European Investors-VEB heeft accountant EY gedagvaard voor de rechtbank te Stuttgart (Duitsland) voor haar rol in het Wirecard-schandaal.
EY is al jaren de controlerend accountant van Wirecard AG. De werkzaamheden van de accountant kwalificeren volgens European Investors-VEB als overduidelijke schendingen van de zorgplicht die rust op accountants.
Met name richt European Investors-VEB zich op het gedrag van EY vanaf 28 april 2020, na de publicatie van het speciale auditrapport door KPMG Accountants en de uitlating van Wirecard’s CEO Markus Braun daarna. Door op dat moment niet publiekelijk te reageren heeft EY zich naar de overtuiging van European Investors-VEB schuldig gemaakt aan opzettelijke koersmanipulatie.
Hierbij rijst de vraag naar de bescherming van beleggers door het verbod op koersmanipulatie door derden, in dit geval EY, en de mogelijke daaruit voortvloeiende plicht tot schadevergoeding. In Duitsland bestaat daarover discussie terwijl dit in andere Europese landen vanzelfsprekend toe te rekenen is aan derden die onjuiste of onvolledige verklaringen hebben uitgebracht.
Compensatie en corporate governance
European Investors-VEB vertegenwoordigt gedupeerde Wirecard-beleggers en verzoekt de rechtbank naast een veroordeling tot schade ook om een principe uitspraak over de rol van de accountant als vertrouwensman voor het maatschappelijk verkeer. Bovendien is het van eminent belang dat de deconfiture bij Wirecard wordt aangegrepen voor een discussie over fundamentele verbeteringen van corporate governance in Duitsland. Paul Koster, CEO van European Investors-VEB zegt hierover:
“European Investors-VEB wenst van de Duitse rechter een oordeel over de vraag of het opzettelijk verzwijgen van de waarheid door accountant EY leidt tot aansprakelijkheid en schadevergoedingsplicht jegens gedupeerde beleggers in Wirecard.
Maar het gaat voor European Investors-VEB om meer dan enkel compensatie, hoe belangrijk dat ook is voor de gedupeerde beleggers. Het gaat ook om meer dan een accountantskantoor dat zichzelf publiekelijk verdedigt met zijn eigen incompetentie. De belangrijkste vraag is of EY in haar hoedanigheid van controlerend accountant de belangen van beleggers en andere stakeholders in Duitsland ernstig heeft beschadigd door de jarenlange falende controle en het stilzwijgen rondom het wel of niet goedkeuren van de jaarrekening 2019. Daarmee wordt ook de juistheid van de voorgaande jaarrekeningen in twijfel getrokken.”