Niet zo lang geleden domineerden oliereuzen de beurs. “Het kan verkeren”, merkte dichter Bredero al op.
In de eerste zes maanden van 2020 was alleen al de groei in beurswaarde van Amazon groter dan de totale beurswaarde van Shell en Exxon samen. Het is kenmerkend voor een trend die al tien jaar duurt: bedrijven met hoge groeiverwachtingen leverden meer beleggingsrendement op dan haperende treuzelaars. Op het eerste gezicht een open deur, maar is dat het ook?
Het rendement voor beleggers en de financieringslasten van een bedrijf zijn direct aan elkaar gekoppeld. Neem een lening: de rente die een bedrijf betaalt, is gelijk aan de opbrengst voor de leningverstrekker. Hoe krakkemikkiger de vooruitzichten, hoe hoger de gevraagde rente. De leningverstrekker (lees: belegger) wil immers compensatie voor het verhoogde risico.
Bij eigen vermogen is dat niet anders. Mensen staan in de rij om Jeff Bezos geld te geven, dus als Amazon aandelenkapitaal wil ophalen, volstaat een flinterdunne vergoeding (hoge koers). Als een afgedankte Russische aardgasreus als Gazprom hetzelfde wil doen, zal het diep in de buidel moeten tasten om beleggers over te halen hun geld te riskeren. Je zou dus verwachten dat het rendement op een aandeel als Gazprom gemiddeld juist hoger zou moeten zijn dan op een aandeel als Amazon.
En dat is ook precies het beeld op de echt lange termijn: de lelijke eendjes – eufemistisch ‘waardebedrijven’ genoemd – hebben gemiddeld een fiks beter rendement opgeleverd dan hun populaire, snelgroeiende beursgenoten. De afgelopen tien jaar zijn de uitzondering, niet de regel.
Door die anomalie is het verschil in waardering tussen groeibedrijven en waardebedrijven tot een historisch kookpunt is gestegen. Zo betaal je 125 keer de winst voor een aandeel Amazon, tegenover nog geen 4 keer de winst voor Gazprom. Dat wil niet zeggen dat Amazon & Co. niet nog langer kunnen outperformen, maar het is ook goed voorstelbaar dat de lelijke eendjes binnenkort weer eens boven komen drijven.
Dit is een column van Marius Kerdel en Jolmer Schukken, oprichters van Triple Partners en auteurs van De Beleggingsillusie.