Het wetsvoorstel “Ongewenste zeggenschap telecommunicatie” verplicht geïnteresseerden bij de minister van Economische Zaken aan te kloppen als ze veel aandelen willen kopen in telecom- of internetbedrijven. De minister beoordeelt vervolgens of die aankoop door de beugel kan.
De procedure lijkt een beetje op hoe toenmalig minister van Economische Zaken Henk Kamp zei dat een overname van AkzoNobel door PPG niet door de beugel kon, of hoe hij zei dat een overname van PostNL door de Belgische Posterijen niet door de beugel kon. Maar dan gebaseerd op een wet. En alleen voor digitale infrastructuur; niet voor potten verf of postpakketjes. Gevraagd om advies heeft de Raad van State moeite met de rechtszekerheid voor partijen. Als deze wet van kracht wordt, kan immers een politicus bepalen of een overname doorgang vindt. Dan ligt willekeur op de loer. En corruptie.
Neem bijvoorbeeld onze zuiderburen. Daar zijn politici als Guy Verhofstadt en Karel De Gucht voormalige voormannen van de Belgische evenknie van onze VVD. Ze bezitten ieder een prachtig landgoed in Italië, dat u voor een stevige prijs kunt huren en waar ze hun eigen wijn verbouwen – die u voor een stevige prijs kunt kopen. Blijkbaar verdient de politiek in België genoeg om een landgoed in Italië te verwerven, dat nog prijziger lijkt dan het landgoed van Marcel van Dam in Nederland en vele malen duurder is dan een appartement in Scheveningen.
Beide Belgische politici werden landgoedeigenaar nadat de Belgische regering had goedgekeurd dat de rijkste man van het land de elektriciteitsvoorziening van het land overdeed aan het Franse Suez. Iedereen weet dat bij zulke transacties in België geen sprake is van corruptie, omkoping of wat dan ook, maar toch zullen landhuizen van politici die bedrijfsovernames moeten goedkeuren altijd voer voor achterklap bieden, gezien de grote bedragen die daarmee zijn gemoeid. Dat moeten we in Nederland niet willen.
Paul Frentrop is expert op het gebied van corporate governance
Deze column verscheen in het VEB-ledenmagazine Effect