De strijd om telecombedrijf Altice is gespeeld. Na een forse verhoging van het bod heeft Altice-bestuurder en grootaandeelhouder Patrick Drahi een groot deel van de protesterende beleggers stil weten te krijgen. De weg ligt vrij om ‘zijn’ Altice van de beurs te halen.

Minderheidsaandeelhouders hebben donderdag officieel ingestemd met de beursexit van Altice.

Die stemming was een formaliteit. Een groep minderheidsaandeelhouders met ongeveer negen procent van de aandelen had in ruil voor de hogere overnameprijs toegezegd akkoord te zullen gaan met enkele agendapunten die de overname snel moeten bezegelen. Alle noodzakelijke steun had Drahi dus al op zak.

De commissarissen bij Altice – officieel zijn het niet-uitvoerende bestuurders – hadden nog wel het een en ander uit te leggen.

In tijden van overnames moeten commissarissen de belangen van alle betrokkenen, waaronder alle aandeelhouders, zo goed mogelijk dienen. De commissarissen van Altice hebben vanaf het eerste bod van grootaandeelhouder Drahi laten weten dat het bod in het beste belang is van alle aandeelhouders.

Ook eerdere prijs ‘fair’
Die overtuiging zijn ze blijven houden, ook al is het bod in de tussentijd met dertig procent verhoogd. Hoe valt het een met het ander te rijmen? Volgens voorzitter Jurgen van Breukelen (ex-topman KPMG) is ‘het eerste bod nog altijd fair gelet op de feiten van dat moment’.

In een brief die de VEB aan Altice heeft gestuurd in aanloop naar de vergadering, vroeg de vereniging ook uitleg van commissarissen over hun rol bij de verhoging van het bod na protesten van veel minderheidsaandeelhouders.

Van Breukelen liet weten dat hij en zijn medecommissarissen niet betrokken zijn geweest bij de gesprekken die hebben geleid tot de hogere prijs. Dat was puur een zaak tussen Drahi en de groep minderheidsaandeelhouders, zo zei hij.

Snel afronden
Drahi zal nu zo snel mogelijk de beursexit willen afronden. Aandeelhouders hebben nog tot 21 januari om hun stukken via hun bank of broker aan te melden. Daarna volgt mogelijk nog een na-aanmeldingsperiode van twee weken.

Hierna kan Drahi op verschillende manieren het hele bedrijf naar zich toetrekken. Bijvoorbeeld door het starten van een juridische fusie of door alle Altice-bezittingen te kopen (activaverkoop). In beide gevallen krijgt de aandeelhouder die zijn stukken eerder niet vrijwillig wilde aanmelden, alsnog de biedprijs van 5,35 euro per aandeel uitgekeerd.

Een andere mogelijkheid zou een zogeheten uitkoopprocedure zijn. Zodra Drahi minimaal 95 procent van het aandelenkapitaal achter zich heeft, kan hij die route bewandelen.

Minderheidsaandeelhouders die dan bezwaar hebben tegen de door Drahi geboden prijs, waarschijnlijk de 5,35 euro die nu op tafel ligt, kunnen dan aan de rechter vragen een hogere prijs vast te stellen. Omdat hier nog een rol voor de rechter is weggelegd, is de kans dat Drahi voor de uitkoopprocedure kiest te verwaarlozen. Via een van de andere twee manieren is het beursvertrek vermoedelijk eerder beklonken.

Drahi was tijdens de virtueel gehouden aandeelhoudersvergadering aanwezig, maar niet beschikbaar voor het beantwoorden van enkele vragen van beleggers over zijn mogelijke vervolgstappen.

Als reden voor de beursexit spraken Altice en topman Drahi over belemmeringen in uitvoering van de strategie. De hoge schuldenlast (nu ongeveer vijf keer het bedrijfsresultaat) is volgens Van Breukelen weliswaar ‘niet problematisch’, maar speelde wel mee bij zijn beoordeling van het bod. De relatief hoge schulden dragen bij aan de hoge beweeglijkheid van de aandelenkoers van Altice de afgelopen jaren. Drahi wil de schulden van Altice als private onderneming verder terugbrengen, aldus Van Breukelen.

De briefDirect naar de brief van European Investors-VEB aan Altice