Er is geen industrie die harder geraakt is door de coronacrisis dan de luchtvaartsector. Dat is ook goed te zien aan de koersen van luchtvaartaandelen. Er tekent zich echter een kloof af tussen Amerikaanse en Europese luchtvaartmaatschappijen en een mogelijke verklaring is het verschil in de vormgeving van de staatssteun. Voor beleggers zit daar een interessante les.
De luchtvaartsector is de afgelopen maanden voorzichtig hersteld, maar passagiersaantallen liggen nog ver onder die van vorig jaar. In de VS meldt de transportautoriteit TSA dagelijks de cijfers. De afgelopen week lag het aantal passagiers 74 procent lager dan in 2019. Schiphol meldde onlangs een vergelijkbaar cijfer over augustus.
Luchtvaart pas in 2023 terug op niveau 2019
Het trage herstel is een gevolg van reisbeperkingen die nog steeds van kracht zijn en passagiers die uit zichzelf terughoudend zijn om weer in het vliegtuig te stappen. Daarnaast is er de versnelling van de opmars van online vergaderen die internationaal reizen minder noodzakelijk maakt.
De verwachting is dat herstel naar de niveaus van 2019 een aantal jaar gaat duren. Hoewel de meerderheid van de luchtvaartmaatschappijen en andere partijen uit de sector rekent op 2023, is er ook een flink aantal dat verwacht dat het nog tot het midden van het komende decennium zal duren.
Luchtvaartmaatschappijen |
Herstel vanaf dieptepunt |
Air France-KLM |
10% |
International Airlines Group |
90% |
Lufthansa |
27% |
|
|
American Airlines Group |
67% |
United Airlines Holdings |
115% |
Herstel luchtvaartaandelen
Desondanks zijn luchtvaartaandelen voor een deel hersteld van de diepe val die ze in het vroege voorjaar maakten. De Stoxx Europe Total Market Airlines zakte 40 procent maar herstelde deels, waardoor deze index nu een kwart boven het dieptepunt staat.
Opvallend is echter dat Amerikaanse luchtvaartaandelen al een stukje verder zijn gestegen. De Amerikaanse tracker JETS die vooral bestaat uit Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen is sinds de bodem alweer met twee derde geklommen.
Dit beeld is ook te zien bij de individuele aandelen van Amerikaanse en Europese luchtvaartmaatschappijen. Tussen Europese en Amerikaanse luchtvaartaandelen tekent zich dus voorzichtig een kloof af.
Dit doet een beetje denken aan de kloof die na de financiële crisis ontstond tussen Amerikaanse en Europese bankaandelen. Amerikaanse aandelen stegen terug naar de niveaus van net voor de crisis. Europese bankaandelen daarentegen zakten naar nieuwe dieptepunten en zijn over het algemeen ver onder de boekwaarde genoteerd.
Het zou zomaar kunnen dat in de luchtvaartsector nu eenzelfde kloof gaat ontstaan. Een recent rapport van Fitch stelt onomwonden dat de Europese luchtvaart een moeilijke tijd tegemoet gaat en wijst hiervoor naar de manier waarop Europese overheden de staatssteun hebben ingericht.
Voorwaarden aan steun
Fitch wijst erop dat Europese overheden op grote schaal voorwaarden hebben verbonden aan de steun. Er zijn verboden om overnames te doen, eisen ten aanzien van CO2-uitstoot en eisen over prijsstelling.
Deze voorwaarden beperken de ‘operationele en financiële flexibiliteit’ van luchtvaartmaatschappijen, concludeert de kredietbeoordelaar. Dit leidt ertoe dat de lange termijn vooruitzichten, dus voor de periode na de coronacrisis, zwak zijn.
Deze lappendeken aan strikte Europese eisen, staat in schril contrast met de min of meer onvoorwaardelijke steun van de Amerikaanse overheid. De balans kan nog niet worden opgemaakt, maar het zou zomaar kunnen dat voor beleggers de geschiedenis zich, weliswaar in een geheel andere sector, gaat herhalen.