Voor ECB-president Mario Draghi lijkt er geen weg meer terug. Meerdere keren heeft hij gezinspeeld op uitbreiding van zijn opkoopprogramma's richting staatspapier. Nu deflatie erg dicht bij komt kan hij bijna niet anders meer.
Mario Draghi is de man van de retoriek, zoals een goed centrale bankier betaamt. Dat kan lange tijd werken, maar uiteindelijk moet er toch resultaat worden geboekt.
Een week geleden liet Draghi weten er alles aan te zullen doen om deflatie binnen Europa af te wenden.
Maar eerst wil hij nog de effecten afwachten van de recent gestarte opkoopprogramma's van pandbrieven en asset backed obligaties (obligaties die hun waarde ontlenen aan het onderpand).
Als dit niet de gewenste invloed heeft - lees het aanjagen van de kredietverlening en daarmee de inflatie - dan zou de omvang, het tempo en de samenstelling van de opkoopprogramma's aangepast moeten worden.
Tot nu toe heeft dit opkoopprogramma er mede voor gezorgd dat banken in ieder geval niet minder kredieten verlenen aan bedrijven en consumenten. Tegelijkertijd is er ook geen sprake van der zo vurig gehoopt groei van kredieten.
Vooruitlopen
De financiële markten lopen al langer vooruit op een Europese versie van de Amerikaanse kwantitatieve verruimings-operaties. Dit valt af te lezen aan de voortdurend dalende langetermijn rentes op staatsobligaties van zowel de kernlanden als de periferie binnen de eurozone.
Bovendien worden de markten van pandbrieven en gebundelde (securiticatie') bedrijfs- en hypotheekleningen met onderpand, asset backed obligaties, als te klein gezien om de door de ECB eerder aangegeven 1.000 miljard aan schuldtitels op te kunnen kopen.
Eventueel kan de ECB zich nog tot bedrijfsleningen wenden, maar zelfs dan lijkt het opkopen van overheidsschuld in de secundaire markt (aandelen- en obligatiemarkten) nodig om de balans van de centrale bank met de helft op te pompen tot 3.000 miljard euro. Want zover lijkt de ECB nog steeds te willen gaan.
Tijd dringt
Heel veel tijd heeft ECB-president Draghi niet meer. Op 4 december wacht de volgende ECB-vergadering en daar zal de Italiaan met concretere maatregelen moeten komen.
Wel lijkt de ECB wat meer gehoor te hebben gekregen uit Brussel, dat alleen monetaire maatregelen de bestedingen niet kunnen aanjagen.
De Europese Commissie lanceerde onlangs het plan om een op te tuigen, vooral te vullen met privaat geld.
Marktpartijen waren daar echter minder van gecharmeerd omdat zij liever meer vaart zien komen in structurele hervormingen als het flexibeler maken van de Europese arbeidsmarkten.
Het is interessant om te horen wat Draghi van het plan van vindt en of hij het gebruikt om zijn kwantitatieve verruiming nog wat voor zich uit te schuiven.
Discutabel
Het blijft vooral de vraag of het opkopen van staatspapier dan wel het gewenste effect zal hebben. De marktrentes in Europa zijn al ongekend laag.
De Nederlandse overheid zette onlangs een tienjaarslening in de markt tegen slechts 0,9 procent, De Duitse Bund geeft nog slechts een rendement van 0,76 procent. De Spaanse lange rente zit ook al onder de 2 procent en Italië daar slechts nipt boven.
Het feit dat banken minder gebruik maken van de nieuwe ronde goedkope ECB-kredieten (TLTRO's) van circa 400 miljard euro, die banken verplicht naar het MKB moesten doorschuiven, geeft ook aan dat er meer aan de hand is.
Zowel aan de vraagzijde als de aanbodkant van krediet ontbreekt het aan vertrouwen, waardoor de prijzen onder druk komen. Daarnaast kent de lage inflatie ook zeker meer structurele factoren als de opkomende robotisering en de Amerikaanse schaliegasrevolutie.
Vermogenseffecten
Voorlopig varen de aandelen- en obligatiemarkten wel bij de mogelijke verdere Europese monetaire verruiming.
Als mensen zich rijker voelen gaan ze vaak meer besteden en bereikt Draghi alsnog zijn doel.
Maar voor een echt structurele opleving zal Europa meer moeten hervormen en zaken als de hoge werkloosheid moeten aanpakken.
Een week geleden liet Draghi weten er alles aan te zullen doen om deflatie binnen Europa af te wenden.
Maar eerst wil hij nog de effecten afwachten van de recent gestarte opkoopprogramma's van pandbrieven en asset backed obligaties (obligaties die hun waarde ontlenen aan het onderpand).
Als dit niet de gewenste invloed heeft - lees het aanjagen van de kredietverlening en daarmee de inflatie - dan zou de omvang, het tempo en de samenstelling van de opkoopprogramma's aangepast moeten worden.
Tot nu toe heeft dit opkoopprogramma er mede voor gezorgd dat banken in ieder geval niet minder kredieten verlenen aan bedrijven en consumenten. Tegelijkertijd is er ook geen sprake van der zo vurig gehoopt groei van kredieten.
Vooruitlopen
De financiële markten lopen al langer vooruit op een Europese versie van de Amerikaanse kwantitatieve verruimings-operaties. Dit valt af te lezen aan de voortdurend dalende langetermijn rentes op staatsobligaties van zowel de kernlanden als de periferie binnen de eurozone.
Bovendien worden de markten van pandbrieven en gebundelde (securiticatie') bedrijfs- en hypotheekleningen met onderpand, asset backed obligaties, als te klein gezien om de door de ECB eerder aangegeven 1.000 miljard aan schuldtitels op te kunnen kopen.
Eventueel kan de ECB zich nog tot bedrijfsleningen wenden, maar zelfs dan lijkt het opkopen van overheidsschuld in de secundaire markt (aandelen- en obligatiemarkten) nodig om de balans van de centrale bank met de helft op te pompen tot 3.000 miljard euro. Want zover lijkt de ECB nog steeds te willen gaan.
Tijd dringt
Heel veel tijd heeft ECB-president Draghi niet meer. Op 4 december wacht de volgende ECB-vergadering en daar zal de Italiaan met concretere maatregelen moeten komen.
Wel lijkt de ECB wat meer gehoor te hebben gekregen uit Brussel, dat alleen monetaire maatregelen de bestedingen niet kunnen aanjagen.
De Europese Commissie lanceerde onlangs het plan om een op te tuigen, vooral te vullen met privaat geld.
Marktpartijen waren daar echter minder van gecharmeerd omdat zij liever meer vaart zien komen in structurele hervormingen als het flexibeler maken van de Europese arbeidsmarkten.
Het is interessant om te horen wat Draghi van het plan van vindt en of hij het gebruikt om zijn kwantitatieve verruiming nog wat voor zich uit te schuiven.
Discutabel
Het blijft vooral de vraag of het opkopen van staatspapier dan wel het gewenste effect zal hebben. De marktrentes in Europa zijn al ongekend laag.
De Nederlandse overheid zette onlangs een tienjaarslening in de markt tegen slechts 0,9 procent, De Duitse Bund geeft nog slechts een rendement van 0,76 procent. De Spaanse lange rente zit ook al onder de 2 procent en Italië daar slechts nipt boven.
Het feit dat banken minder gebruik maken van de nieuwe ronde goedkope ECB-kredieten (TLTRO's) van circa 400 miljard euro, die banken verplicht naar het MKB moesten doorschuiven, geeft ook aan dat er meer aan de hand is.
Zowel aan de vraagzijde als de aanbodkant van krediet ontbreekt het aan vertrouwen, waardoor de prijzen onder druk komen. Daarnaast kent de lage inflatie ook zeker meer structurele factoren als de opkomende robotisering en de Amerikaanse schaliegasrevolutie.
Vermogenseffecten
Voorlopig varen de aandelen- en obligatiemarkten wel bij de mogelijke verdere Europese monetaire verruiming.
Als mensen zich rijker voelen gaan ze vaak meer besteden en bereikt Draghi alsnog zijn doel.
Maar voor een echt structurele opleving zal Europa meer moeten hervormen en zaken als de hoge werkloosheid moeten aanpakken.