In één week kondigen de Europese Centrale Bank (ECB) en de Fed een nieuw tijdperk aan, dat van een nog langduriger ruim beleid dat nog ruimer wordt dan het al was.
Tijdens de inmiddels traditionele jaarlijkse conferentie van de ECB in de Portugese stad Sintra, sprak bankpresident Mario Draghi woorden uit die voor maar één interpretatie vatbaar zijn, te weten dat het monetaire beleid in het euroland én nog veel langer ruim blijft dan tot voor kort werd verwacht én nog ruimer zal worden.
Draghi zei bijvoorbeeld dat de ECB “geen taboes kent als het om inzetten van onconventionele middelen gaat.” Ofwel: alles kan.
Om dat te onderstrepen zei hij ook dat er “niets, institutioneel of juridisch gezien,” bestaat in de eurozone wat “ons verbiedt het beleid nog ruimer te maken.” De uitspraak van het Europese Hof van Justitie dat OMT (Outright Monetary Transactions, het opkopen van Effecten op beurzen), een soort kwantitatieve verruiming zonder limiet, niet in strijd is met het Verdrag van Maastricht, geeft de ECB alle ruimte. Een nieuw monetair tijdperk begint, het nulrentoceen.
Verder zei Draghi dat de risico’s voor economische groei, denk daarbij aan geopolitieke ontwikkelingen en protectionisme, niet verdwenen zijn. “In afwezigheid van verbetering zodat inflatie niet stijgt naar het streefpercentage, zal additionele steun nodig zijn.” Zo op het eerste gezicht is dat oud nieuws. De ECB belooft al heel lang in te grijpen als de situatie verergert, bijvoorbeeld wanneer de risico’s zich manifesteren. Maar wie aandachtig luisterde, kon één klein maar zeer belangrijk verschil ontdekken. Ineens was niet meer een verergering van de vooruitzichten nodig voor ruimer beleid, nee, dat gaat nu al gebeuren als een verbetering uitblijft. Draghi legde in feite de lat voor nieuwe renteverlagingen en het opnieuw opstarten van kwantitatieve verruiming (Quantitative Easing, QE) behoorlijk lager.
Dat dat geen verspreking was, bleek direct. Zo zei hij dat het bestuur “in de komende weken zal beraadslagen over hoe onze instrumenten aan te passen, gezien de risico’s voor prijsstabiliteit.” Het bestuur kan instrumenten zoals QE kan aanpassen om opnieuw in te zetten, in een vroeg stadium.
En toen kwam het! “Verdere verlagingen van de officiële rentes en maatregelen om negatieve bijeffecten te neutraliseren blijven een beleidsinstrument.” Draghi had het over rentes, meervoud, dus de ECB kan ook de officiële rente onder 0 procent brengen, niet alleen de al negatieve depositorente.
Al met al is Draghi’s toespraak in Sintra een herhaling van whatever it takes, waarbij hij deze keer net zo goed had kunnen toevoegen and for as long as it takes.
Op twitter leverde dat Draghi de toorn van de Amerikaanse president Donald Trump op. Draghi manipuleert de waarde van de euro en zorgt daarmee voor een oneerlijk voordeel voor bedrijven uit de eurozone, aldus Trump.
Je kon je op basis daarvan wel voorstellen wat voor tweets er zouden komen als de Fed niet het voorbeeld van Draghi zou volgen. De leden van het rentecomité snelden zich daags erna namelijk naar Washington voor hun rentevergadering.
De laatste keer dat ze beraadslaagden, gaf de bank aan geduld te betrachten bij rentewijzigingen. Ze zou de situatie aankijken en indien nodig ingrijpen maar er was geen haast de rente te veranderen.
In het kielzog van Draghi oordeelden de leden van het rentecomité van de Fed dat een ruimer monetair beleid nodig zal zijn in de nabije toekomst. Bijna de helft van de leden gaf in de gepubliceerde vooruitzichten aan twee renteverlagingen dit jaar nodig te vinden. Slechts één wil de rente verhogen en dan ook maar één keer. De geplande verhoging van de rente in maart 2020 heeft plaatsgemaakt voor een renteverláging.
Om het beleid ruimer maken kan de Fed, naast de rente te verlagen, ook de verkoop van de in loop der jaren opgekochte staatsobligaties, zogeheten quantitative tightening, staken.
Een belangrijke reden waarom de Fed geen geduld meer kan opbrengen, zijn de verwachte ontwikkelingen op het inflatiefront. De lage inflatie noemde voorzitter Jerome Powell in het verleden altijd als een tijdelijke zaak. Die verwijzing is in juni komen te vervallen. Uit de nieuwe schattingen voor de ontwikkeling van de prijzen blijkt dat de bank ervan uitgaat dat de inflatie ook volgend jaar te laag zal zijn. Ook de recent toegenomen loonstijgingen kunnen het tij niet keren, menen de Amerikaanse centrale bankiers. Nog een jaar van te lage inflatie zou de geloofwaardigheid van de bank verder kunnen aantasten.
Om toch niet een beeld neer te zetten dat ze de rente alleen maar zal verlagen de komende jaren, gaf de Fed stoïcijns aan in 2021 één keer te willen verhogen. Een nobel streven waarvoor geldt dat het slechts de vraag is wanneer ook die renteverhoging uit de verwachtingen zal verdwijnen. Persoonlijk zie ik dat tegen deze tijd volgend jaar gebeuren.
Ik acht de kans groot dat de Amerikaanse economie volgend jaar behoorlijk minder gaat groeien zo niet in een recessie terechtkomt. In zo’n omgeving zou het me niet verbazen als de Fed de rente meermaals verlaagt en in 2021 in het meest gunstige geval onveranderd houdt. Jerome Powells termijn als voorzitter van de bank loopt begin 2022 af. Als hij niet herbenoemd wordt, dan denk ik dat hij de officiële rente in de VS nooit meer zal verhogen.
En Draghi zie ik de rente zelfs nog eens kortwieken voordat hij afzwaait en het volgende lastige besluit moet maken: met welke uitgever in zee te gaan voor het schrijven van zijn memoires. Want de tientallen miljoenen euro zware aanbiedingen daarvoor liggen ongetwijfeld in zijn werkkamer in Rome.
Dit is een bijdrage van Edin Mujagić, hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer. Mujagić deelt zijn macro-economische overpeinzingen ook regelmatig in Effect.
Effect, het magazine van de VEB, staat bol van beleggingsnieuws en analyses. Heeft u nog geen abonnement op Effect? Word voor slechts 75 euro per jaar lid van de VEB, dan ontvangt u Effect iedere maand.