De Europese Commissie heeft eerder deze week de nieuwe ramingen voor economische groei, inflatie en begrotingstekorten in onder meer de eurozone en eurolanden, gepubliceerd. De conclusie na het doornemen ervan is dat Griekenland definitief niet meer de zwakste schakel is van de eurozone. Die twijfelachtige eer is de Ionische Zee overgestoken, naar Italië.
De Italiaanse economie zal dit jaar naar verwachting met maar 0,1 procent groeien. Volgend jaar komt daar vervolgens 0,7 procent bij. In beide jaren zal Italië daarmee het slechtst presterend euroland zijn.
Een direct gevolg daarvan is dat het begrotingstekort, waar eind vorig jaar veel om te doen was, dit jaar niet zal uitkomen op de afgesproken 2,04 procent van het bbp maar op 2,5 procent. In 2020 wacht Italië een tekort van 3,5 procent. Ter vergelijking: Griekenland houdt dit jaar geld over en zal volgend jaar de inkomsten en uitgaven ruwweg gelijk aan elkaar houden.
Nu de afspraak voor 2019 dus niet uit lijkt te komen, dient de vraag zich aan of een herhaling van de spanningen op de relatie Brussel – Rome te verwachten is, en de bijeffecten ervan zoals we die vorig jaar hebben gezien, te weten neerwaartse druk op aandelenkoersen en langetermijnrentes in de sterke eurolanden en opwaartse druk op de Italiaanse rente.
De kans op een herhaling van die spanningen lijkt de komende maanden klein. In de eerste plaats omdat de zittende Europese Commissie op weg naar de uitgang is. Na de Europese verkiezingen eind deze maand begint het proces van het samenstellen van de nieuwe Commissie. De kans is groot dat dat proces langer zal duren dan in het verleden. Enerzijds omdat de twee blokken, de conservatieven en de sociaal-democraten, zeer waarschijnlijk geen meerderheid meer zullen hebben. Ofwel: er zal nog een partner nodig zijn voor een meerderheid in het parlement. Anderzijds is er het feit dat dit jaar meerdere belangrijke posten vrij komen. Behalve de aanvoerder van de Commissie, lopen de termijnen van de president van de Europese Raad en de Europese Centrale Bank af. Daarnaast is natuurlijk ook de machtige positie van de voorzitter van het Europees Parlement vacant. Het is zeer uitzonderlijk dat al die posten in één jaar vrijkomen en dat maakt de koehandel tussen de staatshoofden – die bepalen uiteindelijk wie de opvolgers worden – ingewikkelder dan ooit. Ingewikkeld betekent meestal ook dat iets langer duurt dan normaal.
Dat spel van het invullen van de open posities is een spel van geven en nemen tussen landen. Italië is als groot land nogal invloedrijk in dat spel. Het kan daarom best zo zijn dat andere grote landen even geen zin hebben in nieuwe spanningen met Rome.
Daarnaast is het niet te verwachten dat de uitgaande Commissie als nalatenschap voor de volgende Commissie ruzie met Italië achterlaat. Kortom, het zou me toch licht verbazen als we de komende maanden een herhaling van de spanningen tussen Italië en de Europese Commissie krijgen.
Het zou niet verbazen als we die spanningen richting het einde van het jaar of in 2020 krijgen.
En dan wellicht niet alleen met Italië!
Beleggers doen er goed aan er rekening mee te houden dat de economische groei in 2020 mogelijk aanmerkelijk lager zal zijn dan dit jaar. Dit staat in schril contrast met de ramingen van de Europese Commissie, waaruit blijkt dat de groei volgend jaar zal versnellen.
Als economische groei in 2020 inderdaad lager uitvalt dan de Commissie nu verwacht, dan zal het Italiaanse begrotingstekort nog hoger worden, tenzij de overheid maatregelen neemt. De huidige regering zie ik dat niet doen, die heeft zichzelf klemgezet met allerlei beloftes die juist extra geld kosten. Zou de huidige Italiaanse regering dit jaar vallen, wat niet zou verbazen gezien het feit dat die al een jaar in het zadel zit en de gemiddelde zittingsduur van een Italiaanse regering sinds de Tweede Wereldoorlog ongeveer één jaar is, dan zie ik de nieuwe regering dat soort impopulaire maatregelen niet of in onvoldoende mate nemen.
Spanningen tussen Brussel en Parijs zijn in dat geval ook niet uitgesloten. Het Franse begrotingstekort komt in 2020 naar verwachting uit op 2,2 procent van het bbp. Maar daar zitten de maatregelen die president Macron in het vooruitzicht heeft gesteld, nog niet bij. En bij een lagere groei, geldt voor Frankrijk hetzelfde als voor Italië, namelijk dat het tekort verder zou oplopen.
En wel zodanig dat Frankrijk, net als Italië, overduidelijk de Europese begrotingsregels zou gaan schenden. In dat kader: het zou me niet verbazen als Parijs, met het bovenstaande in het achterhoofd, probeert weer de Eurocommissaris verantwoordelijk voor begrotingsdiscipline te leveren in de nieuwe Europese Commissie. Als in 2020 economische groei inderdaad afneemt, houd dan rekening met spanningen tussen Brussel en Rome, spanningen tussen Brussel en Parijs én een nieuwe ronde van kwantitatieve verruiming (QE) van de ECB.
Dit is een bijdrage van Edin Mujagić, hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer. Mujagić deelt zijn macro-economische overpeinzingen ook iedere maand in Effect.
Effect, het magazine van de VEB, staat bol van beleggingsnieuws en analyses. Heeft u nog geen abonnement op Effect? Word voor slechts 75 euro per jaar lid van de VEB, dan ontvangt u Effect iedere maand.