De olieprijscrash heeft olieproducerende landen midscheeps geraakt. Onder deze landen zijn vooral opkomende economieën met onzekere vooruitzichten. Uitzondering zijn Noorwegen en Canada en hier liggen wellicht kansen voor beleggers om achter de durfinvesteerders aan te gaan die nu instappen.
De top-20 van olieproducenten wordt gedomineerd door relatief instabiele landen in het Midden-Oosten, Zuid-Amerika en Centraal-Azië. De enige uitzonderingen van echte ontwikkelde economieën in de lijst zijn de VS, Canada en Noorwegen.
De VS als geheel zijn door de omvang van de economie relatief ongevoelig voor de olieprijsontwikkeling, maar dit ligt anders voor Noorwegen en Canada. Beide economieën hebben wel te maken met de gevolgen van de oliecrash.
In Noorwegen loopt de werkloosheid op en worden de rendementen van het beroemde staatsoliefonds aangesproken om de begroting te stutten. In Canada wordt volop gesproken over het loslaten van begrotingsdoelstellingen om de economie te stimuleren.
De kerende kansen voor deze twee olie-economieën zijn duidelijk te zien op de valutamarkt en op de aandelenbeurzen. De Noorse kroon is ten opzichte van de euro sinds april vorig jaar bijna 12 procent gezakt en nadert het niveau van de financiële crisis van 2008. De Canadese dollar is sinds april vorig jaar bijna 14 procent gezakt tegen de euro.
Tegelijkertijd hebben de aandelenmarkten in beide landen een dreun gehad sinds de hoogste punten medio april vorig jaar. Deze zijn in lokale valuta vergelijkbaar met die in andere Westerse aandelenmarkten, maar in euro’s aanzienlijk groter.
De beursgraadmeter van Oslo, de OSE, staat op dit moment 18 procent lager. Maar in euro’s bedraagt de daling ten opzichte van het hoogte punt ooit ruim 27 procent.
Hetzelfde geldt voor de Canadese beurs. De graadmeter van Toronto, de TSX, is sinds april circa 21 procent gezakt. Dankzij een daling van de Canadese dollar staat de index in euro’s echter ruim 30 procent in de min.
Voor beleggers die geen complete implosie van de westerse aandelenmarkten verwachten, lijkt hier dus meer opwaarts potentieel te liggen dan in andere westerse aandelenmarkten.
Durfinvesteerders hebben hun blik inmiddels gericht op Noorse probleemleningen. Tegelijkertijd verwachten verschillende Amerikaanse banken dat de Canadese aandelenmarkt voor het eerst sinds 2010 beter zal presteren dan de S&P 500.
Beleggers die de stap richting deze olie-economieën zetten, bevinden zich dus wel in goed gezelschap. Eventueel herstel is natuurlijk wel grotendeels afhankelijk van de ontwikkeling van de olieprijzen.