Het jaar begon met een obligatierally, een eurorally en een oliedaling. Al deze bewegingen zijn de afgelopen weken omgekeerd. Het lijkt ook dat het idee dat beleggers dit jaar voor aandelen in Europa moeten zijn en niet in de VS op zijn kop gaat.
Eerst de ontwikkelingen per markt op een rij.
De euro
De euro is sinds halverwege vorig jaar gedaald van 1,40 naar ongeveer 1,05 dollar. Een flink deel van de daling vond in de eerste maanden van dit jaar plaats.
Dit leidde onder meer tot de voorspelling van Goldman Sachs dat de euro eind dit jaar op 1 dollar zou staan.
Het lijkt er nu op dat die verwachting de prullenmand in kan. De euro is inmiddels terug op 1,14 dollar, de hoogste stand in vier maanden. De vraag is alleen wel of de euro is aangesterkt of dat de dollar is gedaald?
Het lijkt op het laatste. Tegen bijvoorbeeld de pond is de euro niet hersteld, terwijl de dollar juist ook op andere valuta terrein heeft verloren. De dollarindex waarin de dollar wordt afgezet tegen een mandje van munten is sinds half april circa 5 procent gezakt.
Olie
De olieprijs beweegt vaak mee met de dollar. Een stijgende dollar gaat meestal hand in hand met een dalende olieprijs en vice versa.
Dat is ook afgelopen anderhalve maand gebeurd. De olieprijs is met ruim een kwart gestegen sinds begin april. In euro's is deze beweging natuurlijk kleiner door de dollardaling.
Obligaties
Op de obligatiemarkt begon 2015 ook spectaculair. Toen duidelijk werd dat de Europese Centrale Bank zou starten met het opkopen van staatsobligaties gingen de Europese rentes in een rechte lijn omlaag.
Eind april werd het dieptepunt bereikt. De tienjaars Duitse rente zakte tot 0,05 procent, maar is sindsdien gestegen naar 0,7 procent.
Deze omkering zou een onvermijdelijke correctie kunnen zijn, maar het fenomeen van oplopende rentes is niet alleen in de eurozone te zien. In de VS en het VK is de tienjaars rente namelijk ook met circa 0,4 procentpunt gestegen.
Verwarrend
Een dalende dollar, een stijgende olieprijs en oplopende rentes. Het is een verwarrend beeld, maar het ligt voor de hand dat in ieder geval de eerste twee te maken hebben met de Amerikaanse centrale bank, de Fed.
De afgelopen tijd is het beeld ontstaan dat de Amerikaanse economie kwakkelt en dit heeft de verwachting voor de eerste renteverhoging door de Fed, eerder voorzien voor juni, naar achteren geduwd. Het vooruitzicht van renteverhogingen was een belangrijke drijver voor de dollar.
Dat de obligatierentes tegelijkertijd ook oplopen spreekt dit weer tegen. Aan de andere kant heeft de Amerikaanse kapitaalmarkt de afgelopen jaren eerder laten zien zijn eigen dynamiek te hebben.
Terwijl het opkoopprogramma van de Fed werd afgebouwd daalde de rente, terwijl het in theorie voor de hand had gelegen dat deze was opgelopen.
Koersen
Wat betekent het allemaal voor aandelenkoersen? De Europese beurzen hebben een flinke rally gemaakt terwijl de euro en de rentes daalden.
De Amerikaanse beurzen hadden tegelijkertijd een moeizame periode. Ten opzichte van het begin van het jaar zijn ze amper in beweging gekomen.
Sinds half april is dit beeld echter ook langzaam aan het kantelen. De Euro Stoxx 50 staat bijna 7 procent lager, terwijl de S&P 500 donderdag een nieuw recordslot bereikte.
Als dit doorzet, zal ook het idee dat aandelenbeleggers op de Europese beurzen moeten zijn en niet in New York op zijn kop moeten.