Omdat beleggers bij hun beleggingsbeslissingen afgaan op de door de accountant goedgekeurde jaarrekening moet wat de VEB betreft voorop staan dat de auditkwaliteit (naast de bescherming van de vennootschap) primair strekt ter bescherming van derden. Mede daarom moet de accountant een belangrijkere rol krijgen bij het signaleren van fraude.
De VEB mist in de 'Green Paper Audit Kwaliteit' aanknopingspunten voor het definiëren van auditkwaliteit.
Dat blijkt uit de eerste reacties die de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) heeft ontvangen op de green paper. Het document werd in juni ter consultatie voorgelegd en moet leiden tot een ‘white paper’ met daarin een gezamenlijk beleidsstandpunt van kantoren en beroepsorganisatie over wat de accountancysector onder auditkwaliteit verstaat. Ook moet het richting geven aan verdere acties ter bewustwording, inrichting, uitvoering en borging van kwalitatief hoogwaardige audits.
Reactie VEB
De VEB benadrukt in haar feedback dat het kwaliteitsmodel, zoals in de green paper beschreven, weinig concrete aanknopingspunten biedt voor de definitie van auditkwaliteit. Hierdoor blijft de discussie hangen op een conceptueel niveau, wat uiteindelijk negatief kan uitpakken in het maatschappelijk debat en de beeldvorming.
De VEB wijst er daarnaast op dat het in de discussie over auditkwaliteit vaak gaat over het maatschappelijk belang van het verbeteren van de auditkwaliteit. Wat de VEB betreft zou voorop moeten staan dat auditkwaliteit primair - naast de vennootschap - strekt ter bescherming van derden die bij het verrichten van transacties afgaan op de door de accountant goedgekeurde jaarrekening.
Verder vindt de VEB dat de green paper meer nadruk moet leggen op de rol van de accountant bij het signaleren van fraude. "Zoals de NBA genoegzaam bekend, is wat VEB betreft daarbij die rol van de accountant toe aan aanscherping. In het volle besef dat de accountant nooit alle fraude kan voorkomen, moet een kwaliteitsslag brengen dat wordt voorkomen dat fraude lange tijd onder de radar blijft", aldus de VEB.
Reactie Limperg instituut
In de feedback van het Limperg Instituut staat de suggestie voorop om het proces van de audit meer te objectiveren en van heldere kwaliteitscriteria te voorzien. "Als binnen het auditproces kwantitatieve modellen voor de beslissingen in de controle worden gehanteerd, kunnen de effecten van die controle worden gekwantificeerd." Die objectiverende benadering vergroot volgens het Limperg Instituut de transparantie en de reproduceerbaarheid van het oordeel. Zo’n aanpak levert bovendien de mogelijkheid op om het controleproces wetenschappelijk te onderzoeken, hetgeen het lerend vermogen van de accountantsorganisaties kan vergroten.
Ronde tafel |
Als onderdeel van het consultatieproces is op 19 september 2017 een rondetafelbijeenkomst gehouden. Tijdens deze bijeenkomst gingen belanghebbenden uit de sector inhoudelijk over het onderwerp auditkwaliteit in debat. Deelnemers aan de bijeenkomst waren onder meer de AFM, DNB, Foundation for Auditing Research, VEB, VNG, NBA’s Adviescollege Beroepsreglementering en gecontroleerde organisaties. |
Over de rol van de account bij beursfondsen