Na anderhalf jaar van prijsdalingen blijven bankanalisten erop rekenen dat de olieprijs op korte termijn stabiliseert en zelfs herstelt. Hun voorspellingen worden keer op keer gelogenstraft.
ABN Amro liet onlangs weten te verwachten dat de prijs van een vat Brent-olie tot eind dit jaar licht zal stijgen naar ongeveer 60 dollar. Voor volgend jaar rekent de bank op een gemiddelde prijs van 65 dollar.
Voor de middellange termijn, pakweg een jaar of drie, zou de Brentolie weer naar 80 tot 120 dollar moeten stijgen. Dit klinkt niet als een extreem optimistische voorspelling gezien het feit dat de olieprijs in 2008 net onder de 150 dollar piekte en vorige zomer nog boven de 100 dollar stond.
Gemiddeld 65 dollar in 2016 betekent echter dat de prijs een groot deel van het jaar daar flink boven zal moeten liggen. In feite verwacht ABN Amro dus op de korte termijn een eind aan de dalingen en een aanzienlijk herstel.
Optimistisch
Dat is een tamelijk optimistische visie waarmee de Nederlandse bank echter niet alleen staat. Ook de meeste andere bankanalisten rekenen op stabilisatie en licht herstel.
Alleen Goldman Sachs haalde onlangs het nieuws met de uitspraak dat de WTI olie naar 20 dollar per vat kan zakken. Daarbij maakte de bank meteen de kanttekening dat dit niet het basisscenario is.
Dit tamelijk rotsvaste vertrouwen in herstel dat bankanalisten blijven tentoonspreiden lijkt tamelijk naïef na de gebeurtenissen van de afgelopen anderhalf jaar. Op elke periode van voorzichtig prijsherstel volgden namelijk nieuwe dalingen waarna bankanalisten hun optimistische verwachtingen weer neerwaarts moesten bijstellen om daarbij wel nog steeds omhoog te blijven kijken.
Tegenover de optimistische analisten staan de negatieve voorspellingen van het Internationaal Energie Agentschap. Dat verlaagde eerder deze maand zijn verwachting voor de groei van de olievraag in 2016.
Capaciteit
Tegelijkertijd lijkt het er nog steeds niet op dat er aan de aanbodkant voldoende capaciteit is verdwenen. Het resultaat is dat het aanbod volgend jaar nog steeds groter zal zijn dan de vraag.
In zekere zin is er al een tijdje sprake van een nieuwe werkelijkheid op de oliemarkt. Een paar jaar geleden was sprake van een sterke groei van de vraag die het aanbod maar net kon bijbenen. De situatie is nu al enige tijd omgekeerd en dat is de reden dat de olieprijs in een neerwaartse spiraal terecht is gekomen.
Aan deze spiraal lijkt ook nog geen einde te zijn gekomen. Sinds augustus is de spotprijs voor WTI weliswaar weer 20 procent gestegen. Maar de futures voor de langere termijn zijn amper meegekomen. De future voor levering in 2023 staat maar enkele procenten boven de koers van augustus.
Opvallend genoeg lijken bankanalisten de nieuwe werkelijkheid in de oliemarkt nog niet echt te hebben omarmd. Uit de optimistische voorspellingen spreekt dat ze er nog steeds geen rekening mee houden dat de periode van lage olieprijzen wel eens langer kan gaan duren dan zij denken.