Volgens het Gerechtshof Amsterdam zijn de vorderingen van gedupeerde beleggers tegen LCI-bestuurder en commissarissen niet verjaard.
De inhoudelijke behandeling van de vorderingen van de gedupeerde LCI beleggers zal nu worden voortgezet. Ook de vorderingen tegen accountant PWC kunnen eindelijk worden behandeld.
LCI
Een paar maanden voor de ondergang in 2001 spiegelde technologiebedrijf LCI haar aandeelhouders nog forse winsten voor. Door fraude, falend management en luchtkastelen hebben beleggers uiteindelijk voor 300 miljoen euro schade geleden. Na een lange enquêteprocedure daagde de VEB in 2011 de bestuurder, commissarissen en accountant PwC voor de rechter. De VEB wenste de schade te verhalen en compensatie te verkrijgen voor gedupeerde beleggers.
Hoger beroep: geen verjaring
Bestuurder Asseer en de commissarissen meenden dat de vorderingen van de gedupeerde beleggers waren verjaard. De rechtbank Amsterdam was het met hen eens in haar vonnis van januari 2014. Ten onrechte, zo oordeelt het Gerechtshof nu:
“VEB heeft bij exploten van 12 juni 2008 de verjaring van de vorderingen van de aandeelhouders gestuit. Naar het oordeel van het hof heeft zij dit tijdig gedaan.” Lees hier het volledige arrest
Hof doet oproep tot schikking
Opvallend is dat het Gerechtshof de partijen ook oproept om te proberen tot een schikking te komen. Een dergelijke oproep is zeldzaam maar wordt door de rechters gemotiveerd door onder andere te verwijzen naar het gegeven dat de procedure gaat over feiten van meer dan 15 jaar geleden. Verder procederen zou nog meer tijd vergen en extra juridische kosten met zich meebrengen; aldus het Hof. Vanzelfsprekend staat de VEB welwillend tegenover ieder voorstel van de bestuurder en de commissarissen dat recht doet aan de door beleggers geleden schade.
Procedure tegen accountant
De procedure tegen accountant PwC loopt ook nog. Ook PwC heeft zich op verjaring beroepen. Het arrest van het Gerechtshof maakt duidelijk dat dit beroep niet zal slagen.