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken. |
|
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap |