Een van de kleinste fondsen met een beursnotering in Amsterdam stopt ermee. Agrarisch annex energiebedrijf DGB wordt teruggekocht door de oude eigenaar. Daarmee eindigt een beursavontuur van drie jaar vol raadselachtige transacties, gebrekkige informatie en een stel bonte bekenden in een faliekante mislukking.
-De reverse listing, een manier voor bedrijven om via de achterdeur een beursnotering te bemachtigen, mocht zich enkele jaren geleden verheugen in een opmerkelijke populariteit in Nederland. |
Het is de dag voor Sinterklaas 2016 als Mark Logtenberg, ondernemer en bestuurder van de DGB Groep, aanschuift bij het programma Business Class van Harry Mens. Het gesprek zal gaan over DGB Energie, een van de onderdelen van DGB (‘De Groene Belangenbehartiger’). Mens kijkt kort in zijn notities, voordat hij Logtenberg met enige plechtigheid aankondigt: “…als het aan hem ligt gaat heel Nederland aan de groene energie en daar gaan wij hem een beetje bij helpen.”
Met wat hulp van interviewer Mens bepleit Logtenberg, bijnaam ‘de energieboer’, in het gesprek de voordelen van zijn onderneming voor energieleverantie aan consumenten: groen en goedkoop.
En er lonkt meer voordeel voor particulieren, zo blijkt aan het einde van het gesprek. DGB gaat een maand later naar de beurs via een reverse listing. Logtenberg heeft zijn ondernemingen ingebracht in een lege beurshuls die luistert naar de naam VNC. “Als je stroom koopt bij VNC en je bent ook nog aandeelhouder, dan gaat het feest echt beginnen”, oppert Mens. Logtenberg wil niet teveel zeggen, maar dat er groeiplannen zijn – ook via overnames – is duidelijk, en daar kan een beursnotering bij helpen.
Ruim drie jaar later zijn de kansen gekeerd. Logtenberg, nog steeds bestuurder en grootaandeelhouder, ziet alleen nog nadelen aan een beursnotering. Samen met twee medebestuurders laat hij aan aandeelhouders weten dat het beursbestaan is uitgedraaid op een deceptie, ondanks de ‘goede financiële resultaten van DGB’. De beurs had DGB aan kapitaal moeten helpen om te groeien. Dat is tegengevallen. Sterker nog, het beperkt de mogelijkheden om bij banken te lenen. Logtenberg schrijft in een circulaire aan aandeelhouders dat ‘de traditionele banken de onderneming niet graag (financieren) zolang de onderneming beursgenoteerd is’. Ook in gesprekken ‘met tientallen investeringsmaatschappijen’ bleek de beursnotering telkens het breekpunt.
Een van de redenen voor die terughoudendheid legt Logtenberg bij de betrokkenheid van ‘voormalige bestuurders’. Namen worden niet genoemd, maar voor volgers van DGB kan het nauwelijks anders dan dat hier ook gewezen wordt naar Geert Schaaij, de zelf benoemde beleggingsgoeroe en tv-persoonlijkheid.
Schaaij was de man die de lege beurshuls controleerde, via welke de bedrijven van Logtenberg naar de beurs gingen. Schaaij had de beursnotering weten te bemachtigen na de ontmanteling van drukkerijgroep Roto Smeets Group. Hij doopte deze vol bravoure om tot Verenigde Nederlandse Compagnie (VNC).
Eind 2016 wordt bekend dat Logtenberg een paar van zijn bedrijven, waaronder DGB Energy, aan beursfonds VNC verkoopt. Hij ontvangt daarvoor wat geld en geeft de zittende aandeelhouders van de lege beurshuls een belang van 20 procent in de bedrijven.
Die groep aandeelhouders bestaat uit beleggers die na de ontmanteling van Roto Smeets hun plukje aandelen hebben aangehouden. En Geert Schaaij die met een beperkte investering de overgrote rest van de aandelen heeft weten te bemachtigen. Logtenberg wordt de baas bij het beursfonds.
Binnen een paar maanden neemt Schaaij afstand van DGB/VNC. Hij heeft “niets meer toe te voegen” aan “de nieuwe koers van het fonds” en verkoopt zijn aandelen in stukken op de beurs. Enkele kleine transacties hebben er dan al voor gezorgd dat de koers van het aandeel van een paar dubbeltjes (de lege beurshuls) naar meer dan drie euro gestegen. Schaaij verdient er goed aan.
Het is niet de enige keer dat de waarde van het beursfonds DGB wonderlijke accenten krijgt. Zo is er een transactie eind 2018 die veel verbazing wekt onder volgers. Terwijl de groei bij DGB slabakt vanwege een tekort aan financiële middelen besluit Logtenberg om grootschalig aandelen DGB van de markt te gaan kopen.
DGB heeft nooit willen aangeven hoe zij deze transacties heeft kunnen financieren. Uit de halfjaarcijfers bleek dat het bedrijf nagenoeg op zwart zaad zat met een negatieve kasstroom en een kassaldo van slechts 221 duizend euro. Voor de inkoop, waarbij gemiddeld 51 eurocent per aandeel is betaald, heeft DGB in totaal 1,16 miljoen euro nodig gehad.
De herkomst van dat pakket aandelen is een verhaal apart, dat begint met de uitgifte van een obligatielening door DGB. Koper van die obligatie is Mountainshield, het beleggingsfonds onder leiding van de jonge Selwyn Duijvestijn. Duijvestijn is een goede bekende van Geert Schaaij en net als Schaaij een tijd vaste commentator in tv-programma Business Class. Duijvestijn bespreekt er periodiek beursontwikkelingen en vertelt er meteen bij hoe succesvol hij hier met zijn fonds Mountainshield op heeft weten te anticiperen.
Eind 2018 is de bravoure van Duijvestijn behoorlijk afgebladderd. Zijn handel en wandel door de financiële wereld is omstreden. Toezichthouder AFM tikt hem later hard op de vingers vanwege misleiding van beleggers.
Met het Mountainshield-fonds gaat het hard bergafwaarts door forse koersdalingen van allerhande beleggingen waarin het fonds geïnvesteerd heeft. Duijvestijn heeft geld nodig, bijvoorbeeld uit de investering in DGB. De oorspronkelijke lening is inmiddels in aandelen geconverteerd (tegen een veel hogere koers dan de destijds geldende beurskoers) en die aandelen verkoopt Duijvestijn nu weer terug aan DGB.
Waarde en prestaties van de bedrijven die in beursfonds DGB zijn opgenomen zijn dan al lang diffuus. Jaarverslagen worden stelselmatig te laat gepubliceerd en een accountantsverklaring over het boekjaar 2019 ontbreekt nog altijd.
De meest recente gegevens zijn de halfjaarcijfers die DGB vorig jaar september presenteerde. Indrukwekkend waren die cijfers niet. De omzet bleek licht te zijn gedaald ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder van 8,4 miljoen euro. Het operationele resultaat (ebitda) zakte 20 procent en de operationele kasstroom zakte in het rood. Het gerapporteerde eigen vermogen was 10,7 miljoen euro, ofwel 1,43 euro per aandeel.
Sindsdien is het stil. In persberichten worden minderheidsaandeelhouders niet meer geïnformeerd over de voortgang van de operaties en de strategie. Ook tijdens een ingelaste aandeelhoudersvergadering in oktober vorig jaar ging het bestuur niet in op de laatste bedrijfsontwikkelingen.
Laatste akte
Vrijdag valt het doek voor het beursgenoteerde DGB. Dan stemmen aandeelhouders over een bod van Logtenberg op de bedrijven die hij eerder inbracht.
In het voorstel van Logtenberg en consorten krijgen minderheidsaandeelhouders in ruil voor de over te nemen bedrijfsonderdelen een liquidatie-uitkering van 62 eurocent per aandeel in contanten.
Dat is veel lager dan de waarde die Logtenberg op DGB heeft geplakt en door ‘een extern bureau’ wordt ondersteund. Logtenberg heeft een waardering op DGB geplakt van ruim 14,7 miljoen euro. Op basis van het aantal uitstaande aandelen zou dat een uitkering per aandeel van 1,29 euro betekenen, meer dan het dubbele van de geboden 62 cent.
Het gigantische verschil in waarde is onder meer te verklaren door de rol van Logtenberg die tegelijk grootaandeelhouder in het beursfonds is als bieder op bezittingen in het beursfonds. Hij handelt dus met zichzelf en heeft geen belang bij een zo hoog mogelijke prijs.
Toch zal Logtenberg zijn bedrijven terugkrijgen, aangezien hij zo’n 80 procent van de stemmen controleert.
En de lege beurshuls die achterblijft? Daarvoor is inmiddels een nieuwe ceo gevonden. Zijn naam: Selwyn Duijvestijn.