VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Met het Italiaanse ‘nee’ tegen een grondwetsherziening, draait het financiële nieuws weer om de Italiaanse banken. Zes vragen over het jongste Italiaanse bankendrama.

 1) Waarom is het nu actueel?
Een van de grootste Italiaanse banken, Monte dei Paschi di Siena, voert een aanzienlijke herkapitalisering door. De bank mikt op vijf miljard euro aan vers kapitaal. Volgens Italiaanse media is er een deadline van de ECB om dit voor het eind van het jaar af te ronden. Er lijkt nu een deadline te zijn voor dit weekend.

2) Wat is het plan?
Naast een vrijwillige omzetting van obligaties in aandelen moet er ook geld worden opgehaald bij institutionele investeerders. Een investering van één miljard uit Qatar wordt als cruciaal gezien om andere investeerders aan boord te krijgen. Sinds het referendum is onzeker of het staatsfonds van de Qatari nog wel over de brug wil komen.

3) Waarom zouden beleggers zich eigenlijk druk maken over Italiaanse banken?
Om verschillende redenen. Allereerst staat volgens de ECB een derde van de slechte leningen in de eurozone uit bij banken in Italië. Daarnaast is de Italiaanse overheid met ruim 2,1 biljoen euro schuld één van de grootste uitgevers van obligaties ter wereld en heeft het dus één van de belangrijkste obligatiemarkten. Tenslotte is de Italiaanse economie in omvang de derde van de eurozone.

Wat er gebeurt met Italiaanse banken heeft impact op de Italiaanse economie en de Italiaanse overheid. Dit heeft ook gevolgen over de grens. Daarnaast is er natuurlijk ook de vraag over de toekomst van de euro. Wat gebeurt er in de Italiaanse politiek als de economie blijft kwakkelen en de banken verder in de problemen komen? Er wordt in Italië door verschillende politieke bewegingen gewezen op een vertrek uit de euro als mogelijke oplossing.

4) Wat is het alternatief als de private herfinanciering niet slaagt?
Het zogenaamde plan B is een herfinanciering door de Italiaanse overheid. Daarmee is het probleem alleen dat volgens Europese regels obligatiehouders moeten meebetalen aan de redding van een bank. Dit ligt politiek gevoelig, zeker omdat circa 30 procent van de bankobligaties in handen is van particuliere beleggers. Er lijkt sprake te zijn dat de Europese regels op een of andere manier omzeild gaan worden.

5) Als dit geregeld is, zijn de problemen dan opgelost?
Hoewel de grote banken, in het bijzonder Monte di Paschi di Siena, alle aandacht trekken, zit een groot deel van de problemen bij kleinere banken. ABN Amro heeft becijferd dat kleinere banken tweederde van het totale kapitaaltekort in de Italiaanse bankensector dragen. Dit probleem is voorlopig dus niet de wereld uit.

Er zijn wel kleine stappen gezet om het aan te pakken. De stroeve faillissementsregels zijn een beetje hervormd, maar het is nog niet genoeg om de markt voor slechte leningen echt vlot te trekken. Daarnaast zijn er twee fondsen opgetuigd die kunnen zorgen voor herkapitalisatie en verkoop van leningen.

6) Het blijft dus doormodderen?
Een deel van de oplossing voor slechte leningen is simpelweg economische groei. Bij Nederlandse banken zijn, mede door het aantrekken van de economie, de voorzieningen en stroppenpotten snel afgenomen. Maar in Italië houden zwakke banken en de slechte economische omstandigheden elkaar vooralsnog in een wurggreep. Grote vraag is hoe en wanneer deze impasse doorbroken kan worden.