Voor aandeelhouders van AEX-zwaargewicht ArcelorMittal is het al jaren sappelen. De koers zit in een neergaande lijn en het dividend is verdampt. Ondertussen heeft het bedrijf, net als de meeste concurrenten, eigenlijk geen ander plan dan wachten op betere tijden en roepen om importheffingen.
Arcelor gaf vrijdag een winstwaarschuwing. Bestuursvoorzitter Lakshmi Mittal wees naar prijsdruk als gevolg van extreem lage Chinese importprijzen.
Nou is dit weinig nieuws, aangezien de staalindustrie al jaren te maken heeft met zware prijsdruk. Anders dan bijvoorbeeld de olieprijs is de staalprijs nooit hersteld na de financiële crisis.
Dit heeft geresulteerd in een steeds verder krimpen van omzet en winst. Waar in 2010 nog een bedrijfsresultaat (Ebitda) van 8,5 miljard dollar werd geboekt, verwacht Arcelor voor dit jaar 5,2 tot 5,4 miljard dollar.
Dividend weg
Omdat Arcelor een zware schuldenlast meetorst, moet nu de broekriem worden aangehaald. Dit betekent voor aandeelhouders dat het dividend dat eerder al flink was gekrompen verdwijnt. Kort na de crisis van 2008 ging het dividend van 1,5 dollar per aandeel naar 0,75 dollar. In 2013 zakte het dividend verder naar 20 dollarcent.
De koers is tegelijkertijd praktisch in een rechte lijn gedaald. Ten opzichte van vijf jaar geleden staat het aandeel bijna 80 procent in de min. Met de nog resterende marktwaarde van 7,7 miljard dollar wordt Arcelor op dit moment gewaardeerd op circa 20 procent van de boekwaarde.
Lucht
Als een dergelijke ratio zo ver uit het lood is, kan dat een paar dingen betekenen. De markt verwacht dat bezittingen niet goed zijn gewaardeerd en dat er nog afschrijvingen aankomen. Een alternatief is dat er geen vertrouwen is dat het management in staat zal zijn de investeringen die zijn gedaan te gelde te maken.
De bezittingen van Arcelor bestaan voor een groot deel uit harde activa. Er staat voor 40,5 miljard dollar aan productiemiddelen op de balans en voor 14,3 miljard dollar aan voorraden. De post goodwill is daarentegen niet groter dan 6,8 miljard dollar.
Het zou kunnen dat de toekomstige inkomsten zo sterk zullen tegenvallen dat blijkt dat in de waardering van deze bezittingen lucht zit. Dit lijkt echter niet voor de hand te liggen. Veel waarschijnlijker is dus dat investeerders geen vertrouwen hebben dat bestuursvoorzitter Mittal de waarde die in het bedrijf zit weet te ontsluiten.
Getuige aankondigingen vrijdag lijkt dit wantrouwen terecht. Het bedrijf gaat de investeringen verder verlagen en Mittal drong nog eens aan op stevige maatregelen tegen de Chinese producenten. Dit komt in feite neer op wachten op betere tijden.
In de wachtstand
Nou is deze afwachtende houding er een die meer staalbedrijven kenmerkt. Ook een lage verhouding tussen marktwaarde en boekwaarde is een fenomeen dat in deze sector meer voorkomt. US Steel noteert bijvoorbeeld ook op de helft van zijn boekwaarde.
Dat het toch anders kan laat het eveneens Amerikaanse Nucor Steel zien. Dit heeft de afgelopen jaren aangegrepen om te investeren en bereidt zich nu voor op overnames. Het dividend werd ook bij dit bedrijf flink verlaagd in 2009, maar is sindsdien jaar op jaar weer verhoogd.
Het koersverlies over de afgelopen vijf jaar is hier ook maar 20 procent. Dit alles ondanks dezelfde moeilijke marktomstandigheden en dezelfde Chinese concurrentie waar Arcelor ook mee kampt.
Het grote verschil is dat Nucor relatief weinig schuld heeft en dus de ruimte heeft om te investeren, terwijl Arcelor zwemt in de schulden. De grootste staalproducent ter wereld lijkt te worden gegijzeld door zijn schuldenlast.
Een logische aanpak zou zijn om op grote schaal bezittingen te verkopen en de ruimte die zo ontstaat daar te investeren waar de meeste kansen op winstgevende groei liggen. Het lijkt echter uitgesloten dat dit gaat gebeuren.