Fiscaal gunstig beleggen voor extra pensioen kan aantrekkelijk zijn. Maar de enorme focus op spreiding die aanbieders hebben, leidt tot keuzes die een particuliere belegger zelf wellicht niet zo snel zal maken.
De mogelijkheden om fiscaalgunstig pensioen op te bouwen zijn in 2015 ingeperkt. Toch is het nog steeds mogelijk om gebruik te maken van belastingvoordelen. De inleg geldt als aftrekpost en over het opgebouwde vermogen hoeft geen vermogensbelasting te worden betaald.
Om fiscaal voordelig voor het pensioen te beleggen zijn particulieren aangewezen op een aanbieder van pensioenproducten. Het aanbod is echter beperkt. Lang niet alle banken en verzekeraars bieden de mogelijkheid om fiscaal gunstig te beleggen voor pensioen.
Ook is de keuze uit beleggingsmogelijkheden die beleggers krijgen voorgeschoteld beperkt.
Neem bijvoorbeeld de Rabobank. Onder de naam Rabo Toekomstbeleggen is het mogelijk fiscaal gunstig pensioen op te bouwen. Het vermogen dat wordt ingelegd kan echter in slechts vijf fondsen van één partij, BlackRock, worden geïnvesteerd.
Deze fondsen hebben verschillende risicoprofielen, van minder naar meer risico. Daarbij is het uitgangspunt hoe minder risico, hoe meer obligaties en hoe minder aandelen. Desondanks heeft het fonds met het hoogste risicoprofiel nog steeds bijna 10 procent obligaties.
Naast een spreiding over beleggingscategorieën, is er ook een fikse geografische spreiding. Het meest offensieve fonds van BlackRock zit voor ruim de helft in de VS en voor ruim een kwart in Europa. De belegger krijgt er echter ook nog circa een vijfde Azie en andere regio’s bij.
Ook bij verzekeraar Aegon is spreiding het codewoord. Van de zeven huisfondsen waar de belegger uit kan kiezen hebben er vier een wereldwijde spreiding en drie een focus op Europa.
Het meest eenvoudige aandelenfonds, het Europa Index Aandelen Fonds, belegt in grote Europese bedrijven. Het VK en Zwitserland zijn de grootste landen in de portefeuille, maar bijna 30 procent zit in de zuidelijke eurolanden Frankrijk, Italie en Spanje.
Ook Brand New Day, in de markt gezet als uitdager van de grote verzekeraars, biedt maar een beperkte keuze. Naast één fonds gericht op opkomende markten, hebben alle (vier) aandelenfondsen een wereldwijde spreiding.
Opvallende keuzes
Vanuit het perspectief van een traditionele pensioenbelegger is deze enorme focus op spreiding te begrijpen. Het leidt alleen wel tot een aantal opvallende keuzes.
Neem de inzet op obligaties. Of dat zo risicovrij is als de theorie beweert, is maar helemaal de vraag. Hoeveel ruimte omlaag heeft de rente nog? De kans op koerswinsten is dus beperkt.
Spreiding betekent ook dat er kredietpapier van zuidelijke eurolanden en opkomende landen wordt gekocht. Dat het risico hierop heel klein is, is een aanname die zeker niet onbetwist is.
Hetzelfde geldt voor de spreiding van aandelenbeleggingen. Spreiden over heel Europa betekent ook beleggen in zuidelijke eurolanden. Misschien gaan de beurzen daar nog een inhaalslag maken, maar vooralsnog is het herstel na de eurocrisis matig.
Voor investeringen van grote happen vermogen in opkomende markten geldt hetzelfde. Opkomende aandelenmarkten hebben zeer matige jaren achter de rug.
Of een particulier die zelf gespreid belegt voor de lange termijn deze keuzes bewust zal maken, is zeer de vraag. Spreiden is goed, maar als het leidt tot keuzes die suboptimaal zijn is het niet wenselijk. Toch is dit wat de belegger krijgt opgedrongen als hij extra pensioen wil opbouwen.