De handelsspanningen tussen de VS en China en snel wisselende verwachtingen rond de Brexit brengen een hoop onzekerheid op financiële markten. Het leidt behalve tot negatieve rentes tot andere unieke situaties. Een viertal hiervan op een rij.
Dividendrendement VS hoger dan lange rente
In de VS is de lange rente de afgelopen tijd flink gezakt. De 30-jaarsrente op Amerikaanse staatsobligaties staat onder de 2 procent en dat is onder het dividendrendement op de S&P 500. Met uitzondering van een kort moment in de financiële crisis is dit sinds eind jaren vijftig niet meer voorgekomen.
Aangezien aandelen op historisch hoge niveaus staan, laat dit nog eens zien dat de waardering van obligaties ook flink is opgelopen. Dat hoeft niet zo te blijven. Vanaf eind jaren vijftig begonnen obligaties aan een decennialange dalende beweging, waardoor rentes opliepen tot ver voorbij de 10 procent. Het lijkt misschien onvoorstelbaar dat dit nu weer gaat gebeuren, zeker gezien het vooruitzicht op nieuwe stimuleringsmaatregelen van centrale banken.
Overigens is het dividendrendement dat hoger is dan de obligatierente een fenomeen dat in Nederland al veel langer bestaat. De Nederlandse 30-jaarsrente zakte vijf jaar geleden al onder de 2 procent. Het gemiddelde dividendrendement op de AEX-index is ook nog weer wat hoger dan op de S&P 500, dus in Nederland is het dividendrendement al veel langer hoger dan de lange rente.
Groot gat in waardering Europese en Amerikaanse aandelen
Na de financiële crisis hebben Amerikaanse aandelen het een stuk beter gedaan dan Europese aandelen. Het gat begon te groeien met de eurocrisis in 2011 en is vergroot na de verkiezing van Donald Trump in 2016. Om een beeld te geven, de S&P 500 is in tien jaar circa verdrievoudigd, terwijl de Duitse DAX ‘slechts’ verdubbelde.
Regelmatig komen banken aan het begin van het jaar met de verwachting dat Europese aandelen in het nieuwe jaar Amerikaanse aandelen voorbij zullen gaan. Die voorspelling is steeds niet uitgekomen, maar inmiddels is het gat wel erg ver opgelopen, mede doordat de spanningen ook hun weerslag hebben op de economie in Europa, in het bijzonder Duitsland. Beleggers kunnen hopen op een Europese inhaalslag, maar het blijft de vraag hoe lang die op zich laat wachten.
Uitzonderlijk goedkoop pond
Door de onzekerheid over Brexit staat het pond al enige tijd flink onder druk. Een pond is inmiddels nog maar circa 1,20 dollar waard. Alleen eind jaren negentig en midden jaren tachtig stond het pond lager en natuurlijk in de periode na het Brexitreferendum toen de Bank of England de rente verlaagde. Het lijkt erop dat hierop nu ook weer wordt gespeculeerd.
Met een wisselkoers van zo’n 1,10 euro staat het pond ook historisch laag tegen de Europese munt. Alleen midden in de financiële crisis begin 2009 stond het pond kortdurend zo laag. In guldens werd alleen midden jaren negentig korte tijd een vergelijkbaar niveau bereikt, de decennia daarvoor stond het pond altijd flink hoger. Ook voor deze onevenwichtigheid kan gelden dat die op een gegeven moment zal draaien, wellicht als Brexit achter de rug is en niet zo hard uitpakt als door sommigen wordt gevreesd.
Goedkope olie in goud
De olieprijs is dit jaar relatief stabiel met zo’n 45 tot 65 dollar per vat Amerikaanse olie. De onrust heeft de goudprijs echter wel hard opgedreven. Het gevolg daarvan is dat de verhouding tussen goud en olie behoorlijk uit het lood is. Historisch gaan in een troy ounce goud gemiddeld ruim 16 vaten olie. Dat is nu meer dan 28.