VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

De Staat der Nederlanden weet niet of hij zijn aandelen Volksbank wil verkopen en weet niet wanneer hij zijn aandelen ABN Amro wil verkopen. Verkoop van de aandelen Nederlandsche Bank (DNB) hoort ook op dit takenlijstje te staan.

In 2008 kocht de Staat ABN Amro van de Belgen en in 2013 kreeg hij de Volksbank via onteigening in handen. De Staat kocht DNB na de Tweede Wereldoorlog omdat die bank toen een nieuwe rol kreeg. In plaats van gewoon winst te maken moest DNB volgens de Bankwet van 1948 voortaan: “De waarde van de Nederlandse geldeenheid reguleren op zodanige wijze als voor ‘s lands welvaart het meest dienstig is…”

Dat heeft DNB vijftig jaar gedaan maar de afgelopen twintig jaar niet meer. De Staat heeft bovendien al lang niks meer te zeggen over wat DNB uitspookt. De Bankwet van 1998 maakte DNB onafhankelijk van zijn aandeelhouder. Dat gebeurde om DNB te kunnen laten toetreden tot het Europese Stelsel van centrale banken. De Europese Centrale Bank zorgt sindsdien voor ons geld.

Dat het niet verstandig is om de Staat de ultimate beneficial owner te laten zijn van meerdere banken  bleek onlangs weer eens toen DNB vaststelde dat ABN Amro te weinig doet om zijn klanten in de gaten te houden. ABN Amro is voor 56 procent van de Staat; DNB voor 100 procent. Als ABN Amro dividend uitkeert krijgt de Staat daarvan 56 procent. Zou DNB aan ABN Amro een boete opleggen (op het moment dat ik dit schrijf was dat nog niet gebeurd), dan gaat dat geld via DNB voor 100 procent naar de Staat. Dat heet een perverse prikkel om boetes uit te delen. Boetes gaan ten koste van minderheidsaandeelhouders. Aan zulke prikkels moeten we zelfstandige bestuursorganen niet bloot willen stellen. En niet te vergeten: met verkoop van die DNB aandelen zonder zeggenschap verkopen we ook flink wat openstaande vorderingen op Italië.