Kan Signify niet weer gewoon Philips Lighting gaan heten, vroeg een aandeelhouder tijdens de jaarlijkse vergadering. Nee, zei topman Eric Rondolat. Hij wil vooruit, groeien in veelbelovende, nieuwe toepassingen. Er moet nog wel wat gebeuren voordat zijn enthousiasme overslaat op beleggers.
Arthur van der Poel weet hoe je een aandeelhoudersvergadering effectief naar een snel einde moet hameren. Binnen twee uur wist de voormalig Philips-bestuurder de aandeelhouders van Signify, het voormalige Philips Lighting, richting de borrel te dirigeren. Alle agendapunten waren toen met meer dan 95 procent van de stemmen goedgekeurd.
Het gemak waarmee bestuur en commissarissen de jaarlijkse confrontatie met aandeelhouders doorstonden, doet vermoeden dat de onderneming in rustig vaarwater verkeert. Maar schijn kan bedriegen. De lampenfabrikant heeft een moeilijk jaar achter de rug en wordt door beleggers uitermate laag gewaardeerd. Een flink aantal hedgefondsen heeft bovendien een shortpositie opgebouwd in het drie jaar geleden afgesplitste Philips-onderdeel, waarmee ze speculeren op een koersdaling.
Onderweg
Signify verkeert al enige tijd in een spagaat, het bedrijf spreekt zelf liever van een transitie. Aan de ene kant is er de divisie die de traditionele peertjes produceert en daarin ’s werelds grootste is. Dit onderdeel krimpt snel – afgelopen jaar met bijna 20 procent – maar is nog steeds verantwoordelijk voor het merendeel van de kasstroom van Signify.
De terugloop van de lampendivisie moet opgevangen worden door groei in Led-verlichting. Behalve de losse Led-lampen bestaat deze divisie uit een professionele tak – verlichting van onder meer kantoren, steden en tuinbouwkassen – en verlichting voor consumenten zoals de bekende Hue-toepassingen die de huiskamer in alle kleuren van de regenboog kan omtoveren.
Hobbelend
Afgelopen jaar is op het gebied van groei niet al te bemoedigend geweest. De winstgevendheid van de traditionele lampendivisie is nog steeds hoog, maar het belang van deze tak neemt snel af. De relatief kleine divisie van lichttoepassingen voor consumenten zag omzet en winstmarge afgelopen jaar zelfs behoorlijk dalen.
Het groeiverhaal van Signify draait om de ontwikkeling van de professionele activiteiten, waar groei wordt verwacht en de winstmarge tot minimaal 11 procent opgepookt kan worden dit jaar. De omzet bij Professional daalde afgelopen jaar echter enigszins en ook voor dit jaar zijn de verwachtingen in de markt niet al te hoog gespannen. De winstmarge steeg wel – van 8,3 procent naar 9,5 procent – maar die prestatie was voor een groot deel te danken aan het succesvol snijden in de kosten.
Hoop
Signify heeft last van ‘moeilijke marktomstandigheden’. Bovendien groeit de concurrentie en dat werpt de vraag op wat de onderneming nu echt onderscheidend maakt ten opzichte van andere spelers uit bijvoorbeeld Azië. Eric Rondolat, de Franse topman, kent weinig twijfel. Signify ademt innovatie, de voorsprong op technologisch gebied is zeer groot. Hij is enthousiast over noviteiten in ‘niches’ als verlichting ten behoeve van de tuinbouw. Groenten en fruit, maar ook sierteelt worden tot hoogte gefokt door de lampen van Signify.
Rondolat spreekt vol begeestering over zaken als LiFi dat draadloze communicatie van data via licht mogelijk maakt. Het zijn innovaties als deze die op langere termijn vruchten moeten afwerpen.
Inlossen
De grootste aandeelhouder van Signify is nog steeds het oude moederbedrijf Philips, maar beetje bij beetje neemt het bedrijf de vrijheid die het toekomt als zelfstandige organisatie. Zo is Signify – anders dan als onderdeel van het oude Philips – niet meer gebonden aan de regelgeving van in de Verenigde Staten verhandelde aandelen. De interne controle wordt ‘anders’ ingericht, wat de indruk geeft van een minder streng regime. Vragen of deze veranderingen ook zijn ingegeven door kostenoverwegingen werden door de onderneming niet beantwoord.
Komende tijd moet Signify een sprong maken naar hogere winstgevendheid. Kosten besparen kan de onderneming behoorlijk goed, maar zonder echte (omzet)groei zal het vertrouwen van beleggers in het verhaal van de lichtfabrikant niet snel tot grote hoogte stijgen. En dat zou jammer zijn, want van innovatieve bedrijven kan de Nederlandse beurs nooit genoeg hebben.