VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Weinig aan Alibaba is gewoon. De beursgang in New York, de grootste ooit, gaf beleggers de mogelijkheid certificaten te kopen in een holding op de Kaaimaneilanden. Met een nieuwe notering in Hongkong haalt de Chinese internetgigant opnieuw een smak geld op die het eigenlijk niet nodig heeft.

De beursgang op Wall Street leverde vijf jaar geleden 25 miljard dollar op, en beleggers van het eerste uur zagen hun aandelen ongeveer twee keer zo veel waard worden. Momenteel loopt de beurswaarde van Alibaba tegen de 500 miljard dollar. Met de tweede beursgang in Hongkong wordt met de uitgifte van een paar procent van de aandelen zo’n 12,9 miljard dollar opgehaald.

Waar Alibaba die miljarden precies voor gaat gebruiken is niet duidelijk. Het bedrijf heeft een positieve kasstroom (bijna 4 miljard dollar in het tweede kwartaal) en een relatief overzichtelijke schuld. Het zou dus, net als bijvoorbeeld Amazon, gewoon zijn eigen groei kunnen financieren.

In het prospectus worden wel drie doelen genoemd: het aanjagen van de groei van het aantal gebruikers, het versterken van de digitale transformatie en innovatie. Specifieker dan deze algemene formuleringen wordt het echter niet.

Beursgang dient andere doelen
De beursgang in Hongkong lijkt dan ook eerder andere, vooral politieke doelen te dienen. Zo geeft deze het bedrijf spreiding als het gaat om toegang tot de kapitaalmarkten. Dat lijkt niet onverstandig aangezien eerder dit najaar duidelijk werd dat de Amerikaanse regering zou overwegen om Chinese bedrijven van de Amerikaanse beurs te weren.

Verder zou dit de binding met China moeten versterken. Chinese beleggers van buiten Hongkong krijgen straks de mogelijkheid te beleggen in de aandelen dankzij de koppeling met de beurs van Shanghai. Onder het kopje ‘Back to Hongkong’ benadrukt bestuursvoorzitter Daniel Zhang ook het belang van deze thuiskomst. “We hopen dat we op onze manier kunnen bijdragen aan en deelnemen in de toekomst van Hongkong.”

Complexe structuur blijft
Alibaba moet voorzichtig bewegen op een gevoelig politiek speelveld. Dat is met deze notering nog eens duidelijk geworden. Daarnaast hebben beleggers ook nog steeds te maken met de complexe structuur.

De effecten die in Hongkong worden genoteerd zijn iets anders dan die in de VS. De notering op Wall Street heeft namelijk de vorm van Amerikaanse certificaten van aandelen (ADRs). In Hongkong kopen beleggers direct aandelen in de holding.

De bestaande structuur met die holding op de Kaaimaneilanden blijft echter hetzelfde. Deze holding is niet de eigenaar van de werkmaatschappijen, maar heeft slechts een overeenkomst met die werkmaatschappijen dat die een vergoeding betalen die gelijk is aan de winst. Dit heeft ermee te maken dat buitenlandse investeringen in China sterk gereguleerd zijn.

Deze afspraken zijn minutieus vastgelegd in contracten. Dat laat onverlet dat een afspraak over een vergoeding natuurlijk iets heel anders dan het juridisch eigendom van aandelen.

Miljarden die eigenlijk niet nodig zijn, politieke redenen voor een tweede notering en de complexe structuur: door al deze redenen blijft Alibaba ook met de tweede notering in Hongkong een belegging met unieke eigenschappen en risico’s. Ondanks dat geven maar liefst 57 van de 58 van de analisten die Alibaba volgen (bron: Bloomberg) een koopadvies voor het aandeel. Het percentage koopadviezen is bij geen enkel groot Amerikaans technologiebedrijf zo hoog, en ook de belangrijkste Chinese bedrijven met een Amerikaanse notering kunnen er niet aan tippen.

Het analistengilde gaat er (gemiddeld) van uit dat Alibaba nu 25 keer de voor 2020 verwachte winst per aandeel kost. Dat is voor een snelgroeiend bedrijf met een sterke marktpositie in China wellicht geen al te hoge koers-winstverhouding. Maar beleggers moeten wel met die unieke risico’s rekening houden.