Bijna zes jaar heeft het geduurd, maar nu is de Minister van Financiën om: aandeelhouders en obligatiehouders van SNS Reaal krijgen toch een vergoeding voor de onteigening van hun effecten. De Ondernemingskamer zal binnenkort bepalen hoe hoog de uitkering zal zijn.
Een klucht, opportunistisch handelen en processuele trucjes. De verwijten die de Minister van Financiën te verwerken kreeg waren hard, maar unaniem gedragen door alle partijen die namens gedupeerde beleggers optraden tijdens een zitting van de Ondernemingskamer afgelopen donderdag.
De harde kritiek op het optreden van de minister en zijn advocaten werd gedaan tijdens de mondelinge behandeling van een deskundigenrapport over schadeloosstelling van beleggers die zijn onteigend tijdens de nationalisatie van SNS Reaal in februari 2013. Het rapport is door alle partijen in concept gezien en schriftelijk becommentarieerd. De zitting bood gelegenheid de opmerkingen op het rapport toe te lichten.
Compensatie
Volgens de wet moet de Minister van Financiën, namens de Staat, beleggers compenseren voor onteigende stukken en vanaf het begin is het aanbod van de Minister duidelijk geweest: nul euro. De VEB en een aantal andere partijen zijn naar de rechter gestapt om die opstelling te betwisten.
Uiteindelijk is het aan de raadsheren van de Ondernemingskamer (OK) om te bepalen wat een faire vergoeding is voor de onteigende stukken. Om een afgewogen oordeel te kunnen geven heeft de OK eerder drie onafhankelijke deskundigen benoemd die de uiteindelijke waarde van onteigende aandelen en andere beleggingsinstrumenten te bepalen.
Mede door de nodige juridische bezwaren van de Minister duurde het tot december 2017 voordat de drie deskundigen hun conceptrapport konden presenteren. Daaruit bleek dat de vereiste compensatie voor -met name- obligatiehouders SNS kan oplopen tot een miljard euro.
Verhelderend gesprek
Honderden pagina’s aan commentaar hebben de advocaten van de Minister ingediend op het deskundigenrapport, waarbij de conclusie steeds was dat het kapitaaltekort bij SNS Reaal op het moment van nationalisatie dusdanig was dat van compensatie – anders dan niks – geen sprake kon zijn.
Een korte vraag- en antwoordronde tussen de raadsheren van de OK en de deskundigen tijdens de zitting maakte duidelijk dat die opstelling niet langer valt vol te houden. Het scenario waarop de Minister de waarde van onteigende effecten had gebaseerd, bleek domweg niet juist: de deskundigen kwamen miljarden hoger uit.
Uiteindelijk kon de advocaat van de Minister niet anders dan toegeven dat er compensatie gaat volgen. Pogingen van de Minister om verder onderzoek te doen – met alle verdere vertraging van dien – lijken weinig kans te maken.
Uiterlijk op 28 maart 2019 zal de OK uitspraak doen. Dan zal blijken of zij de conclusies van de deskundigen volgt. In een eerder stadium heeft de OK al laten weten dat een vergoeding van nul euro niet volstaat. Sinds 30 november 2018 heeft de OK hierin een opmerkelijke medestander: de Minister van Financiën.
Nog een procedure
De VEB heeft in de zaak SNS nog een andere procedure lopen. Het gaat om een enquête-onderzoek naar de oorzaken van het debacle bij de bankverzekeraar. Onderzoekers zijn dit najaar begonnen met hun onderzoek en denken medio 2020 met conclusies te komen. De uitkomsten van dit oorzakenonderzoek kunnen een opstap zijn naar verdere compensatie van gedupeerde beleggers.