De aandelen van Just Eat Takeaway (JET) blijven komende maanden verhandelbaar op Euronext Amsterdam. Daarmee komt de beursgenoteerde maaltijdbezorger bezorgde beleggers tegemoet.
De wereld ligt open voor JET. Met grote overnames in Duitsland (Delivery Hero), Groot-Brittannië (Just Eat) en de Verenigde Staten (Grubhub) hebben ceo Jitse Groen en zijn team een lokaal fenomeen als maaltijden bestellen en bezorgen, opgeblazen tot wereldwijde proporties.
Ook voor beleggers heeft dat consequenties. Door de overname van Just Eat heeft JET een beursnotering in Londen verkregen. Om tot de prestigieuze FTSE in Londen te worden toegelaten, zou JET de notering in Nederland in principe moeten opgeven.
Om de aandelen JET in de toekomst te blijven verhandelen op de Nederlandse beurs zou JET in gesprek moeten met de Londense beursautoriteiten, zodat een afwijking van de regels mogelijk was.
Of JET een dergelijk gesprek is aangegaan is onduidelijk. Dat de maaltijdbezorger zichzelf eigenlijk een maatje te groot vindt voor Nederland is een publiek geheim.
Vorig jaar zette JET alvast het proces in werking om niet langer de eigen aandelen te verhandelen in Amsterdam. Maar dat leidde tot zorgen onder beleggers, waaronder de VEB.
Met de verwachte verhuizing van de beursnotering van JET naar Londen, kunnen beleggers in bepaalde gevallen in een juridisch niemandsland terechtkomen. Mede door de Brexit zijn bepaalde Europese regels niet meer van toepassing bij JET, waardoor de belangen van aandeelhouders geschaad kunnen worden.
De VEB stuurde eerder, samen met belangenbehartiger Eumedion, een brief aan Euronext en JET om haar zorgen te delen.
Om de beursnotering in Amsterdam te beëindigen, moet uitbater Euronext toestemming geven.
VEB en Eumedion vroegen Euronext dit niet te doen zo lang er onduidelijkheid is over de rechten van aandeelhouders in bijvoorbeeld toekomstige overnamesituaties.
Uitstel of afstel
Nu laat JET weten voorlopig niet te vertrekken van de Amsterdamse beurs.
In augustus moet meer duidelijkheid komen, nadat de onderneming haar huiswerk opnieuw heeft gedaan. In de keuze voor Amsterdam, Londen en/of New York zal JET zich vooral laten leiden door handelsvolumes.
Tegelijkertijd mogen aandeelhouders niet al teveel hinder ondervinden van een verhuizing, zo schrijft JET.
Te hopen valt dat de onderneming oor blijft houden voor de minderheid van in Nederland handelende beleggers en Nederlandse beleggers – vaak aandeelhouders van het eerste uur.
Winstkrimp
Dat JET voorlopig op Euronext blijft werd vooral gevierd door verkopers. Het aandeel staat na bekendmaking dik in het rood op de beurs. Dat heeft vooral te maken met een paar cijfers over het vierde kwartaal die tegelijkertijd bekend werden gemaakt.
De orders en omzet mogen, mede dankzij Corona, met tientallen procenten zijn gestegen, JET moet wel waarschuwen dat de winst over het zojuist afgesloten boekjaar lager uitvalt dan verwacht.
JET heeft er nooit een geheim van gemaakt dat het steeds meer zelf de bezorging van maaltijden moet doen, bijvoorbeeld om verloren marktaandeel in Londen terug te winnen. Van oorsprong leunde de maaltijdbezorger juist op pizzeria’s en snackbars die bestellingen bij de klant aan huis afleverden. Dat het concern langzaamaan in de opzet slaagt om concurrenten uit de markt te drukken, blijkt wel uit de groei van het aantal zelf afgeleverde bestellingen van bijna 400 procent in het Verenigd Koninkrijk.
Maar JET waarschuwt dat de operationele marge (ebitda) voor 2020 door ‘substantiële investeringen in eigen bezorging in het vierde kwartaal’ zal uitkomen op rond de 10 procent.
Dat is veel minder dan waar analisten rekening mee hielden. Over de eerste zes maanden van het jaar lag deze marge op 17 procent. De grote vraag is of de aanslag op de winst een tijdelijk fenomeen is, of dat JET in een permanente oorlog met grootmachten als Uber en Doordash hogere kosten moet blijven maken voor de eigen bezorging.