Binnen een week zijn twee voormalig Fortis-bankiers onder verdenking gesteld in een strafrechtelijk onderzoek.

Naast voormalig topman Jean Paul Votron gaat het om Filip Dierckx, destijds hoofd van de zakenbank en heel kortstondig zelf de baas bij Fortis.

Het Belgische strafonderzoek loopt al sinds 2009. De Belgische onderzoeksrechter Jeroen Burm kijkt of Fortis-bestuurders aandeelhouders en andere belanghebbenden onjuist hebben voorgelicht.

Bij de ondergang van Fortis in oktober van 2008 gingen miljarden aan aandeelhouderswaarde verloren.

Enkele weken geleden sijpelden al berichten door in de Belgische media Burm zijn eindrapport aan het opmaken was. Veel voormalige bestuurders van Fortis hebben zich beklaagd dat ze al vijf jaar iun verband gebracht worden met strafbare feiten zonder ooit als verdachte te zijn aangemerkt.

Aan die situatie is nu een einde gekomen voor Votron en Dierckx, waarschijnlijk zullen meer verdenkingen volgen. Of deze ook daadwerkelijk door het parket als verdachte worden aangemerkt is onbekend.

Strafonderzoek België
Dat de voormalige topman van Fortis nu officieel verdachte is in het Belgische strafonderzoek verbaast VEB-jurist Niels Lemmers niet: "Votron was samen met Maurice Lippens verantwoordelijk voor het leiden van de bank-verzekeraar.

Iedere fout of misleidende mededeling vanuit het bedrijf komt dan strafrechtelijk voor rekening van de directie."

De voormalige bestuurders van Fortis en Fortis zelf, omdat het bedrijf juridisch degene is die publiceert, zullen kostte wat kost een strafveroordeling willen vermijden. 

In dat geval kan dat de Belgische bepalen dat de veroordeelden schadevergoeding moeten betalen aan de benadeelden, in dit geval gedupeerde Fortis-beleggers.

Lemmers verwacht dan ook een stormloop aan claims na een eventuele veroordeling. "Je kunt je voorstellen dat tienduizenden beleggers hun schade zullen indienen op de dag dat Votron, Dierckx en wellicht andere topmannen zich bij de strafrechter moeten melden.

Want stel dat ze worden veroordeeld dan kan daar direct ook een schadevergoeding uit voortkomen", aldus Lemmers.

Zo ver is het nog niet. Eerst moet het vooronderzoek worden afgerond. Vervolgens volgt nog een tweede onderzoek door het openbaar ministerie. Daarin wordt besloten of het inderdaad tot een strafproces komt.

Misschien wordt strafvervolging nog wel afgekocht met een boete of geschikt. De VEB houdt ook dit strafdossier in België nauwlettend in de gaten.

Relevantie misleidingzaak VEB
Het verdere verloop van het strafonderzoek in België is ook relevant voor de misleidingzaak die de VEB voert tegen Fortis, voormalige bestuurders en de emissie-begeleidende banken bij de rechtbank Amsterdam.

"Als het Belgische openbaar ministerie na zoveel jaar onderzoek bepaalt dat sprake is van misleidende mededelingen dan zal de Nederlandse rechter dat zeker meewegen in haar oordeel", verwacht VEB-jurist Lemmers.

"Daarnaast zal mogelijk meer bewijsmateriaal boven tafel komen dat voor de Nederlandse onderzoekers in enquête ontoegankelijk bleef." "En verdachten gaan elkaar natuurlijk de zwarte piet toeschuiven. Daaruit kan ook weer een hoop worden afgeleid".