Na ruim twaalf jaar aan het roer van ASMI treedt Chuck del Prado volgend jaar terug. Zijn tijd als bestuursvoorzitter wordt aan de ene kant gekenmerkt door sterke prestaties bij de front-end en aan de andere kant de steeds terugkerende discussie over back-end-dochter ASM PT.
Topman Chuck del Prado van ASM International (ASMI) heeft zijn vertrek aangekondigd bij de chiptoeleverancier. Hij wil meer tijd doorbrengen met zijn gezin. Pas op de volgende algemene aandeelhoudersvergadering in mei 2020 valt het besluit officieel.
“Gezien de gezonde staat waarin ASMI verkeert, ben ik overtuigd dat het bedrijf prima een wissel in de top kan verduren”, lichtte hij zijn beslissing toe.
Del Prado volgde zijn vader Arthur del Prado in 2008 op. Aandeelhouders kunnen op zich met tevredenheid terugkijken op zijn tijd als bestuursvoorzitter. Wie op 1 maart 2008 een investering van 1.000 euro in aandelen ASMI deed heeft nu een belang dat 7.800 euro waard is.
Indrukwekkend, maar afgezet tegen de andere Nederlandse chipaandelen toch aan de magere kant. Een investering in chipmachinefabrikant ASML is in dezelfde periode meer dan zeventien keer zoveel waard geworden, in Besi meer dan achttien keer. De Europese chipindex Stoxx Total Semiconductor Index waar de drie bedrijven onderdeel van uitmaken vertienvoudigde tegelijkertijd.
Aan de resultaatontwikkeling kan het bijna niet liggen. Op het moment dat Del Prado aantrad worstelde het bedrijf met de front-end. Het gaat daarbij om het leveren van apparatuur die wordt gebruikt bij de productie van chips. De front-end draaide in 2008 en 2009 operationeel verlies.
Dat veranderde vrij snel na de benoeming van de topman. In 2010 werd 24 miljoen euro bedrijfswinst gemaakt en vorig jaar bedroeg het operationeel resultaat 124 miljoen euro. De omzet van de front-end was vorig jaar ook bijna drie keer zo groot als in 2008.
Steeds terugkerende discussie over strategie
Wat de tijd onder bestuursvoorzitter Del Prado ook kenmerkt is de steeds terugkerende discussie over het belang in ASM PT, de Aziatische back-end-dochter. Back-end heeft betrekking op het deel van het productieproces dat komt ná de productie van chips: de assemblage en het verpakken ervan.
In 2007 hadden activistische aandeelhouders Hermes en Fursa geëist dat de activiteiten in back-end zouden worden afgesplitst. ASMI weigerde dit en het leidde tot een conflict dat bij de rechter werd uitgevochten. De kwestie werd uiteindelijk door de Hoge Raad beslist in het voordeel van bestuur en commissarissen.
Toch bleef de discussie over het opsplitsen van front-end en back-end spelen. In 2013 besloot het bedrijf om het belang al terug te brengen naar minder dan 50 procent. Daarna is het nog verder teruggebracht en nu bezit ASMI nog ruim een kwart van de aandelen ASM PT.
40 procent opwaarts potentieel
In 2017 werd het onderwerp echter opnieuw op de agenda gezet door investeringsfonds Eminence Capital. Tijdens de algemene aandeelhoudersvergadering in 2017 stelde Eminence onder meer dat het nog resterende belang in ASM PT de strategievorming door het management vertroebelt. Ook zou het voor het bedrijf makkelijker zijn om allianties aan te gaan en zelf overnames te doen zonder het belang.
Eminence zag in dat geval een ‘direct opwaarts potentieel’ van 40 procent voor het aandeel. Met een dergelijke opwaardering zou het rendement sinds 2008 dat van de index benaderen.
Dat zal eventueel onder de opvolger van Del Prado moeten gebeuren. Desondanks staat het bedrijf er operationeel goed voor. ASMI heeft geen nettoschuld, voert een omvangrijk aandeleninkoopprogramma uit en verwacht het dit jaar veel beter te doen dan de concurrentie. Dat is uiteindelijk de nalatenschap van Chuck del Prado bij ASMI.