Shell en BP meldden deze week winstdalingen in het derde kwartaal. Shell waarschuwde ook dat het de aandeleninkoop mogelijk vertraagt. Het is vooral de olieprijs die de schuld krijgt, maar de zwakke vraagontwikkeling lijkt ook een rol te spelen.
Shell meldde ten opzichte van het derde kwartaal vorig jaar een winstdaling van 15 procent. Het gaat hierbij om de winst voor eenmalige posten zoals boekwinsten op verkopen, of de herwaardering van derivaten. Dit winstcijfer zakte van 5,8 miljard euro vorig jaar naar 4,9 miljard euro dit jaar.
Eerder in de week had ook BP al een winstdaling gerapporteerd. Een vergelijkbaar winstcijfer van BP kwam zelfs 40 procent lager uit op 2,25 miljard dollar.
De oorzaak lag vooral bij de divisies Upstream van de bedrijven die voor de exploratie en productie van olie en gas zorgen. Bij beide bedrijven halveerde de winst uit Upstream grofweg. De winst van de onderdelen Integrated Gas en Downstream (voornamelijk productie en verkoop van brandstoffen) nam bij Shell wel toe.
Blijvend lage olieprijs
Zowel Shell als BP gooiden het op de olieprijs. Volgens BP lag die in het derde kwartaal van vorig jaar rond de 75 dollar per vat en nu op 62 dollar. Shell-bestuursvoorzitter Ben van Beurden repte ook van ‘blijvend lagere olie- en gasprijzen’.
Dit is ergens wel opvallend. Het is immers maar ruim een maand geleden dat de wereld vreesde voor een scherpe olieprijsstijging nadat de faciliteiten van het Saudische Aramco waren aangevallen.
Hoe dan ook lijkt duidelijk dat er nog wel iets meer aan de hand is. Van Beurden zag zich namelijk ook genoodzaakt te waarschuwen voor de ‘zwakke macro-economische omstandigheden en uitdagende vooruitzichten’.
Hierdoor is onzeker of Shell de ‘gearing’, een belangrijke maatstaf voor Shells kapitaalstructuur (nettoschuld als percentage van het totale geïnvesteerde kapitaal), volgens eerdere verwachting weet terug te brengen naar 25 procent. Ook loopt het aandeleninkoopprogramma mogelijk vertraging op.
Minder dan 1 miljoen vaten per dag erbij
De matige ontwikkeling van de wereldeconomie is al langer te zien in de vraag naar olie. De laatste tijd zijn de groeiverwachtingen voor 2019 alleen maar neerwaarts bijgesteld. De Amerikaanse Energy Information Administration verwacht op dit moment dat de vraag naar olie dit jaar maar 0,8 miljoen vaten per dag hoger uitkomt dan vorig jaar.
Dat is aanzienlijk minder dan begin dit jaar toen de EIA nog rekende op een groei van anderhalf miljoen vaten. Het is bovendien de eerste keer sinds 2011 dat de groei onder de miljoen vaten zit.
Getuige de woorden en verwachtingen van Van Beurden is er dus ook al een impact op Shell. In de cijfers was dit te zien met een gemiddelde dagproductie bij Upstream die 1 procent lager lag dan een jaar geleden.
Het betekent dat het ook voor een verdere verbetering van de cijfers van Shell afwachten is of de wereldeconomie aantrekt. Daarmee passen de kwartaalrapportages van BP en Shell in een lange reeks van andere bedrijven dit kwartaal.