VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Minister in cassatie in SNS-zaak

Een half jaar na de nationalisatie van bankverzekeraar SNS reaal weten effectenbezitters nog niet welke vergoeding zij krijgen voor hun onteigende stukken. Minister Dijsselbloem van Financiën bood aandeelhouders nul euro compensatie.

De Ondernemingskamer (‘OK') van het gerechtshof te Amsterdam, dat moet oordelen over de schadeloosstelling aan onteigende effectenbezitters SNS, besloot vorige maand dat extra onderzoek nodig is om die schadeloosstelling te toetsen.

Bij zijn aanbod tot schadeloosstelling van nul euro is de minister van mening dat moet worden uitgegaan van het toekomstperspectief van SNS als geen onteigening zou hebben plaatsgevonden.

De minister gaf aan dat SNS zonder overheidsingrijpen failliet zou zijn gegaan en er dus niets zou overblijven voor de aandeelhouders en achtergestelde obligatiehouders.

Toelichting
De OK oordeelde dat de minister het verzoek en zijn aanbod onvoldoende heeft toegelicht. De onderbouwing door de minister kende te veel voorbehouden en deels was deze onderbouwing (het rapport van Cushman & Wakefield) onleesbaar gemaakt.

De OK oordeelde dan ook dat de onderbouwing van de minister niet bruikbaar is en dat de OK aldus zelf de schadeloosstelling dient vast te stellen. De OK laat zich daarbij voorlichten door deskundigen.

Minister Dijsselbloem kan zich in deze aanpak niet vinden en heeft aangegeven cassatieberoep in te stellen. De procedure bij de OK wordt hierdoor geschorst. De minister zal de Hoge Raad verzoeken de Interventiewet (die in de SNS-zaak voor de eerste maal is toegepast) te toetsen.

Teleurstelling
De VEB is teleurgesteld over de aangekondigde cassatie. Het is moeilijk te begrijpen wat er op tegen is om onafhankelijke deskundigen zich uit te laten over de schadeloosstelling. Verder zorgt deze cassatie voor een forse vertraging in het proces.

Nu de minister zelf de auteur is van de Interventiewet is het opmerkelijk dat juist hij deze wet door de Hoge Raad wenst te laten toetsen.