VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Nederland heeft de bankiersbonus ingeperkt door het uitkeren van bonussen praktisch te verbieden. Het VK pakt het net wat verfijnder aan met stevige regels voor het terughalen van bonussen.

Britse toezichthouders op de financiële sector maakten deze week nieuwe clawbackregels bekend. Als binnen een bepaalde termijn blijkt dat een bonus ten onrechte is verstrekt, kan deze worden teruggehaald.

Voor gewone bankmedewerkers is de termijn drie tot vijf jaar, voor het hogere management zeven jaar met een mogelijkheid tot verlenging van drie jaar. De uitbetaling van de variabele beloning van topbankiers wordt daarmee flink uitgesteld.

Een Britse bankmanager die in 2017 een aandelenpakket krijgt toegekend over 2016, krijgt pas in 2020 de eerste aandelen op zijn naam. Daarna duurt het tot 2023 voordat het hele pakket is toegekend. Als in de tussentijd blijkt dat de manager zich op een of andere manier heeft misdragen kan de bonus gedeeltelijk of in zijn geheel worden teruggevorderd.

Clawback

In Nederland is ook een clawback regeling, maar deze is minder dwingend dan de Britse. Er is weliswaar geen termijn voor terugvordering, maar daar staat tegenover dat er geen harde eisen zijn aan het toekennen van de beloning.

De beloningsregeling van ING regelt bijvoorbeeld dat het variabele deel van het salaris na vijf jaar definitief is. Daarna zijn de bestuurders vrij om te doen wat ze willen met de aandelen die ze hebben gekregen.

Ook de regels voor het terughalen van al uitgekeerde beloningen zijn in Nederland minder sterk. Dat kan alleen als de bonus op basis van onjuiste informatie is toegekend. In het VK kunnen ook gedragingen die niets te maken hebben met een eerder toegekende bonus reden zijn om deze in te trekken.

De Nederlandse clawbackregeling is dus duidelijk minder sterk dan de Britse. Dat is een logisch gevolg van de keuze die in Nederland is gemaakt bij het aanpakken van de bonussen in de financiële sector.

Het stuk variabele beloning mag immers niet meer zijn dan 20 procent van het vaste salaris. Er is dus niet zo heel veel terug te halen als blijkt dat het gedrag van een bankier daartoe aanleiding geeft.

Met het bonusplafond van 20 procent is Nederland een buitenbeentje in Europa. Ondertussen laat het VK zien dat het ook mogelijk is om stevige clawbackregels op te stellen en zo het concept prestatiebeloning in stand te houden. Welke van de twee benaderingen leidt tot de meest stabiele en bloeiende financiële sector, zal moeten blijken.