VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Turkije heeft te maken met een regelrechte valutacrisis. Die valutacrisis kan een ouverture zijn voor een financiële en economische crisis in het Europees-Aziatische land. Hoe groot is de kans dat de Turkse crisis een crisis in opkomende landen inluidt? Macro-econoom Edin Mujagić zet de mogelijke gevolgen van de crisis in Turkije op een rij.

Veel Turkse bedrijven maar ook huishoudens hebben de jarenlang zeer lage rentes in met name de Verenigde Staten aangegrepen om hoge schulden op te bouwen in dollars. De overheid stelde zich maar wat graag voor veel van die leningen garant. Nu voor de maandelijkse aflossingen, eveneens in dollars, meer lira’s nodig zijn door de spectaculaire waardedaling van de Turkse munt, komen sommige bedrijven en huishoudens in financiële problemen. De eerste gevolgen zijn al zichtbaar op de financiële markten in Turkije, waar de renteniveaus pijlsnel en fors zijn gestegen en aandelenkoersen gedaald.

Enerzijds zijn er zaken die op het eerste gezicht erop wijzen dat ook andere opkomende landen in soortgelijke problemen kunnen komen. Net als Turkije, hebben veel opkomende landen bijvoorbeeld de afgelopen jaren gebruikt om door de historisch lage rentes in de VS en de eurozone veel schulden, vooral in dollars, op te nemen. Het Institute of International Finance schat in dat bedrijfsschulden die in buitenlandse valuta luiden 5.500 miljard dollar bedragen, een record.

De sterke dollar doet Turkije dus veel pijn. Aangezien de Fed van plan is de rente dit en komend jaar te blijven verhogen terwijl de ECB nog niets eens overweegt om überhaupt te praten over mogelijke renteverhogingen, zou het niet verbazen als de dollar de komende tijd verder aantrekt. Wat de Amerikaanse rentes ook omhoog kan stuwen de komende tijd, zijn de verwachte begrotingstekorten in de VS de komende jaren. De vraag naar geld kan makkelijk het aanbod overtreffen, wat de rentes extra wind in de rug kan geven.

Het vooruitzicht op een sterkere dollar en stijgende rentes in de VS, is voldoende om beleggers in opkomende landen slapeloze nachten te bezorgen. Tel daarbij de gestegen olieprijs – veel opkomende landen zijn olie-importeur en een hogere olieprijs kan tot een hoger tekort op de lopende rekening leiden in landen die zo’n tekort al hebben en dus kwetsbaar zijn – en alle ingrediënten zijn aanwezig om het ergste te vrezen.

Dat gezegd hebbende: zo goed als alle andere opkomende landen hebben beperkte directe handelsrelaties met Turkije, waardoor directe negatieve invloed van een economische crisis in Turkije geen rampzalige gevolgen hoeft te betekenen.

Dat de Turkse banken door de recente ontwikkelingen in problemen zijn gekomen, is een feit, maar wat ook een feit is, is dat ze al zwakker waren dan veel banken uit andere opkomende landen. Een ander belangrijk verschil tussen Turkije en andere opkomende landen is dat Turkije  meer dan die andere landen gebruik heeft gemaakt van de historisch lage rentes elders om veel schulden op te bouwen.

Daarnaast heeft Turkije op politiek vlak behoorlijke ruzie met Amerika. Enerzijds betekent dat dat de VS maatregelen nemen die Turkije raken terwijl het land uitgeteld op de vloer ligt (zoals de recente aankondiging  de invoertarieven voor staal en aluminium uit Turkije verdubbeld zullen worden) en anderzijds maakt dat de kans nihil dat de VS het land te hulp zal schieten. Een vergelijking met de recente problemen in Argentinië ligt voor de hand. Waar de regering van Argentinië vrij snel voor hulp aanklopte bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF), zal Turkije dat waarschijnlijk niet zo snel doen. De reden is dat de kans groot is dat de Amerikanen hun invloed binnen het IMF zullen aanwenden om scherpe eisen te stellen aan Ankara in ruil voor IMF-geld. Eisen die regelrecht tegen het beleid van de Turkse president Erdogan in zullen gaan.

Daar komt bij dat de centrale banken in veel andere opkomende landen de Fed volgen en rentes verhogen, waardoor een daling van de waarde van de eigen munt in die landen lager is dan die in Turkije. Dat kan uiteraard tot een lagere economische groei leiden maar dat is nog geen crisis. 

Al met al is mijns inziens de kans dat de crisis in Turkije de komende tijd verder verslechtert redelijk groot, net als de kans dat de periode van instabiliteit niet snel over zal waaien. Maar dat betekent niet dat de andere opkomende landen meegetrokken zullen worden in die crisisvortex.

Opkomende landen hebben te maken met een minder aangename omgeving dan in de afgelopen jaren. 0 procent rente in de VS en een zwakke dollar hebben plaatsgemaakt voor stijgende rentes en een sterkere greenback. Dat betekent echter niet dat een crisis daar aanstaande is. Turkije zelf is eigenlijk een goed bewijs daarvoor. De Turkse lira daalt al veel langer in waarde. Dat leverde tot voor enkele weken geleden geen problemen op. Zorgen ontstonden pas na de Trump-tweet over een verdubbeling van invoerheffingen voor Turks staal en aluminium. Er moest dus een krachtige, externe factor ten tonele verschijnen.

Argentinië en Turkije hebben veel grote problemen van eigen makelij en kunnen niet zomaar als representatief worden gezien voor opkomende landen als groep. Een krachtige, externe factor à la een Trump-tweet die alle opkomende landen zou raken, zie ik niet op de horizon. Meer renteverhogingen door de Fed dan wat de markt nu verwacht, zou wel zo’n factor zijn.

Edin Mujagić is hoofdeconoom bij OHV Vermogensbeheer en schrijft regelmatig macro-economische beschouwingen in Effect.