De Commissie Toekomst Accountancysector (CTA) zou eindelijk knopen gaan doorhakken over de toekomst van de accountancysector. Een moeilijke opdracht van de Minister van Financiën maar zeer belangrijk voor zowel de verbetering van de kwaliteit van de accountantscontrole als het vertrouwen in het werk van de accountants.
Begin oktober 2019 publiceerde de CTA haar voorlopige bevindingendirect naar het rapport met de uitnodiging aan belanghebbenden om daarop te reageren. In het interim-rapport is de CTA weliswaar kritisch op accountants, maar de commissie wijst fundamentele ingrepen af.
VEB heeft haar reactieDirect naar de brief van de VEB met kritische kanttekeningen en suggesties voor nadere aanbevelingen deze week ingediend.
‘De commissie blikt vooral terug naar wat er gebeurd is maar laat na op belangrijke punten de toekomst te adresseren', aldus directeur Paul Koster van beleggersvereniging VEB. 'Dit voelt als een gemiste kans.'
Kwaliteitsoordeel
Het begint er mee dat de CTA aangeeft dat kwaliteit van de accountscontrole eigenlijk niet te meten is door het ontbreken van ‘harde cijfers’ en er aldus geen algemeen oordeel te geven is.
Dit terwijl de kwaliteitsoordelen van de drie toezichthouders (de AFM, NBA en SRA) vanuit hun verschillende toetsingensystematiek nimmer echt positief is. VEB vraagt zich af waarom de CTA het dan toch niet aandurft daaruit een algeheel kwaliteitsoordeel op te maken.
Scheiding controle en advies
De Nederlandse beursgenoteerde bedrijven worden bijna allemaal gecontroleerd door één van de Big Four (Deloitte, EY, KPMG en PwC ). Zij zijn vaak ook de belangrijkste adviseurs van het bedrijf. De inkomsten uit de adviestak zijn groter dan vanuit de controlewerkzaamheden. Dat zorgt voor tegengestelde belangen binnen een accountantsorganisatie en komt niet ten goede aan de controlekwaliteit. VEB vraagt de CTA om een toekomstperspectief voor de scheiding van controle- en advieswerkzaamheden door accountantsorganisaties. De groeiende onbalans tussen winstgevendheid en risicoprofiel van beide activiteiten van accountantsorganisaties maakt een keuze op dit punt steeds urgenter.
Niet-financiële informatie wel door accountant laten controleren
De VEB vindt het onbegrijpelijk dat de CTA adviseert het beoordelen van niet-financiële informatie buiten de scope van de accountantscontrole te laten. Niet-financiële informatie ziet bijvoorbeeld op duurzaamheidsfactoren die van invloed zijn op het businessmodel van de onderneming, zoals het klimaatrisico. Door dit onderwerp niet op te nemen in de accountantscontrole worden het nut en de bruikbaarheid van de accountantscontrole ondergraven.
Er is een duidelijke en fundamentele trend, zowel in de financiële markten als in de samenleving, dat niet-financiële informatie belangrijk is en veel wordt gebruikt bij het analyseren en beoordelen van een onderneming. De VEB verwacht dat deze trend sterker zal worden en dat het belang van de controle van niet-financiële informatie uiteindelijk doorslaggevend zal zijn bij het kwaliteitsoordeel over de totale accountantscontrole. De CTA zou hier wel een andere keuze moeten maken.
Opleiding accountants
De accountant werkt in een steeds complexere omgeving waardoor andere eisen worden gesteld aan hun vaardigheden, kennis en expertise. Die veranderingen en de gevolgen daarvan moeten tijdens de accountantsopleiding en in de permanente educatie van accountants worden meegenomen. De VEB vraagt de CTA in de finale aanbevelingen afzonderlijke maatregelen hiervoor op te stellen.