Accell, maker van onder meer Batavus-fietsen en Babboe-bakfietsen, is grotendeels afhankelijk van de verkoop van fietsen in de lente en zomer via fysieke winkels. Het weer is goed, maar verkocht wordt er vrijwel niets. Accell moest door de corona-impact daarom al noodgedwongen bij de bank aankloppen.
Fietsenmaker Accell behaalt onder normale omstandigheden bijna tweederde van de jaarlijkse omzet in het eerste halfjaar. Door het coronavirus gaat hier een dikke streep door: de huidige omstandigheden zullen dan ook 'zeer negatieve gevolgen' hebben, aldus het bedrijf.
Veel fietsen van het Friese Accell worden nog in fysieke winkels verkocht. Veel winkels zijn momenteel gesloten en als ze al open zijn, dan blijven consumenten uit angst voor het virus veelal thuis.
Tegelijkertijd heeft het bedrijf door het virus ook last van vertraging bij de levering van onderdelen uit Azië. Uit de business update van 25 maart kwam dan ook naar voren dat de productie bij Accell is afgenomen met zo’n 70 procent.
Morgen praat het bedrijf beleggers verder bij tijdens de jaarlijkse vergadering van aandeelhouders. De vragen van de VEB zullen vooral gaan over om de financiele positie, de beschikbare liquiditeiten en de vraag welke mogelijkheden Accell heeft om de huidige klappen op te vangen.
Lees de VEB brief aan Accell.
De huidige corona-klap komt na een jaar waarin Accell het al niet makkelijk had. Accell nam vorig jaar afscheid van haar verlieslatende activiteiten in de Verenigde Staten, en mede alsgevolg hiervan zat het bedrijf toch al niet al te ruim in haar jasje.
Uit het laatste jaarverslag blijkt dat Accell ultimo 2019 nog slechts 11,5 miljoen euro aan liquide middelen ( ‘cash and cash equivalents’) had. Het bedrijf heeft daarnaast een relatief hoge schuld. De nettoschuld van 265 miljoen euro bedroeg eind van het jaar al meer dan 3 keer het bruto bedrijfsresultaat (ebitda).
Accell moest vorige maand dan ook noodgedwongen 50 miljoen euro aan extra krediet opnemen bij de bank. Door de uitzonderlijke omstandigheden staat het bedrijf momenteel in ‘nauw en constructief contact’ met haar banken. Het bedrijf moet de banken voortdurend op de hoogte houden van haar activiteiten en financiële positie.