Sinds twee jaar geleden zijn beursgenoteerde ondernemingen verplicht om periodiek van accountant te wisselen. Dat zou de controle beter moeten maken. Vooralsnog zijn er echter geen signalen dat de kwaliteit van de controle omhoog is gegaan. Sterker nog, de kans op fouten wordt hoger ingeschat in het eerste controlejaar van een accountant.
Dat blijkt uit een enquête onder beleggers, accountants en vertegenwoordigers van beursvennootschappen over de effecten van de verplichte roulatie onder Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen, uitgevoerd door onderzoekers van de Radboud Universiteit.
De onderzoekers wijten de grotere foutgevoeligheid in het eerste jaar van controle aan de situatie dat de nieuwe accountant zich nog moet inwerken.De grotere kans op fouten in het eerste controlejaar sluit aan bij de kritiek van tegenstanders van verplichte accountantsroulatie. Zij vrezen een gebrek aan specifieke industrie- en cliëntenkennis in de eerste jaren van een nieuwe controleopdracht.
De grotere kans op fouten in het eerste controlejaar is teleurstellend, ook al omdat een groot aantal gevallen de eerstejaarscontrole (en dus indirect kantoorroulatie) door de accountant in zijn verklaring is aangemerkt als ‘key audit matter’.
Tegelijkertijd blijken de kosten voor controle bij AEX-fondsen te dalen in het eerste jaar na roulatie, ondanks de voorbereidingskosten die een accountant moet maken om een nieuwe cliënt te doorgronden.
In eerdere studies wordt in dit verband gesproken over het ‘trophy client-effect’. Voor accountantskantoren zijn AEX-ondernemingen belangrijke cliënten ('trofeeën'), waardoor de accountant bereid zou zijn om – in ieder geval voor het eerste jaar tegen lagere kosten te offreren om de (eerstejaarscontrole)opdracht verleend te krijgen.
Opmerkelijk is ook dat de kwaliteit van de controle in het jaar voorafgaand aan roulatie minder goed lijkt te zijn. Mogelijk controleert de accountant dan minder streng, zo concluderen de onderzoekers.
Over het onderzoek
Het in opdracht van de VEB uitgevoerde onderzoek door de Radboud Universiteit is het eerste na invoering van verplichting tot roulatie van accountantskantoren in 2016. Deze maatregel is op Europees niveau genomen om te helpen het vertrouwen van beleggers in de accountancysector te herstellen na een reeks van boekhoudschandalen rond beursvennootschappen. In veel debacles bleken controlerend accountants niet kritisch of onafhankelijk genoeg te zijn geweest.
Ten behoeve van dit onderzoek zijn de jaarverslagen van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen in de periode 2012 tot 2016 geanalyseerd. Daarnaast is een enquête uitgezet onder accountants, beursvennootschappen, toezichthouders en beleggers.
Bij deze nulmeting is geen kwaliteitsverbetering van de controle geconstateerd na invoering van de verplichte wisseling. Ook is weinig merkbaar van een striktere invulling van werkzaamheden door de accountant. Daarmee zijn voor gebruikers van de jaarrekening geen wezenlijke veranderingen zichtbaar als het gaat om de behandeling van arbitraire posten zoals waardering van goodwill en opbrengstverantwoording.
De VEB zal bij ondernemingen, accountants en toezichthouders aandacht vragen voor mogelijke verhoogd risico op fouten na een accountantswissel.