Het handelsconflict tussen de Verenigde Staten en China wordt ook in het grondstoffensegment uitgevochten. China is een belangrijke afnemer van met name landbouwgrondstoffen, en als reactie op de invoerheffingen op Chinese producten besloot de regering om zich zoveel als mogelijk buiten de VS te bevoorraden. Maar er loopt ook een grondstoffenstroom in omgekeerde richting.
Ongeveer 80 procent van de zeldzame aardemetalen of Rare Earth Elements (REE) die in de VS worden gebruikt, zijn uit China afkomstig. Daarom staan die REE ook niet op de lijst van importproducten die in aanmerking komen voor hogere invoertarieven. Maar China kan de Amerikanen op deze markt wel pijn doen. Een strategisch gepland bezoek van president Xi Jinping aan een bedrijf waar REE worden verwerkt, kreeg in China veel persaandacht. Dit deed de speculatie oplaaien dat China deze nichegrondstoffen zou kunnen inzetten in de handelsoorlog.
De term zeldzame aardmetalen verwijst naar een groep mineralen met gelijkaardige chemische eigenschappen die beginnen bij atoomnummer 57 (lanthanum) tot en met 71 (lutetium), aangevuld met scandium en yttrium. Deze in totaal 17 elementen komen in de natuur vaak samen voor, vermengd met ertsen en andere mineralen. De VS waren lange tijd de grootste producent van REE, maar de meeste mijnbedrijven bouwden deze activiteit af. Een eerste probleem is dat de concentraties meestal te laag zijn in verhouding tot de prijzen om op een commercieel rendabele manier REE te ontginnen. Een ander nadeel ligt bij de verwerking. Daarbij komen radioactieve stoffen als uranium en thorium vrij, en met de steeds strengere milieunormen zijn mijnbedrijven dat type restafval liever kwijt dan rijk.
China trok de markt naar zich toe en was vorig jaar goed voor een productie van 120.000 ton op een mondiale output van ongeveer 170.000 ton. Australië volgt op een grote achterstand als tweede met een jaarlijkse REE-productie van 20.000 ton. Daarna komt de VS met 15.000 ton. Brazilië, Vietnam, Rusland, Canada, Zuid-Afrika en India volgen op een nog grotere afstand. Ook de milieubelastende verwerking van REE vindt hoofdzakelijk in China plaats. Naar schatting iets minder dan de helft van de globale REE-reserves bevindt zich in China.
Na de hype
De zeldzame aardmetalen hebben specifieke chemische kenmerken die ze onder meer hittebestendig, magnetisch en lichtgevend maken. Daardoor kennen deze elementen ook uiteenlopende toepassingen. Veel consumentenelektronica als mobiele telefoons, horloges, camera’s en tv’s bevatten REE. Ze worden ook gebruikt voor de productie van permanente magneten die nodig zijn in batterijen voor elektrische en hybride voertuigen en windturbines. Er zijn verder ook militaire toepassingen in nucleaire onderzeeërs en raketafweersystemen voor gevechtsvliegtuigen. Onder meer de F35 Joint Strike Fighter bevat meer dan 400 kilogram REE. Bij de raffinage van ruwe olie worden ook REE gebruikt.
REE doen bij sommige beleggers misschien nog een belletje rinkelen. Ongeveer een decennium geleden waren de REE economisch voorpaginanieuws toen China de uitvoerquota fors verlaagde na een territoriaal conflict met Japan over een eilandengroep. Japan is net als zijn Amerikaanse bondgenoot sterk afhankelijk van China voor zijn behoefte aan REE. Tijdelijke tekorten leidden toen tot productieonderbrekingen bij onder meer Panasonic en Toyota. De prijzen schoten omhoog en de aandacht van beleggers was gewekt. REE waren in de periode 2010 tot 2012 een beleggingshype, maar die ging snel liggen. Na 2012 ging het snel bergaf met de prijzen. Pas in 2017 kwam een voorzichtig herstel op gang dat door de nieuwe dreiging nu een vervolg krijgt.
Wat kan China doen?
In 2014 oordeelde de Wereldhandelsorganisatie (WTO) na een klacht van andere landen dat China geen beperkingen op de uitvoer van REE mag instellen. Het probleem met zo’n vonnis is dat de WTO Chinese bedrijven niet kan verplichten om meer REE te produceren dan ze zelf nodig hebben. Wanneer China beslist om op termijn alleen nog in de behoefte van de eigen industrie te voorzien, dan kunnen de WTO en de andere landen daar helemaal niets aan doen. China kan een maatregel die productiebeperkingen oplegt eenvoudig uitleggen als een milieuvriendelijke beslissing. In de praktijk werkt China met halfjaarlijkse exportquota. In de tweede helft van 2018 was dit 45.000 ton en voor de eerste helft van 2019 werd dit cijfer opgetrokken naar 60.000 ton. Maar deze grens wordt meer dan waarschijnlijk niet gehaald. Zo daalde Chinese REE-uitvoer in mei met 16 procent ten opzichte van april terwijl de totale export wel steeg.
China kan op korte termijn de REE-gebruikers pijn doen, maar schiet zichzelf daarmee op langere termijn in de voet. China moet zijn overschot aan REE zien kwijt te raken en een afbouw van de eigen productie kost tijd. Bovendien is de kans groot dat de rest van de wereld zich vrij snel kan aanpassen aan een wereld zonder REE uit China door de productie elders op te krikken en voor bepaalde toepassingen naar alternatieven te zoeken. Recent werden in de buurt van het Japanse Minamitori-eiland grote hoeveelheden REE in de zeebodem ontdekt.
Investeren in REE
De prijsvorming van REE is erg ondoorzichtig. Dit komt omdat er door de geringe omvang van de markt geen gereglementeerde termijncontracten (futures) op REE bestaan. Bijgevolg zijn er ook geen afgeleide producten voor investeerders waardoor een belegging niet mogelijk is. Prijsonderhandelingen verlopen in de regel rechtstreeks tussen producent en eindverbruiker voor een bepaalde hoeveelheid en/of een bepaalde periode. Indirect inspelen op hogere REE-prijzen kan dus via aandelen van bedrijven die deze REE produceren en verwerken.
De hoogvliegers van 2010 hebben het voorbije decennium niet allemaal overleefd. Zo vroeg Molycorp het faillissement aan en werd de productie bij de Mountain Pass-mijn stilgelegd. Nieuwe eigenaar MP Materials, dat deels in handen is van een Chinese aandeelhouder, startte de mijn vorig jaar opnieuw op. Lynas Corp baat nog steeds de Mount Weld-mijn uit in Australië. De ertsen ervan worden verwerkt in Maleisië maar de weerstand van overheid en milieugroepen is groot. Niettemin was Lynas vorig jaar voor het eerst in de geschiedenis van het bedrijf winstgevend. Lynas noteerde in 2011 nog boven de 22 Australische dollar per aandeel, maar de koers viel in 2015 terug naar 33 cent. Sinds die bodem is de prijs van echter weer bijna vertienvoudigd.
Laat u overigens niet verleiden tot de VanEck Vectors Rare Earth/Strategic Metals ETF (REMX). Bij deze tracker dekt de vlag de lading namelijk helemaal niet. Op Lynas na bevat de onderliggende index alleen Chinese REE-bedrijven die geen belang hebben bij een uitvoerverbod.
VEB-lidmaatschap |
---|
Nog geen VEB-account? |
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken. |
|
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap |