Iedereen weet dat het voor Nederlandse teams steeds moeilijker wordt om te concurreren op internationaal niveau. De combinatie van PSV en Ajax zal ieder jaar de Nederlandse eredivisie winnen en zich zo verzekeren van deelname aan Europees voetbal. Voor iedere club afzonderlijk is die kans veel kleiner. Vaste Europese inkomsten maken een einde aan de achterstand ten aanzien van grote Europese concurrenten. Daarbij mag ook de opkomst van het door de overheid gesteunde Chinese voetbal niet uit het oog worden verloren.

De fusie levert direct resultaten op: op het veld is er meteen synergie te behalen door de verdediging van PSV - die de boel weet dicht te houden - te combineren met de makkelijker scorende aanval van Ajax. De selectie als totaal wordt breder, wat zal leiden tot stabielere resultaten. Ook zal de combinatie aantrekkelijker zijn voor nieuw talent. “Wij zullen ons kunnen meten met de top van de wereld”, aldus de directies van beide clubs. Het nieuwe stadion, de Gerald Vanenburg Arena, zal halverwege Eindhoven en Amsterdam worden gebouwd: in Rotterdam dus. Over de naam van de nieuwe combinatie zal advies worden uitgebracht door een commissie onder leiding van Guus Meeuwis en André Hazes.

“Fuseren ligt voor de hand”, zegt zakelijk directeur Marc Overmars: “Maar je gaat het pas zien als je het door hebt.” Voetballend zal volgens trainer Mark van Bommel het principe worden gevolgd: “Als wij de bal hebben, kennen hun niet scoren”. De raad van commissarissen zal dezelfde zijn als die van AkzoNobel omdat die ervaring heeft met het uit het niets creëren van een nationaal kampioen. Hoofdsponsors worden Gazprom, Airbus en de Deutsche Commerzbank. De kleur van de shirts? Oranje natuurlijk. Da’s logisch.

Dit is een column van Paul Frentrop, expert op het gebied van corporate governance.