Wie spreekt over incidenten, miskent de grote problemen in de accountancy
Het beeld van de Nederlandse accountant wisselt snel. Volgens sommigen is hij een angsthaast geworden, die een kritisch gesprek met zijn opdrachtgever uit de weg gaat. Even later betoogt hoogleraar accountancy Willem Buijink (FD 12 september) dat de accountants helemaal geen probleem hebben. Er zou alleen sprake zijn van incidenten. Dit laatste is in strijd met de feiten en daar schiet de accountancy in Nederland niets mee op.
Buijink wijt de vertroebeling van de discussie aan retorica van de deelnemers aan het debat en aan het ontbreken van empirische wetenschapsbeoefening. Volgens hem is een verkeerd beeld van accountancy ontstaan, dat weer leidt tot verkeerde beslissingen. Hij stelt dat jaarlijks 22.000 accountantscontroles worden uitgevoerd, over de afgelopen tien jaar dus ruim 200.000. Volgens hem bedraagt het aantal boekhoudschandalen, aanwijzingen van de AFM, ingetrokken controleverklaringen, tuchtrechtszaken en andere rechtszaken slechts een fractie van het totaal.
Buijink maakt zich daarmee zelf schuldig aan retoriek. De AFM kan immers niet alle controledossiers onderzoeken. Stakeholders hebben geen toegang tot deze controledossiers, want die zijn immers in principe alleen voor de AFM toegankelijk. Zo zien niet alle accountancy-misstanden het daglicht.
In sommige gevallen worden malversaties zelfs onder de pet gehouden. Zo lazen wij recent dat het een voormalig partner van een accountantskantoor door haar eigen ex-collega’s werd verboden om onderzoek te doen naar de controle bij een gefailleerde beursvennootschap. Kennisachterstand en de hoge kosten zijn bovendien een forse drempel om een civiele of tuchtprocedure aanhangig te maken als er misstanden zijn. Kortom, de kritiek van Buijink gaat mank.
Ook het onderzoek van de AFM deugt volgens Buijink niet. Volgens hem doen de Big4-kantoren ieder zo’n 3000 controles per jaar. De AFM bekijkt er daarvan tien per kantoor. Hij noemt dat niet veel en zegt dat door de AFM geen aselecte steekproef is gedaan. 'Ze hebben bewust de sectoren met de hoogste risico’s opgezocht', meent Buijnk.
Ook hier slaat hij de plank mis. Accountantscontrole is te vergelijken met het werk van een huisarts. Van een vertrouwensman in het maatschappelijk verkeer wordt verwacht dat hij zijn werk goed doet. Dat is bij veel ondernemingen niet al te ingewikkeld. Juist bij de ondernemingen met de hoogste bedrijfs- en marktrisico’s moet de accountant zijn toegevoegde waarde bewijzen. Het is daarom schrikbarend dat het in die complexe dossiers — die door de AFM terecht kritisch worden onderzocht — zo vaak misgaat.
De rij van misstanden is lang en bekend. Parmalat, Enron, Worldcom en in ons land Ahold, Landis, LCI, Econcern, Imtech, DSB, Van der Moolen, Vestia. Incidenten? Nee, de feiten geven een ander beeld. Bij de VEB staan de dossierkasten vol met zaken waarin de accountant zijn werk niet goed heeft gedaan.
Een grote groep stakeholders heeft daardoor schade geleden. Het zou Buijink sieren als hij zou meedenken over oplossingen om de kwaliteit in de accountancy te verbeteren. Tot die tijd is het wachten op het volgende rapport van de AFM, het eerste verslag van de Monitoring Commissie Accountancy of adequaat wetenschappelijk onderzoek. Wij vermoeden dat daaruit – helaas – zal blijken dat de Nederlandse accountancy nog steeds grote problemen heeft.
Paul Koster en Geert Koster zijn respectievelijk directeur en advocaat van de Vereniging van Effectenbezitters.
Gepubliceerd in het Financieele Dagblad op 15 september 2016.