Winstwaarschuwingen en prijsdruk bij Vestas en Sif Group.
De windindustrie heeft het lastig. Na het Deense Vestas ging ook het Nederlandse Sif Group deze week hard onderuit na tegenvallende cijfers. Sif kampt met een leeg orderboek en prijsdruk.
De bouwer van funderingspalen liet weten dat een deel van de productie naar 2018 verschuift. Hierdoor komt het operationeel resultaat voor dit jaar 8 procent lager uit dan eerder voorspeld, wat neerkomt op een winstwaarschuwing.
Belangrijker lijkt echter dat vooruitzichten voor de langere termijn matig zijn. Voor 2018 heeft Sif Group nog maar 122 kiloton staal aan productie in het orderboek staan. Afgelopen kwartaal kwam er zelfs maar voor 13 kiloton aan orders binnen.
Het betekent dat Sif in 2018 flinke overcapaciteit zal hebben. Het bedrijf is net klaar met een uitbreiding op de Maasvlakte waardoor het per jaar 300 kiloton staal aan funderingspalen zou kunnen maken. Topman Jan Bruggenthijs had bij de halfjaarcijfers al laten optekenen dat er de komende tijd sprake zou zijn van onderbezetting. Bij het handelsbericht ging hij een stap verder en kondigde aan dat Sif Group scherp op de kosten gaat letten.
Dat de sector het moeilijk heeft bleek eerder in de week ook al. Windturbinebouwer Vestas meldde namelijk een flink lager dan verwacht operationeel resultaat over het derde kwartaal. Het Deense bedrijf verlaagde daarbij ook de verwachting voor de operationele winstmarge voor dit jaar.
Volgens Vestas is er sprake van stevige concurrentie wat druk op de marges zet. Dit komt weer doordat ontwikkelaars van windmolenparken agressief moeten prijzen om concessies te kunnen winnen. De kortingen die ze moeten geven, rekenen ze door aan hun toeleveranciers.
Ook bij Sif Group is prijsdruk zichtbaar. Over de eerste jaarhelft was de opbrengst (omzet) per geproduceerde kiloton staal nog 688 euro. Dat was vergelijkbaar met 2016 en 2015. In het derde kwartaal produceerde Sif Group 59 kiloton voor een opbrengst van 30,3 miljoen euro. Daarmee rolt een opbrengst van 513 euro per geproduceerde kiloton uit de bus. Dat is een kwart minder.
De onheilstijdingen van Sif vielen slecht op de beurs. Er ging circa 13 procent van de koers af. Sinds het voorjaar heeft het aandeel ruim een derde verloren. En dat terwijl hier toch min of meer sprake is van een aangekondigde ontwikkeling.
Op circa 16 euro nadert de koers van Sif de introductieprijs bij de beursgang in 2016 van 14 euro.
Het aandeel Vestas verloor afgelopen week bijna een kwart van zijn waarde. Overigens was het aandeel sinds een bijna-faillissement in 2012 meer dan 20 keer over de kop gegaan, dus in dat perspectief is deze daling niet meer dan een bescheiden correctie. Bij Vestas speelde behalve het feit dat de kwartaalcijfers tegenvielen, ook de vrees dat de Amerikaanse subsidies op windenergie onder de regering-Trump worden geschrapt of verlaagd. Deze maatregelen kunnen windenergie minder aantrekkelijk maken ten opzichte van andere vormen van (duurzame) energie.
Maar dat de windindustrie het moeilijk heeft is duidelijk. Beleggers die de aandelen in deze sector al wat langer volgen wisten echter al dat dit een behoorlijk volatiele hoek van de markt kan zijn.