Er wordt door beleggers elke week wel met aandacht gekeken naar de nieuwste cijfers over de aangevraagde werkloosheidsuitkeringen in Amerika, maar deze week deden ze dat met knikkende knieën. Het werd nog veel erger dan analisten hadden gevreesd. Macro-econoom Edin Mujagić is er niet gerust op.
In de week eindigend op 28 maart, vroegen 6,65 miljoen Amerikanen een WW-uitkering aan. Dat is niet alleen ruim 3,3 miljoen meer dan een week eerder (ter vergelijking: in een normale week gaat het om circa 250.000 aanvragen) maar het is ook hoogste aantal aanvragen ooit.
Wat we in de laatste twee weken gezien hebben aan de hand van deze cijfers, is de mate waarin de coronacrisis de Amerikaanse economie op korte termijn raakt.
Gezien het feit dat het hoogtepunt wat betreft coronabesmettingen en slachtoffers in de VS nog bereikt moet worden en dat pas sinds eind vorige week enkele grote Amerikaanse staten een ‘lockdown’ hebben aangekondigd, is de kans groot dat het aantal nieuwe WW-aanvragen van de lopende week nog groter zal zijn. Dat cijfer wordt volgende week donderdag bekend gemaakt.
Dat de Amerikaanse werkloosheid de komende maanden aanmerkelijk zal stijgen, is een zekerheid. Morgen meldt het Amerikaanse bureau voor de statistiek hoeveel nieuwe banen erbij zijn gekomen in de maand maart en hoe hoog de werkloosheid is geweest. Houd er rekening mee dat dat schrikbarende cijfers zullen zijn én vergeet niet dat we zeer waarschijnlijk de komende maanden hetzelfde zullen blijven zien. Elke eerste vrijdag van de maand tot en met de zomer op zijn minst zal een soort déjà vu-effect teweegbrengen.
De coronacrisis heeft nu de grootste economie ter wereld bereikt en het hoogtepunt moet, zoals gezegd, nog komen. Medische specialisten in de VS gaan ervan uit dat er in totaal tussen 100.000 en 240.000 dodelijke slachtoffers zullen vallen.
Het behoeft geen uitleg dat dat fnuikend zal zijn voor het vertrouwen van de Amerikaanse consument, zeker in combinatie met ontslagrondes (en het nieuws erover) en stijgende werkloosheid.
Ik zie echter nog steeds weinig reden te verwachten dat de recessie die in de eerste helft van het jaar zeker is – de vraag is alleen hoe diep wordt die – door zal zetten naar de rest van 2020 en verder.
De maatregelen van overheden en de centrale banken zie ik op de korte termijn, lees later dit jaar, het gewenste effect hebben in de zin dat ze een depressie zullen voorkomen. Dat gezegd hebbende maak ik me nu meer dan voorheen zorgen over de wat langere termijn.
Dit enerzijds omdat het onvermijdelijk is dat er ook nadelige effecten kleven aan de buitengewone en nooit eerder geziene maatregelen die genomen zijn. Een aanmerkelijk hogere inflatie in 2021 zou bijvoorbeeld niet verbazen. Nu is er nauwelijks aandacht voor de ongewenste bijeffecten van de aangekondigde maatregelen. Daarbij speelt dat ik het grootste deel ervan niet snel ongedaan zie worden als de coronacrisis achter de rug is.
Anderzijds omdat de economie ook zonder corona in een periode van laagconjunctuur gekomen was. Vergeet niet dat de economie in het laatste kwartaal van 2019 reeds aan het afkoelen was, voordat corona zou gaan opspelen. Wanneer het corona-effect en het gunstige effect van de maatregelen om de economie te stimuleren op korte termijn afnemen, verwacht ik een lagere groei dan in het pre-corona tijdperk. Dat op zijn beurt betekent een grotere kans op een nieuwe recessie – het is makkelijker in een recessie te belanden als de economische groei 1 procent is dan wanneer de groei 2 of 3 procent bedraagt – terwijl zo goed als alle middelen om de groei op te peppen opgebruikt zijn.
De centrale banken en de overheden zullen op termijn daarom waarschijnlijk steeds meer hand in hand optreden, waarbij rekening kan worden gehouden met het opkopen van aandelen, plafonds voor langetermijnrentes, eurobonds (maar dan onder een andere label) en het zogeheten helikoptergeldbeleid in Europa. Vergeet niet dat dat laatste al gebeurt in de VS, dus zo vreemd zou het niet zijn als het naar Europa overwaait.
Met betrekking tot de financiële markten, hoeft het niet te verbazen als de langetermijnrentes in de sterke landen in eerste instantie per saldo iets kunnen dalen om later, op middellange termijn, omhoog te spuiten, bijvoorbeeld doordat die landen min of meer garant zullen staan voor de schulden van de zwakke eurolanden. Die stijging zou te zijner tijd wel eens snel kunnen verlopen.
Kijkend naar de aandelenkoersen mogen beleggers eraan herinnerd worden dat in 2008, na de eerste harde daling, er meerdere rally’s zijn geweest om daarna steeds weer nieuwe lows te bereiken. Zo zou het de komende tijd weer kunnen gaan. De grote onzekerheid over bekende problemen, onzekerheid over de mate van onzekerheid zelf, het onder maatschappelijke druk wegvallen van het opkopen van eigen aandelen (al jarenlang een belangrijke factor voor stijgende aandelenkoersen) en onvermijdelijke gevolgen voor de winstgevendheid van bedrijven op de korte termijn, betekenen dat de kans groot is dat de koersen de komende weken en maanden een grillig verloop zullen vertonen, met indrukwekkende stijgingen maar ook hoofdpijnbezorgende dalingen tussendoor.
Op de middellange en lange termijn bezien blijven aandelen tot de aantrekkelijkste activa behoren, gezien de waarderingen, de verwachtingen ten aanzien van winstgevendheid en economische groei en het gebrek aan alternatieven (sparen en beleggen in veilige staatsobligaties levert een reëel verlies op en dat blijft voorlopig zo). Maar de ene sector zal de andere niet zijn qua prestatie!
Dit is een bijdrage van Edin Mujagić, hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer. Mujagić deelt zijn macro-economische overpeinzingen ook regelmatig in Effect.
Heeft u nog geen abonnement op Effect? Word voor slechts 75 euro per jaar lid van de VEB, dan ontvangt u Effect iedere maand.