Gedupeerde SNS-aandeelhouders en -obligatiehouders moeten mogelijk nog langer wachten op duidelijkheid over de schadevergoeding waarop zij recht hebben na onteigening van hun effecten.
Nieuwe vertraging lijkt aannemelijk na
Daarin adviseert hij om de eerdere uitspraak van de Ondernemingskamer tot het benoemen van deskundigen die berichten over omvang van de schadeloosstelling, te vernietigen. Het woord is nu aan de Hoge Raad.
Eerder bij de Ondernemingskamer
Door de nationalisatie van SNS Reaal in februari 2013 raakten aandeelhouders en achtergestelde obligatiehouders SNS Reaal hun stukken kwijt. Die werden onteigend door de Nederlandse Staat.
De Staat kon dat doen op basis van de recent in werking getreden interventiewet. Deze wet bepaalt verder dat de minister van financiën namens de staat aan onteigende effectenbezitters een schadevergoeding moet aanbieden voor de hen ontnomen bezittingen.
In het geval van SNS, de eerste en dusver enige keer dat deze interventiewet werd ingezet, besloot minister van financiën Dijsselbloem om effectenbezitters nul euro aan schadevergoeding aan te bieden.
Dat aanbod is vorig jaar ter beoordeling voorgelegd aan de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam (OK).
De OK besloot in juli 2013 dat niet op voorhand kon worden bepaald dat nul euro een juiste vergoeding is en er extra onderzoek nodig is voordat het aanbod van de Staat kan worden beoordeeld.
De advocaat-generaal vindt die constatering van de OK - een schadevergoeding van nul euro is niet op voorhand aannemelijk - onterecht. Ook het oordeel van de OK dat de minister zijn geboden schadevergoeding niet goed of onvoldoende zou hebben gemotiveerd schuift de advocaat-generaal terzijde.
En nu?
De Hoge Raad, het hoogste rechtscollege van Nederland, neemt adviezen van de advocaat-generaal doorgaans over. Of dat ook in deze kwestie het geval is zal binnen enige maanden blijken.
Wat ook de uitkomst is, de zaak zal worden terug verwezen naar de OK. Indien de Hoge Raad de cassatie van de minister afwijst zullen overeenkomstig de eerdere beschikking deskundigen worden benoemd.
Volgt de Hoge Raad het advies van de advocaat-generaal dan zal de OK het aanbod van de minister tot schadeloosstelling van nul euro opnieuw moeten beoordelen met inachtneming van hetgeen de Hoge Raad daarover zal bepalen.
De VEB bestudeert het advies van de advocaat-generaal en ziet op voorhand geen reden te vrezen dat dit tot lagere compensatie van aandeelhouders en achtergestelde obligatiehouders zal leiden. De VEB heeft er het volste vertrouwen in dat de OK onafhankelijke onderzoekers zal benoemen die in deze zaak alsnog hun werk kunnen doen.
Wel betreurt de VEB dat de recente ontwikkelingen voor nieuwe vertraging zorgen. Twintig maanden na dato weten aandeelhouders nog steeds niet wat de waarde is van hetgeen hen is ontnomen.
Intussen blijft de VEB op meerdere vlakken in actie om op te komen voor gedupeerde SNS-beleggers.
Daarin adviseert hij om de eerdere uitspraak van de Ondernemingskamer tot het benoemen van deskundigen die berichten over omvang van de schadeloosstelling, te vernietigen. Het woord is nu aan de Hoge Raad.
Eerder bij de Ondernemingskamer
Door de nationalisatie van SNS Reaal in februari 2013 raakten aandeelhouders en achtergestelde obligatiehouders SNS Reaal hun stukken kwijt. Die werden onteigend door de Nederlandse Staat.
De Staat kon dat doen op basis van de recent in werking getreden interventiewet. Deze wet bepaalt verder dat de minister van financiën namens de staat aan onteigende effectenbezitters een schadevergoeding moet aanbieden voor de hen ontnomen bezittingen.
In het geval van SNS, de eerste en dusver enige keer dat deze interventiewet werd ingezet, besloot minister van financiën Dijsselbloem om effectenbezitters nul euro aan schadevergoeding aan te bieden.
Dat aanbod is vorig jaar ter beoordeling voorgelegd aan de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam (OK).
De OK besloot in juli 2013 dat niet op voorhand kon worden bepaald dat nul euro een juiste vergoeding is en er extra onderzoek nodig is voordat het aanbod van de Staat kan worden beoordeeld.
De advocaat-generaal vindt die constatering van de OK - een schadevergoeding van nul euro is niet op voorhand aannemelijk - onterecht. Ook het oordeel van de OK dat de minister zijn geboden schadevergoeding niet goed of onvoldoende zou hebben gemotiveerd schuift de advocaat-generaal terzijde.
En nu?
De Hoge Raad, het hoogste rechtscollege van Nederland, neemt adviezen van de advocaat-generaal doorgaans over. Of dat ook in deze kwestie het geval is zal binnen enige maanden blijken.
Wat ook de uitkomst is, de zaak zal worden terug verwezen naar de OK. Indien de Hoge Raad de cassatie van de minister afwijst zullen overeenkomstig de eerdere beschikking deskundigen worden benoemd.
Volgt de Hoge Raad het advies van de advocaat-generaal dan zal de OK het aanbod van de minister tot schadeloosstelling van nul euro opnieuw moeten beoordelen met inachtneming van hetgeen de Hoge Raad daarover zal bepalen.
De VEB bestudeert het advies van de advocaat-generaal en ziet op voorhand geen reden te vrezen dat dit tot lagere compensatie van aandeelhouders en achtergestelde obligatiehouders zal leiden. De VEB heeft er het volste vertrouwen in dat de OK onafhankelijke onderzoekers zal benoemen die in deze zaak alsnog hun werk kunnen doen.
Wel betreurt de VEB dat de recente ontwikkelingen voor nieuwe vertraging zorgen. Twintig maanden na dato weten aandeelhouders nog steeds niet wat de waarde is van hetgeen hen is ontnomen.
Intussen blijft de VEB op meerdere vlakken in actie om op te komen voor gedupeerde SNS-beleggers.